De Vlaamsche Gids. Jaargang 14
(1925-1926)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 494]
| |
Het Laboratorium voor Technische Botanie der Technische Hoogeschool te Delft
| |
[pagina 495]
| |
De beginselen der erfelijkheidsleer vormen een cursus van een uur in de week het geheele jaar door en omvattenGa naar voetnoot(1): statistische studiën der erfelijkheid en hare resultaten; experimenteel onderzoek (a. verworven eigenschappen, b. modificaties, c. bastaarden, d. mutanten); cytologie en erfelijkheidstheorieën; verdeeling van cultuurgewassen; erfelijkheid bij den mensch. De technische botanie vormt ook een leergang van een uur in de week en loopt over: alcaloïdhoudende gewassen; voorkomen en beteekenis van alcaloïden in de plant; voornaamste alcaloïdhoudende gewassen; thee, maté, koffie, guarana, cacao, peper, tabak, coca, kina, opium. Drie reeksen van praktische oefeningen kunnen afzonderlijk gevolgd worden. Het zijn: a) oefeningen in het microscopisch onderzoek van levende planten en van plantenproducten; b) het genetisch verband tusschen de voornaamste plantenfamilies, toegelicht met technische gewassen; c) het microscopisch en microchemisch onderzoek en de identificatie van hout. Elk van deze drie reeksen oefeningen heeft een duur van zes weken, waarbij er dagelijks gewerkt wordt. Eindelijk bestaat er nog gelegenheid voor de technologen tot het microscopisch en chemisch onderzoek der grondstoffen voor papier en textielweefsels. Na deze inleiding kunnen wij nu overgaan tot een korte beschrijving van het laboratorium. Het gaat hier om een statig gebouw met twee verdiepingen, waarvan de sobere architectuur het evenwicht houdt tusschen doelmatigheid en fraai uiterlijk. Op het gelijkvloers, links van den ingang, vinden wij eerst een prachtige vakbibliotheek met een rijke verzameling van boeken en tijdschriften. De boekenverzameling trekt vooral de aandacht door de overzichtelijkheid van hare rangschikking. Groote etiketten wijzen van verre, met duidelijke drukletter, naar de werken die bepaalde onderwerpen behandelen. Daarbij is de meubileering in modernen bureeltrant en het geheel met de vele tafels en gezellige zitplaatsen uiterst aantrekkelijk. | |
[pagina 496]
| |
Rechts van den ingang komen wij tot de lokalen van den hoogleeraar en van de assistenten, ook keurig gemeubileerd, dan tot een weegkamer met balansen van allerlei typen voor het afwegen van groote massa's en verder voor het uitvoeren van nauwkeurig analytisch werk. Daarnaast is een lange zaal, met al de benoodigdheden voor physiologisch-chemische onderzoekingen, ten dienste van meer gevorderde studenten. De hoekzaal van het gebouw biedt den bezoeker een echte verrassing. Allerlei industrieele of semi-industrieele toestellen zijn hier opgesteld: vacuumpompen, vacuumdrogers, filterpersen, indampers, een toestel voor pulpbereiding, een kneedmachine, vier distilleerapparaten, verschillende open kookpannen, een supercentrifuge. Het gaat hier trouwens niet alleen om demonstreermateriaal, maar al deze toestellen zijn klaar om te werken en meest alle, zooals in de techniek, rechtstreeks met stoom verwarmd of gedreven. Zij dienen tot de bewerking van versche of doode planten, met het doel verschillende stoffen: glucosiden, alcaloïden, cellulose, enz. op half-technische schaal er uit af te zonderen. Hier treedt duidelijk het belang te voorschijn voor de technologen van dit speciaal gedeelte der technische botanie. Naast deze groote zaal vinden wij de werkplaats der instrumentmakers, met draaibank, fraismachine en al het noodige om ter plaatse herstellingen en kleine apparaten uit te voeren.Ga naar voetnoot(2) Glas wordt hier ook geblazen en de etiketten worden gedrukt, waartoe een volle kast met drukletters ter beschikking staat. Verder komen wij tot een lokaal dat als bergplaats dient voor een prachtige verzameling van toestellen voor plantenphysiologie: registreerapparaten, electrische en optische meetinstrumenten. Apparaten voor conductometrische en electrometrische bepalingen alsook voor organische microanalyse naar Pregl zijn hier ook te vinden, het laatste heelemaal opgesteld. In een | |
[pagina 497]
| |
naburige weegkamer bevonden zich dan o.a. ook een micro-balans en drie torsiebalansen, klaar voor het gebruik. Eindelijk treden wij in een ruim laboratorium voor het nemen van physiologische proeven. Tot hetzelfde doel staan rechtstreeks met deze zaal in betrekking een donkere kamer en een kleine serre. Op de eerste verdieping hebben wij boven deze lokalen eerst de collegezaal, die ruim een honderdtal toehoorders kan bevatten. Twee projectietoestellen zijn er opgesteld, het eene voor lantaarnplaatjes, het andere voor rechtstreeksche projectie van microscopische praeparaten. De zwarte borden zijn omgeven met neonlampen en speciale inrichtingen dienen er tot het ophangen van platen. In de gang leidend tot de collegezaal is een uitstalplaats ter demonstratie van boeken en platen voor of na het college. Verder dient een klein kamertje enkel tot het opbergen van lantaarnplaatjes en vlak daarnaast bevindt zich een donkere kamer voor microphotographie. Naast de collegezaal is het lokaal voor het praepareeren der collegeproeven en het opbergen der gekleurde platen. Persoonlijke onderzoekingen worden daar door de assistenten ook verricht. Opvallend is het dat Prof. van Iterson er van houdt al de collegeproeven zelf voor te bereiden, waardoor de proeven zeker veel aan oorspronkelijkheid moeten winnen en tevens den besten steun vormen voor het onderwijs. De volgende zaal staat ten dienste van meergevorderden voor het vervaardigen van anatomische praeparaten. Verschillende groote typen van microtomen zijn hier aanwezig, ook een groot microtoom voor het maken van doorsneden in houtsoorten. Nu komen we tot de microscopeerzaal der studenten. Drie rijen tafels loopen evenwijdig met de vensters en ontvangen overvloedig daglicht. Water, gas, electriciteit staan ter beschikking van ieder student; daarbij uitstekende microscopen met micro-lampjes en alle benoodigdheden voor het maken van praeparaten: zooals kolfje van Beyerinck, kleurstoffen, enz. Talrijke doozen met vergelijkingsmateriaal voor het onderzoek van vezels, hout, voedingstoffen, enz. staan ter beschikking van de studenten bij het identificeeren van een onbekend planten-product. | |
[pagina 498]
| |
Boven het technisch laboratorium van het gelijkvloers bevindt zich een museum van plantenproducten, volgens plantensystematische orde gerangschikt, museum dat ook onze heele aandacht waard is. Men krijgt hier een sprekend beeld van den overvloed der producten welke de planten in staat zijn ons te leveren, hetgeen eens te meer wijst op het groote technisch belang van het plantenrijk. Daarbij heeft deze verzameling een bijzondere wetenschappelijke waarde met het oog op het genetisch verband tusschen de plantenfamilies. Boven dit lokaal bevindt zich nog een dergelijk museum, waar een uitgebreide collectie van houtsoorten is verzameld. Verder krijgen wij nog te bezichtigen een uitgestrekt lokaal dat een herbarium voor technische gewassen opbergt, dan een cabinet voor de conservatrice en daarnaast een teekenlokaal met de noodige hulpmiddelen, waar de college-platen worden vervaardigd en gekleurd; eindelijk een kamertje voor constante temperatuur, dat electrisch op 35o wordt gehouden en voor culturen van microorganismen uitgesproken diensten bewijst. In den kelder bevindt zich een dergelijk lokaal als koelkamer van constante temperatuur. Nu dat wij de belangrijkste deelen van het laboratorium hebben leeren kennen, is het misschien niet zonder belang te weten welk personeel er aan verbonden is. Het wetenschappelijk personeel bestaat uit een hoofdassistent en drie assistenten; het administratief personeel uit een conservatrice, een schrijfster, een machinist 1e klasse, een amanuensis 1e klasse, een instrumentmaker, een bediende 1e klasse, een bediende 2e klasse en een nachtwaker. Al het vorige had slechts betrekking op het laboratorium zelf, doch hieraan is verbonden een uitgestrekte cultuurtuin voor technische gewassen. In den tuin worden de technische planten gekweekt, eerst als verzameling en verder om als uitgangsmateriaal te dienen voor de technische bereidingen. Tot hetzelfde doel dienen vijf groote broeikassen met prachtige culturen van uitheemsche planten: katoen, suikerriet, theestruiken, enz. Ook vinden wij daar verzamelingen van cactussen, vetplanten, varens, mosplanten, insectenetende planten, enz. Een klein | |
[pagina 499]
| |
gedeelte der kassen is ook beschikbaar tot het nemen van physiologische proeven. Deze cultuurtuin heeft ook zijn aparte bediening, waaronder een hortulanus, een concierge en vier bedienden-tuinmannen. Resumeerende kunnen wij zeggen dat het hier gaat om een voorbeeldige inrichting, waarvan de waarde niemand kan ontgaan. Een instituut waar de aanstaande scheikundige ingenieurs tot de juiste kennis komen van de plant zoowel uit anatomisch als uit physiologisch oogpunt, waar zij door de studie van de erfelijkheidsleer tot het wetenschappelijk begrip van de veredeling der cultuurgewassen komen, waar zij het planten-materiaal leeren bewerken op half-technische schaal, waar zij zich oefenen in het microscopisch en microchemisch onderzoek van houtsoorten, vezelstoffen, voedingstoffen, enz., maakt diepen indruk op hem die het voorrecht heeft het te kunnen bezichtigen. Een Belg staat daar voor de schitterende verwezenlijking van een ideaal, dat voor eigen land nog een utopie is en allicht lang nog zal zijn. Al hetgeen men te bewonderen krijgt in dit eenig laboratorium, strekt eerst en vooral ter eere van de ontwerpers en inrichters, maar verder van het land dat zich geene offers ontzag om zijn geleerden toe te laten, in de beste voorwaarden, voor wetenschap en praktijk baanbrekend werk te verrichten.
Dr. J. GILLIS. |
|