De Vlaamsche Gids. Jaargang 14
(1925-1926)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 429]
| |
TijdschriftenkroniekTijdschriften uit nieuwe landen.
| |
[pagina 430]
| |
dacht dan ook er een eigen wereldorgaan te kunnen op nahouden en op 1 Maart 1919 verscheen te Parijs de REVUE YOUGOSLAVE, uitgegeven door ‘La Ligue des Universitaires Serbo-Croato-Slovènes’, met A. Arnaoutovitch als hoofdredacteur. In zijn Editorial - Ce que nous voudrions verklaarde het nieuw tijdschrift zich alleen tot doel te stellen, het Europeesch publiek in te lichten over wat Joego-Slavië en zijn volk was en was geweest, Joego-Slavië en de Joego-Slaven te doen kennen. Wij vinden in de volledige verzameling van dit tijdschriftGa naar voetnoot(1) inderdaad zeer interessante en leerrijke artikels over de geschiedenis van land en volk, over de schoone kunsten, de muziek en de literatuur; ook over de politieke en bestuurlijke inrichting van ginds, de economische toestanden en de betrekkingen met het buitenland vernemen we er heel wat; de ethnische toestanden en de beschaving worden er in besproken, terwijl vele vertalingen uit de oorspronkelijke literatuur en vele studies over en herinneringen uit den jongsten veldtocht er in worden gepubliceerd; eindelijk worden in elk nummer een heele reeks boeken besproken, die over Joego-Slavië handelen. Maar wat te vroeg scheen het te zijn, om aan zuivere, objectieve informatie te doen, - de wonden van den oorlog waren nog te versch, de gemoederen nog niet tot bedaren gekomen - te meer, daar het vraagstuk van Fiume nog verre van geregeld was... Midden 1919 begon de campagne tegen Italië; in 1920 werden de artikels tegen den bezetter van de Adriatische havenstad talrijker en geweldiger en de REVUE YOUGOSLAVE eindigde met alles te publiceeren wat ze aan nieuwsjes en legendekens tegen de Italianen maar oprapen kon. Wij weten niet of dit laatste er toe bijdroeg om velen van het Zuid-Slavisch tijdschrift af te keeren en een der oorzaken was van zijn vroegtijdig verdwijnen; maar wat wij weten is, dat op de laatste bladzijde van het December-nummer 1920 de hoofdopsteller aan vrienden en kennissen mededeelde, dat hij naar elders geroepen werd en de redactie van de REVUEGa naar voetnoot(2) aan anderen moest overlaten; het tijdschrift zou dan tijdelijk worden geschorst. Dit tijdelijke duurt nog steeds en Fiume is en blijft Italiaansch....
Van een heel ander karakter dan het vorig tijdschrift is de REVUE DES BALKANSGa naar voetnoot(3). Deze is niet het orgaan van één staat, maar van een groep van staten. Zij zond in Januari 1919 haar nummer 1 de wereld in zonder andere principesverklaringen, dan op het couvert het motto: ‘Les Balkans aux peuples balkaniques’ en den ondertitel: ‘Politique. Diplomatie. Finances.’ Van haar eerste nummer af heeft de REVUE er naar gestreefd de eendracht onder de Balkanvolken te bewerkstelligen: de Balkanvolken in de breedste beteekenis van het woord met Roemenië in het N.-O. en het koninkrijk der Serviërs, Croaten en Sovenen in het W. - op één uitzondering na nochtans: Bulgarije, de vijand van vele jaren, de verslagene van den laatsten oorlog, die aan alles wat er gebeurd was de schuld droeg, die geboycot moest worden, politiek en financieel ten onder gebracht. Maar de REVUE, die een nuchter tijdschrift is, zag weldra in, dat Bulgarije, met zijn centrale positie in de Balkanstatengroep en zijn breeden uitweg op de Zwarte Zee, onmogelijk kon worden genegeerd of weggecijferd en na het eerste jaar van haar bestaan hield de campagne tegen dit land stilaan op. Niet lang duurde het vooraleer nu en dan een artikel over | |
[pagina 431]
| |
Bulgarije werd opgenomen en zelfs een of ander niet ongunstig bekende Bulgaar uitgenoodigd om mede te werken, terwijl het Bulgaarsche volk en zijn regeering van hun kant er naar streefden het vertrouwen hunner naburen te winnen en te verdienen. De REVUE DES BALKANS is een nuchter tijdschrift, zeiden we hooger. Buiten zijn reeds vermeld doel: de eendracht onder de Balkan-volken, wil het ook den Balkan in Midden- en West-Europa leeren kennen en waardeeren, met het oog vooral op handel en nijverheid. Van het eerste nummer af bevatte het een speciale rubriek, gewijd aan de ‘Questions économiques’; deze breidde zich meer en meer uit en van het December-nummer 1920 af luidde de ondertitel der REVUE: ‘Politique Diplomatie, Finances, Commerce et Industrie’; dit was een heel programma. In het begin van 1925 veranderde het tijdschrift voor de vierde maal van formaat; zijn uitzicht werd dan ook geheel gewijzigd. Een soort van maandelijksche kroniek der politieke gebeurtenissen in den Balkan gaat sedertdien de artikels in elk nummer vooraf; het heet ‘Editoriaux’ en is opgesteld door den directeur, Léon Savadjian. Een buitengewoon interessante nieuw ingevoerde rubriek is ook ‘Livres et Documents’, waarin boeken en persartikels, betrekking hebbende tot een of ander Balkanland, worden opgegeven en geanalyseerd. Van nr 7 (Juli 1925) af heeft ook de vroegere rubriek: ‘Questions économiques’ den naam gekregen van: ‘Chroniques économiques’ en werd verdeeld in zooveel vakken als er landen in behandeld worden; ook aan Bulgarije en zelfs aan Turkije wordt er geregeld een plaats in voorbehouden. Deze kronieken nemen tegenwoordig steeds een vierde van elke aflevering in beslag; zij bevatten tal van belangwekkende en kostelijke inlichtingen over de economische mogelijkheden met de landen van ginds. Laten we nog even er aan herinneren, dat het bestuur der REVUE DES BALKANS in de jaren 1923 en 1924 een paar extra-nummers heeft laten verschijnen; twee over Joego-Slavië: Royaume des Serbes, Croates et Slovènes, Son Commerce, Ses Finances, Son Industrie, Ses Richesses en Economic Position of the Kingdom of the Serbs, Croates and Slovenes (2 uitgaven) en een over Griekenland: La Grèce économique et financière. Een kort overzicht van de voornaamste artikels, die in de vijf reeds verschenen nummers van 1926 werden gepubliceerd, zal bewijzen hoe getrouw het hier besproken tijdschrift aan zijn verleden is geblevenGa naar voetnoot(4). In nr 1 zijn te vermelden: Après l'accord Serbo-Croate, door Dr Lazare Markovitch; La Grèce sous te général Pangalos, door Jacques Andrier; Exposé sur la situation financière du royaume des Serbes, Croates et Slovènes, door Milan Stoyadinovitch. - In nr 2: L'Albanie républicaine, door Dr. Stavro Stavri; La situation agricole dans le royaume des Serbes, Croates et Slovènes, door B.B. Mirkovitch; La dictature du général Pangalos, door Jacques Andrier. - In nr 3: L'Autriche et le Royaume des Serbes, Croates et Slovènes, door Max Hoffinger; Une chambre de commerce franco-yougoslave, door B.B. Mirkovitch. - In nr 4: La Civilisation Yougoslave, door graaf Louis de Voïnovitch; La Politique financière du Royaume des Serbes, Croates et Slovènes, door Léon Savadjian; Lettre d'Athènes (La situation en Grèce), door H.P.; Le Budget et les Finances Bulgares, door Vladimir Moloff. Het laatst verschenen nummer (Mei, nr 5) bevat: 1o. Editoriaux, waarin Léon Savadjian ons over de jongste verandering van Ministerie in Joego-Slavië | |
[pagina 432]
| |
onderhoudt en over de politiek van M. Nintchich, minister van buitenlandsche zaken van het Zuid Slavisch Koninkrijk; verder spreekt hij van de verkiezing van Generaal Pangalos tot Voorzitter der Grieksche Republiek en na te hebben vastgesteld, dat de onderlinge betrekkingen der Balkan-staten steeds maar verbeteren, besluit schrijver zijn maandelijksch overzicht aldus: ‘Alors que les peuples de l'Europe n'arrivent pas à sanctionner l'esprit de Locarno, quel avantage pour les peuples balkaniques de pouvoir démontrer à cette Europe desorientée, que les “fauteurs de troubles” savent mieux s'entendre et que la paix du monde partira des Balkans....’ - 2o. de verklaringen van Chr. Rakowsky, nieuw gezant der Sowjets te Parijs, over de Unie der S.S.R. en den Balkan, met een inleidend woord van L. Savadjian; een paar opmerkingen van D. Tomitch over de heilzame gevolgen van het eerst in October 11. gesloten vredestractaat tusschen Turkije en Joego-Slavië; een samenvatting van de voordracht over Griekenland, laatst te Lyon door Generaal Paul Bordeaux gehouden; een studie van Borivoïé B. Mikrovitch over de titels van vooroorlogsche Servische leeningen in Frankrijk; een uiteenzetting der binnenlandsche politiek van de regeering Liapcheff in Bulgarije, door Pierre Jakovlevsky; een op haar uur komende studie van Stevan Tchirkovitch over L'Académie de Droit International de la Haye (haar ontstaan, rol en beteekenis) et les Balkans (waar men deze groote Carnegie-instelling tot nu toe niet schijnt te hebben gekend). - 3o de rubrieken, die men sedert begin 1925 aan het einde van elke aflevering gewoon is te vinden: ‘Echos et Polémiques’; ‘Questions économiques’ (hier hoogst interessant wat Joego-Slavië en Griekenland aangaat); ‘Revue de la Presse’ en ‘Bibliographie’.
6 Mei '26. C. DEBAIVE. | |
Bulletin de la societe ‘union musicologique.’ La Haye. Martinus Nijhoff, 1921, enz.Dit Tijdschrift werd opgericht in 1921 en wordt toegezonden aan alle leden der ‘Union Musicologique’ (Contributie f 10 jaarlijks). Binnenkort verschijnt de eerste aflevering van het vijfde deel. In dit tijdschrift wordt jaarlijks een overzicht gegeven van alles wat er in de verschillende landen op muziekwetenschappelijk gebied is gepubliceerd; voor Duitschland door Prof. R. Schwarz, voor Amerika door Prof. O. Kindeldey, voor Engeland door H. Antcliffe, voor Oostenrijk door Prof. G. Adler, voor België door Prof. Ch. van den Borren, voor Frankrijk door J.G. Prod'homme, voor Holland door Dr A. Smyers, voor Zwitserland door E. Refardt. Daarenboven worden in het B. d. l.S. ‘U.M.’ ook artikels opgenomen van algemeen belang. Redactie: Dr D.F. Scheurleer, Carnegielaan 16, Den Haag; Prof. Dr Max Seiffert, Goebenstrasse 28, Berlijn; Dr. A. Smijers, St Michielsgestel. | |
Tijdschrift der Vereeniging voor Nederlandsche Muziekgeschiedenis. Amsterdam. G. Alsbach en Co. 1885, enz.Oorspronkelijk was de titel: ‘Tijdschrift der Vereeniging voor NOORD-Nederlands Muziekgeschiedenis’. Het eerste deel van dit tijdschrift verscheen in 1885. Binnen enkele weken wordt een begin gemaakt met het twaalfde deel. Dit tijdschrift wordt toegezonden aan alle leden en donateurs der Vereeniging. De leden betalen jaarlijks f 6; de donateurs, f 5. Redactie: Dr. A. Smijers te Sint Michielsgestel. Deze is tevens secretaris van bovengenoemde vereeniging. Dit tijdschrift bevat artikelen die betrekking hebben op de Nederl. Muziekgeschiedenis.
(Medegedeeld). |
|