| |
| |
| |
Indien-Literatur
Wanneer we spreken over het Indië van onze dagen, concentreert zich alles noodzakelijk op één punt: Mohandas Karamchand Gandhi. Pas nadat we de brochuren die ons een beeld geven van Indië en zijn huidige beweging hebben doorgewerkt, kunnen we beseffen wat een leemte zelfs de groote Europeesche pers in opzicht van internationale politiek vertoont. Dit was ook de vaststelling van Emil Roniger, toen hij meer bijzonderheden wenschte omtrent Gandhi, en zich eindelijk tot Romain Rolland wendde. Als antwoord verscheen Rolland's Mahatma Gandhi, dat idoor Roniger in het Duitsch werd vertaald. (Rotapfel-Verlag, Zurich, M. 2.50-3.50.) In die ± 200 blz. krijgen wij een beeld van Mahatma (= de groote ziel), geschetst met een meesterlijkheid die slechts Rolland bezit. De warme geestdrift en de vereerende liefde van den schrijver slaan op den lezer over. Roniger begon nu eerst echt belangstelling te voelen voor zijn onderwerp en ondernam de uitgave in Duitsche taal van een reeks dokumentaire, inwijdende werken. Want is, voor iemand die iets meer wil weten over Indië en de Gandhi-beweging, Rolland's brochuur het beste wat te vinden is, 200 blz. blijven natuurlijk tamelijk beperkt. Roniger bezorgde ons tot nu toe (alle in Rotapfel-Verlag): Gandhi in Südafrika (M. 4-5.) - Gandhis Leidenszeit (M. 8 geb.) - Jung-Indien (Young India. M. 8-9.20.) - Ein Wegweiser zur Gesundheit (M. 3.20-4.) - Eurasische Berichte (M. 4.)
Het kan overdreven schijnen, wanneer men Gandhi met Christus hoort vergelijken. Toch deden dit herhaaldelijk niet alleen Indiërs, maar ook Europeanen en Amerikanen van vooraanstaande beteekenis, wanneer zij er nadruk op legden, dat men 2000 jaar in de geschiedenis moet teruggaan om een persoonlijkheid en een beweging te vinden die met Gandhi en zijn werking kunnen vergeleken worden. Bekende een van de leidende Engelsche autoriteiten van Indië niet zelf, dat Gandhi met een simpel hoofdknikken 300 millioen menschen doet gehoorzamen? Driehonderd millioen! Zóóveel slaven bezit de Engelsche regeering in Azië. Meer dan eens moeten wij aan de sombere middeleeuwen terugdenken bij het lezen van onweerlegbare feiten. Overdrijving is hier uitgesloten. Niemand, zelfs
| |
| |
niemand uit de officiëele Engelsche regeeringskringen, waagt het één vaststelling van Gandhi te loochenen: zijn persoonlijkheid, al liefde en waarheid, is vrij van elke drijfveer van lager gehalte.
Het was langs den weg van het Indische asketisme, dat Gandhi zichzelf volmaakte. Zijn strijd in Zuid-Afrika was hem de school voor de leiding die hij later in Azië zou moeten overnemen. Als jong advokaat kwam hij er in 1893 aan om er een zaak te pleiten, en van den eersten dag af moest hij ondervinden hoe men er de Aziaten verschopte en vertrapte. Jaarlijks huurde men in Azië duizenden werklieden om in de Zuidafrikaansche mijnen te werken, - maar een geweldig verzet tegen de inwijking van vrije Aziaten werd steeds klaarder uitgesproken. Klachten werden geuit, dat de Indiërs Zuid-Afrika overstroomden en toch waren er bij elke volkstelling minder. Bij het uitbreken van den Boerenoorlog verklaarde de Engelsche regeering, dat de Boeren voor de Indiërs vernederende wetten wilden uitvaardigen, - en het Engelsch bestuur, later de Zuidafrikaansche regeering, bracht slechts een verbitterd uitstooten van den Indiër mee. Gandhi had dadelijk zijn werk herkend. Hij bleef in Zuid-Afrika en organiseerde de machtige beweging die tot doel had, zijn landgenooten dezelfde rechten als om 't even welken Europeaan te verzekeren. Gandhi steunt zich niet alleen in theorie op de liefde als aloverwinnende macht. Ahimsa (non-Violenz) regeert zijn gedrag en dit van zijn volgelingen; Non-Kooperation zet in tegenover een onwaardige regeering; duizenden Indiërs overtreden opzettelijk de wet op de inwijking en laten zich blijmoedig in de gevangenis opsluiten; het tijdschrift ‘Indian Opinion’ wordt uitgegeven; de rijke advokaat Gandhi legt zijn ambt neer en woont, arm, onder zijn armste landgenooten. Herhaalde woordbreuk vanwege de regeering vermocht het niet, het vertrouwen in die regeering te vernietigen, en kon het niet beletten haar in moeilijke tijden telkens weer te helpen: want Gandhi wou het kwade met het goede vergelden, - en hij was tevens een trouw onderdaan van de Britsche regeering. Toen Gandhi in 1914
Zuid-Afrika verliet, was de beweging, die in Europa niet zoo erg was opgemerkt geworden, gewonnen. Ze had 20 jaar geduurd. Gandhi in Südafrika bevat een biografie van den grooten leider door den prediker J.J. Doke (Johannesburg) in 1908 geschreven, - eenige opstellen uit het jubelnummer (1914) ‘Golden Number of Indian Opinion’, - en een reeks voordrachten ‘Reden zur Lage der Indier in Südafrika’ door G.K. Gokhale van 1908-12 gehouden.
De oorlog kwam, en de Britsche regeering beloofde de
| |
| |
Aziaten veel, wanneer ze maar op hun bereidwilligheid rekenen kon. De strijd ging om het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, en Indië leverde een ruime hulp. Toen het echter na den oorlog op afrekening aankwam, werd het een geweldige ontgoocheling. De revolutie werd in 1919 georganiseerd en Gandhi stelde er zich aan het hoofd van. Het was echter een revolutie van heel bijzonderen aard: Satyagraha, liefde en waarheid, - Ahimsa, het afkeuren van alle geweld, zelfs in gedachte (wat geen passibiliteit beteekent), - het opheffen van het pariawezen en de toenadering der kasten, - de hindu-mohammedaansche vereeniging (twee godsdiensten, die elkaar eeuwen lang bloedig hebben bekampt), - het weer-invoeren van Charkha, het spinnewiel, en het dragen van Khaddar, de specifiek-Indische stof (wat de millioenen Indiërs moet redden uit den hongersnood door de Engelsche industrie meegebracht), - eindelijk en vooral de liefde tegenover den overweldiger: dit zijn de faktoren die de innerlijke vernieuwing van Indië moeten tengevolge hebben, - die Gandhi wist te verwezenlijken, - en die hun uiting vonden in de Non-Kooperation die leiden moet tot Svaraj (Home Rule). Gandhi ging de overige leiders en de massa vooraan in het aannemen en het beoefenen van dat alles. Zijn grootheid vernietigt alle onwil. Graag neemt hij de zonden van het volk op zich en boet in dagen van vasten en concentratie. Driemaal was heel Indië gereed, en wachtte om tot de weigering van de burgerplichten over te gaan; driemaal legde Gandhi de beweging stil omdat ergens botsing was ontstaan tusschen regeering en Indiërs, en hij niet de minste geweldpleging wou dulden. Intusschen werd Gandhi in 1922 voor de zooveelste maal veroordeeld, ditmaal tot zes jaar gevangenisstraf. Het is die tijd, van 1922-24 (zijn vrijlating),
die in Gandhis Leidenszeit wordt behandeld: Vor der Verhaftung. - Die Verhaftung und Untersuchung. In der Untersuchungshaft. - Der grosse Prozess. - Stimmen zum grossen Prozess. - Young India während der Gefangenschaft seines Herausgebers. - Gandhis Briefe aus der Gefängniszeit. - Gandhis Gefängniserinnerungen. - Gandhis Krankheit, Operation und Freilassung, - plus een bijvoegsel bestaande uit opstellen van Gandhi. - De groote leider leefde gedurende twee jaar zonder het minste kontakt met de buitenwereld, tot plots een scherpe crisis van blinddarmontsteking intrad en onmiddellijke heelkundige bewerking volgde. Het was een tijd van ongekende spanning; en de Engelsche regeering achtte zich gelukkig, Gandhi na zijn genezing vrij te laten. Eurasische Berichte, een boek dat als later tijdschrift werd gedacht, brengt de laatste berichten (Gandhi und die Hindumohammedanische Spannung. - Das grosse Fasten. - Gandhi und
| |
| |
der Bolschewismus). Gedurende Gandhi's afwezigheid was de partij der Svarajisten georganiseerd geworden, partij die in het Parlement de regeering wou tegenwerken. De zoo glorieus tot stand gebrachte vrede tusschen Mohammedanen en Hindu's was door bloedige gevechten verbroken en bleek onmogelijk te herstellen. Het was betrekkelijk korten tijd na zijn genezing, dat Gandhi besloot zich door een vasten van 21 dagen (t.t.z. door gebruik van enkel water) geestelijk te versterken en te boeten voor de zonden van zijn volk. Dit gebaar was zoo aangrijpend, dat de leiders van alle sekten bijeenkwamen en plechtig besloten, moeilijkheden in liefde bij te leggen. Sinds richt Gandhi, in de overtuiging dat zijn volk nog niet rijp genoeg is voor zijn principes, meer nog zijn krachten op de psychische vernieuwing, terwijl hij eenigszins terugtreedt op politiek gebied.
In zijn brochuurtje Das Indische Apostolat (Rotapfel, M. 2,40 geb.) tracht Hans Prager de beteekenis van het Indische wereldgebeuren vast te leggen (Politik und Religion. - Macht der Wahrheit. - Gandhis Gefahr. Gandhismus. - Gandhi und Tagore. - Russland. - Der Weg nach Osten). De apostolieke gedachte van Rusland, zegt Prager, is in Indië werkelijkheid, apostolaat geworden. Die gedachte is de wezenlijke, blijvende vereeniging van godsdienst en politiek.
Rusland was trouwens, in den persoon van Tolstoi, van grooten invloed op de Indische intellektueelen in 't algemeen en op Gandhi in 't bijzonder. Tusschen Jasnaja Poljana en Azië greep steeds een drukke uitwisseling van gedachten plaats. Heel wat daarvan bleef bewaard in de vele brieven die kwamen en gingen, en de rol van Tolstoi in het bewustworden van de Aziaten laten herkennen. In een twintigjarige studie van dezes biografie vond Paul Birukoff stof genoeg om een gekommenteerde briefwisseling Tolstoi und der Orient uit te geven (Rotapfel-Verlag), die werkelijk niet van belang is ontbloot. In het eerste deel vinden we: Tolstoi und die Indo-Brahmanen. - T. und die Mohammedaner Indiens. - T. und die persischen, ägyptischen und türkischen Mohammedaner. - T. und die russischen Mohammedaner. - T. und die Chinesen. - T. und die Japaner. - Een tweede deel bevat: Ueber das Studium alter Religionen, von L. Tolstoi, - plus vertalingen uit Krishna, Buddha, Mohammed, Konfuzius, Lao Tse.
De Indische beweging kan bezwaarlijk begrepen worden zonder de kennis van de Indische godsdiensten. Deze beheerschen zoodanig eerstgenoemde, het leven is zoo doordrongen van het godsdienstig principe, dat de Berlijnsche Indoloog Prof. Helmuth von Glasenapp gerust kan zeggen: ‘In Indien ist alles
| |
| |
Religion.’ Onder het vele dat die geleerde reeds leverde, stippen we, naast zijn werk ‘Der Jainismus’ (sekte waartoe Gandhi's ouders behoorden) het meer algemeene Der Hinduismus aan. (Kurt Wolff, München, M. 12) Al bestaan er bibliotheken over Indië, waar men alles vinden kan omtrent vroegeren godsdienst en beschaving, het boek van H. von Glasenapp is het eerste standaardwerk dat in Duitsche taal over het huidige Indië werd geschreven. Juist het feit, dat men zich meestal steunt op de oude geloofsvormen, heeft zoo dikwijls verkeerde beoordeeling van dit land tot gevolg. Der Hinduismus wil niet het laatste woord zeggen over godsdienstig en maatschappelijk leven van de Indiërs, maar een volledig beeld wil het geven, dat de belangstelling van den lezer wekt, en dat toch op wetenschappelijken grondslag berust. We vinden er: I. Die Grundlagen. II. Die Gegenstände des religiösen Denkens (Das Unbelebte, Die lebenden Wesen der Erde, Die Geister, Die Götter, Die Ueberwindung des Polytheismus.) III Die religiöse Literatur (Die heilige Offenbarung, Die heilige Ueberlieferung, Die übrige Literatur.) IV Die Welt- und Lebensanschauung (Die naturphilosophischen Anschauungen, Die ethischen Anschauungen, Die philosophischen Systeme.) V Das soziale Leben und der Kultus. VI Das Sektenwesen. VII Der Einfluss des Abendlandes. - Literatur (zeer overvloedig), Bilder, Index, Zeittafel.
Wat het Boeddhisme betreft, wijzen wij op twee mannen: Hermann Oldenberg en Georg Grimm. Oldenberg leverde vroeger reeds: ‘Buddha, Sein Leben, seine Lehre, seine Gemeinde.’ Grimm's ‘Lehre des Buddha, die Religion der Vernunft’ kende een ongemeen succes. De studie van de Boeddhaleer heeft men lang verwaarloosd; dit kwam daardoor, dat deze voornamelijk werd beleden in de Indische randstaten, terwijl de wetenschappelijke opzoekingen eenigszins het centrum van het land kozen. De alomvattende Goethe kende waarschijnlijk Boeddha niet; Herder, Friedrich Schlegel, Hegel spraken maar heel terloops over hem. Als vorschers die de studie van Boeddha werkelijk inleidden, noemt Oldenberg Brian Houghton Hogdson en George Turnour. Hijzelf heeft heel wat geleverd. Kort vóór zijn dood (18 Maart 1920) voltooide hij het werk dat al zijn zoeken bekroont: Reden des Buddha, Lehre, Verse, Erzählungen en dat in 1922 werd uitgegeven (Kurt Wolff, M. 8.): de kern van de leer in prachtige vertaling tot een klaarsprekend overzicht geordend. De Boeddhistische heilige teksten werden niet dadelijk neergeschreven, maar, evenals de Veda's, van mond tot mond overgeleverd. Het opteekenen van verschillende hoofdteksten van het Palikanon wordt op 80-100 jaar na Boeddha's
| |
| |
dood gesteld (± 480 v. Chr.), al zijn er ook jongere en oudere voorhanden. De taal was waarschijnlijk die van Noord-Oostelijk Indië, het Magadhi-dialekt, door Boeddha zelf gesproken; ze werden echter in andere dialekten vertaald, ook in het Pali, werden in die taal naar Ceylon overgebracht en bleven er bewaard. De wijze van uitdrukking is natuurlijk aangepast aan den geest van de monniken die leefden in de beoefening van de leer: een traag-handelende, bezonken wijsheid die den Westerling langdradig schijnen kan, maar die ongekende psychische waarden bewust maakt. We staan op dit oogenblik ver af van de meening van den Engelschman die voor vijf goede Europeesche boeken de heele Oud-indische wijsheid wou prijsgeven! Hier dan de indeeling van Oldenberg's boek: I. Teil. Von Leben und von der Person des Buddha. - II. Teil. Die Lehre. Weltleiden und Erlösung. - III. Teil. Gemeindeleben und Gemeindeordnung. - IV. Teil. Fabeln und andere Erzählungen. - Anhang: Ein jüngerer Text über Buddhas tägliches Leben.
Eindelijk hebben we Georg Grimm's Die Wissenschaft des Buddhismus (W. Drugulin, Leipzig, M. 8-10). Het bestudeeren van de stof heeft van Grimm een geestdriftig aanhanger van de leer gemaakt.
Daarover iets meer in een volgend nummer.
DOLF ROELS.
|
|