zooals gij ze kent en liefhebt, en in dit midden zijn personen, - hun beeld, hun gedachten, hun onbewuste en bewuste passies en boven en rond en in dit alles, het louterend geloof in Jezus-Christus. Ik was in den ban van dit boek vóór ik het gelezen had, sedert de schrijver mij er over verteld had, eenvoudig en innig, over de aanleiding er toe, over de boetprocessie van Veurne en het afgrijselijk lichamelijk lijden van de boetelingen die er hun kruis dragen. En van toen wist ik, dat zijn verhaal geschreven was met de heilige liefde uit zijn oprecht geloof wellend en met het groote talent waarover hij beschikt. Men heeft Un Pénitent de Furnes reeds een meesterwerk genoemd... Misschien wel...
Zoowat twintig jaar geleden maakte Léopold Courouble's Famille Kaekebroeck serie letterlijk sensatie. Ik vermoed, dat dit bij de jongere generatie met den nieuwen druk, door de Renaissance du Livre bezorgd, niet meer het geval zal zijn. We hebben sedert immers de Beulemansen gehad... De verhalen zijn me wel wat tegengevallen, - zooveel platheid met zoo weinig aangeboren fijnheid is niet natuurlijk. Het ontbreekt Courouble niet aan humor en ook niet aan talent, - maar om dergelijk werk te doen slagen en er goede literatuur van te maken is er een kleurige borstel en een fijn ontleedmes noodig. La Famille Kaekebroeck, Pauline Platbrood en Les Noces d'Or zijn drie plezierige boeken, maar zoowel E. Demolder als G. Eekhoud hebben er de letterkundige waarde van overschat. In dit genre zedenschetsen heeft Georges Garnir het oneindig verder gebracht, om niet te spreken van Edm. Glesener's meesterlijke figuur: Monsieur Honoré, die later Le Citoyen Colette wordt.
De Renaissance du Livre, die de Fransch-Belgische schrijvers uitstekende diensten bewijst door haar welverzorgde, talrijke en welgekozen uitgaven, bezorgde in enkele maanden tijds een dozijn boeken, waarvan ik de voornaamste terloops bespreken zal.
Van Georges Eekhoud een herdruk van Voyous de velours, een verhaal uit de Brusselsche onderwereld, dat een twintigtal jaren geleden veel opgang maakte. Gourmont vergeleek toen Eekhoud aan Balzac en stelde sommige verhalen van den Vlaming boven het beste van den schrijver van de Comédie humaine. Voyous de velours is ongewijfeld flink werk, maar... Gourmont overdreef wel eens.
Sympathieker was mij steeds het werk van Hubert Krains, dat wellicht van minder aangeboren talent getuigt, maar ook van meer gevoel, meer poëzie en fijner nuances. Les Amours rustiques is ook weer degelijk werk, somber en pijnlijk als altijd,