De Vlaamsche Gids. Jaargang 14
(1925-1926)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 264]
| |
II.O nog eens twintig jaar te zijn
En de wereld, de wereld aan mij!
Vrij te gaan en te dwalen,
Te zien, ondervinden, genieten
Van al het schoon der groote, schoone wereld!
Ik heb een dorst naar wonderen,
Een honger om geheel, oprecht mezelf te zijn...
| |
III.O immer dit verlangen naar anders en meer,
Als een kind dat, de handjes vol speelgoed en lekkers,
Nog gulzig-oogend rondspeurt
In den bazaar van 't leven
Vol blinkend tuig....
| |
IV.O stil-gedragen, oud verdriet,
O wensch, o werklijkheid!
Niets is verloren, ook het bitterst niet...
De tijd wreeft om ons wonden
De zachte zwachtels der vergetelheid....
| |
[pagina 265]
| |
V.Slechts voor ons wild begeeren, vragen, zoeken,
Voor angst en twijfel is er rust in droom;
De zelf-geschapen, eenige zekerheid,
Die brengt begrip en liefde en legt
Zoo'n zachten, rustig-klaren glimlach over alle dingen,
Die stilte is en muziek:
Een zingende fontein op een wijd, groen grasveld.
Als wij ons oogen wasschen in haar water,
Zien wij den diepren zin van al wat is,
De wereld-harmonie ruischt in ons als een zee.
Wij zijn niet langer eenzaam, in dor gepeins
Gebogen over 't raadsel van ons zijn,
We weten en zijn stil.
Wij verstaan de ootmoedige taal der dieren,
't Schuchter gefluister van bloem en kruid,
De groote stemmen van zee en woud,
Den blik van het kind en de daad van den moordenaar.
Leven was geen begin, dood is geen eind,
Vreugd is nog zoet en smart niet smartlijk meer.
...............
Dit is de wondre levensopenbaring,
Dit is geluk en rijkdom, hoogste zaligheid
Der vrij-gestreden ziel, die veilig in haar droom
De lang-verloren waarheid wedervond:
Dat de aarde schoon is en het leven goed.
30/9/25. FRANS DE WILDE. |
|