Ook Wagner's oudere werken mochten niet meer hernomen worden.
Wagner was intusschen naar Zwitserland uitgeweken. In 1850 kwam hij naar Parijs en richtte van hieruit tot Liszt het verzoek, om in Weimar Lohengrin te laten opvoeren.
Wagner was reeds terug in Zurich toen Liszt's bevestigend antwoord kwam. En nu ontstond tusschen beiden de zoo bekend geworden interessante briefwisseling aangaande de Lohengrin- creatie.
De eerste opvoering te Weimar had plaats den 28 Augustus 1850. Het werk werd in het algemeen goed ontvangen. Alleen werd er geklaagd over den langen duur van de opvoering. Deze had namelijk weinig minder dan vijf uur in beslag genomen, hoewel ze volgens Wagner's berekening niet langer dan drie en half à vier uur mocht duren. Als meest waarschijnlijke oorzaak kon gelden, dat de zangers hun recitatieven hadden voorgedragen met de verregaande vrijheid van maat, welke voor de traditioneele opera's inderdaad gebruikelijk was.
De Meester zelf woonde deze vertooning niet bij. Hij heeft zijn werk pas gehoord in 1861 te Weenen (waar het echter reeds sedert 1858 vertoond was) en het enthousiasme van het Weensche publiek was eene kleine compensatie voor hetgeen enkele weken later zou gebeuren te Parijs, met zijn Tannhäuser.
Lohengrin staat nog halverwege in het traditioneele. De in 1881. Te Parijs kwam het werk maar in 1891 voor het voetlicht.
Lohengrin staat nog alverwege in het traditioneele. De Bruidsmarsch, de koren, het slot van het eerste en het tweede bedrijf herinneren aan Meyerbeer en Halévy; het leitmotiefprocédé wordt nog heel omzichtig aangewend en de behandeling van het orkest is nog volstrekt niet die van latere werken.
Maar nieuw is de psychologische uitdieping der karakters. Een innerlijk zieleconflikt, gedetermineerd door Lohengrin's wonderbaar verschijnen en heengaan; een ‘inwendige’ vijand: de twijfel, dooder van alle liefde. We staan hier ver af van de gewone uiterlijke praal der Meyerbeersche opera!
Eene omstandige toelichting dezer historische feiten, alsmede eene ontleding der partituur, wordt eens te meer en in zeer aantrekkelijken vorm geboden door Lohengrin de R. Wagner, par A. Himonet (Ed. P. Melottée.)