wonderfeit kan niet meer zijn dan de eerste stoot tot bezonnen, esoterisch wondergeloof.
Wie is priester? De mensch, die met den ‘Heiligen Geest’ is vervuld. Hij beleeft de verhouding van God en Wereld.
Het religieuze leven, in zijn geheel, ook de ritus, is een sublimeering van erotiek, zegt Dr Schoenmaekers.
Hoe minder de mensch zich laat suggereeren door dogmatische formules, en hoe rijper de ‘contemplatie’ in hem wordt, des te meer zal zijn ‘kerk’ zich tot ‘tempel’ transformeeren. Dan zal hij ook inzien, dat de ritueele ‘magie’ een onmiddellijke uitwerking is van ‘magische’, zinnelijke aanschouwing.
Het doopsel beschouwt den schrijver als den overgang van Boedhisme tot Ghristusgelool. Van het Boedhisme met zijn natuurritus, tot den Ghristusritus, die de transversale oriëntatie van den natuurritus centreert in den Logos. Van die centreering is het doopsel het begin. De esotericus ziet het doopsel van zuigelingen als het misbruik van een Kerk, die zoo spoedig mogelijk den mensch wil inlijven. De doopeling moet zelf den zin beleven van de verzakingswoorden, die peter en meter uitspreken in zijn naam. De doopeling is een mindere, die door een meerdere, een hoogeren Broeder, tot kind van God en Stof in de kracht van den Logos magisch wordt ingewijd.
Daadwerkelijk opgeven van de individualiteit, opdat de persoonlijkheid haar doorstrale, dit is de esoteriek van het vormsel.
In het doopsel verzaakt de mensch, negatief en eerst in beginsel, zijn longitudinale individualiteit. In het vormsel verwerkelijkt hij positief, in geest en ziel en zinnen, zijn transversale persoonlijkheid.
Als het vormsel eens esoterisch wordt toegediend, zal de ritus zoo sober mogelijk moeten zijn, om de uiterste spanning te verwerkelijken van ritueele magie. De priestermensch zal het vormsel toedienen. Het vormsel is levend boetseeren in levende materie. Ontgrenzing om steeds nieuwe ontgrenzing in te leiden. Ontgrenzing om eindelijk tot de volledige ontgrenzing te komen, die magisch wordt gesymbolizeerd in de Eucharistie.
Boven alle begrensde vormen is de Wonderzon, die, onbegrensd, haar planeet en bovenplaneet of Hemel doorstraalt. In haar, zelf vormvrij, is alle vormende en vormvernieuwende, dus ook alle ontvormende kracht gecentreerd. Als de esotericus eenmaal de Wonderzon ontdekt heeft, en redebegrip-en-zinnevoorstelling beeldend-logisch uitwerkt, komt hij weifelloos zeker tot het Eucharistisch wonder, ook buiten alle Kerkleer en bijbelinterpretatie om. In de Eucharistie versterkt de priestermensch den communicant, de tragiek te aanvaarden van steeds