macht het voor hem op. Niet ten bate van het sterfelijk lichaam, maar van den geestelijken arbeid die het te volbrengen heeft. Ook hiervan geeft het leven van den kunstenaar dien wij hier bespreken een kostbaar getuigenis! Rik Wouters bezat niet alleen die kracht, die alle lichamelijk lijden kan overwinnen, (dat is eene eigenschap die ook door een grootmoedigen wil kan worden verkregen), maar ook die koortsige helderziendheid, die heilige drift, die aan een armzalig lichaam, wanneer alles begeeft, het vermogen schenkt om een arbeid te volbrengen die voor het oog der wereld doelloos schijnt. Dit is iets anders dan heldhaftigheid. Want de kunstenaar is niet bij machte zich daaraan te onttrekken. Het is de algeheele overgave aan den drang der mysterieuze godheid, die zich uiten wil in hem.
Een werk dat in zulke omstandigheden tot stand komt is altijd belangrijk. Natuurlijk heeft men het niet dadelijk begrepen. Veel hadden wij nochtans van dezen kunstenaar te leeren. Gij, letterkundigen en estheten, die, zooals voor eenige jaren de mode wou, zoo erg enthousiast waart voor alles wat met folklore in verband stond, hebt gij wel ooit de schoonheid begrepen van een ‘mannekensblad’? Die wordt u door Rik Wouters geopenbaard in het schilderij waar een kind zich over een dezer prenten buigt. En gij, dichters der natuur, in wier verzen de nachtegaal nooit tot zwijgen komt, hebt gij ooit de pracht gezien en gevoeld van die bruin-fluweelen paddestoelen? Een schilder zal u, dichters, leeren wat de schoon[he]id dezer aarde is...
* * *
Wat ik hier in eenige regelen samenvat wordt door A.J.J. Delen breedvoerig en voortreffelijk aangetoond in de biografie van Rik Wouters en in de toelichting zijner werken. Alle gebeurtenissen, zooals de criticus deze verhaalt, en zelfs de schijnbaar minst belangrijke, krijgen een eigenaardige waarde in het bestaan van dezen uitverkorene. Van de plaats waar hij werd geboren, die ingetogen en voor wie eenmaal in haai' wezen is doorgedrongen, zoo intieme stad Mechelen, tot die meesters die beurtelings zijn enthousiasme opwekken: Ensor en Cézanne, en zelfs tot dit kortstondig verblijf op de zonnige kamers eener hoogere verdieping te Amsterdam die uitzicht geeft op de Kostverlorenvaart, hoe worden al deze banale omstandigheden, belicht door de helderziende piëteit van zijn biograaf, gebeurtenissen van ongemeene beteekenis voor het werk dat de kunstenaar moest volbrengen! Hoe logisch was de gang van dit bestaan, hoe zuiver de evolutie dezer kunst!
En toen Wouters zijn hoogtepunt had bereikt, toen hij met eenige lijnen en wat verf eene vrucht of eene bloem zoo kon weergeven, dat men den indruk kreeg of hare pracht zich