De Vlaamsche Gids. Jaargang 10(1914-1920)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Naar drie Schilderijen van Emiel Claus. Lentemorgen. Over 't wieglend Leiëwater Hangt, in trillend zacht geklater, Vol geheim natuurgetoover, Zich te spieglen boomenloover. Luchtge wolkenvlokjes droomen Aan de verre hemelzoomen, En in blijde, gulden wonne Daagt de speelsche Lentezonne! In de frissche weiden, geuren Gras en bloemen rijk aan kleuren. Duizend diamanten kralen Flikkren in de morgenstralen. Wijl de bonte koetjes grazen, Vogeltjes op vlinders azen, Bietjes vrije vlucht genieten, Vischjes uit de diepten schieten, Stijgt een zoet geluid naar boven: Gansch de schepping is een loven Van het heerlik, vrije leven, Waarnaar alle krachten streven! Prachtig landschap, o uw luister Houdt de schuchtre ziel in kluister, Door uw roerend licht gevangen! Eeuwge jeugd vol jong verlangen! [pagina 52] [p. 52] Zomerpracht. De garven staan te branden, Te gloeien op het veld, Dat fonkelt en dat splijtert Van 't zonnevuurgeweld. De korenaren knettren; Het stroo, dat knapt en kraakt, Spat vonken om zich henen En schittert, glanst en blaakt. Wit is de lucht, doorschijnend, Alsof er geene waâr. Geen zefier, die hier ademt, Geen minste koeltje maar. Verblindend licht straalt open Aan elken horizon, Als ware heel de hemel Een enkel, groote zon! Een gloed van goudgesprankel Daalt van het zenith neer En strooit op de aarde weelde, De Zomer-Vrouw ter eer! [pagina 53] [p. 53] Herfstavond. Boomen en Leië, Velden en weië Baden zich in d'avondgloor. Trillende stilte, Frisschende kilte, Dringen 't heele landschap door. Vol van genoegen, Moe van het zwoegen Trekken de oudjes naar hun steê, Eenzaam en zwijgend, Grondewaarts neigend, Leiden zij hun schaapjes meê. Loomige boomen Hangen vol droomen Met hun gele herfsteblaân; Wis, ze beklagen Zomersche dagen, Die zoo ras zijn heengegaan. Zie aan de kimmen Schemerlicht glimmen. Aarde en hemel vloeit in een. Hoog aan de transen Sterrekens dansen, Lachen pinkend naar beneên. Klokkengeruchte Hangt in de luchte, Talmend over 't Leiëdal, Drijft uit het harte Kommer en smarte. Vrede en zegen overal! Prosper Leflot. Vorige Volgende