De Vlaamsche Gids. Jaargang 9(1913)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 508] [p. 508] [Verzen] Ven in het Bosch. 't Water, door geen wind omtogen, droomt in 't koele dennewoud, roereloos als kinderoogen, waar een schuwe traan in rouwt. Boomen neigen hunnen luister in het diepe spiegelvlak, waar elk lijze bladgefluister meerilt in het doffe dak. Al de helle dagekleuren vallen in het bronzen bad, op de dicht gesloten deuren van de wondre schemerstad. En de klare middagvuren weemlen in een tooverbal met de donkre nachte-uren, bonte reien zonder tal. 't Water, door geen wind bewogen, droomt in 't stille dennewoud, roereloos als kinderoogen, waar een volle traan in rouwt. [pagina 509] [p. 509] Nachten. Kalleme nacht en slapende rozen; boomen wier blâeren eventjes blozen; schaduw van loover op alle paden; schimmen die door het manemeer waden. Bevende stralen streelen de snaren, roeren der stilte gouden guitaren; vallende sterren willoos verzinken; drenkende droppels benglen te blinken. Nu wil ik neigen 't daglange hijgen onder de koele beurende twijgen. Alle geruchten zwijgend vervluchten in de gedegen droomwaze luchten. A.W. Grauls. Vorige Volgende