De Vlaamsche Gids. Jaargang 8
(1912)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 254]
| |
Manenacht.De witte wolkjes wiegen in den manenacht,
Als donzen droomgedachtjes op de lichtblauw lucht,
Waar zilverwit, in wellust van haar blank genucht,
De matte maan verschuift als een, die waakt en wacht.
Door bleekbeschenen boomen beeft een avondzucht
En loom-gelaten hangt het loover of een vracht
Van dagedrukte er op lag, zwaar, wijl zaligzacht
Een godsmuziek verruischt in 't bruislend bladgerucht.
De lucht is lui alsof ze moegeblakerd lag,
Door 't gloeiend laaien van den zomerzonnedag
En sluimren wil bij 't maangeglans en loofgetril....
Zoo wiegrhythmeerend welt die wondre zang
Van maan en loover of 't een moeder deed, die bang
Haar vaakrig kind dondeint, dat maar niet slapen wil.
| |
[pagina 255]
| |
De zwanen zwenken...De zwanen zwenken op het rimpellooze water,
Dat, groenbekroosd en zilverblauw van manelicht,
In diepen deemoed mysterieus te droomen ligt,
Bij rietgeritsel en teer-klutsend golfgeklater.
De waterlelie drijft er met heur oogen dicht -
Een vlek van blank op zwart - zacht zomerzoeven gaat er
Door 't loome loof... De bleekomblonde treurwilg staat er
Met neergezegen groen, dat zacht voor 't zoeven zwicht.
En ik, die rustloos leef, door woelend wee bewogen,
En moegemarteld door den droef-verdoemden druk
Van langgeleden, niet vergeten weedomsdroomen,
'k Heb vaak gesmeekt, gesmacht, met traanverduisterde oogen
Naar 't stil gelaten-zijn en 't passieloos geluk,
Dat 'k droef benijd aan maan en zwaan en bloem en boomen.
K. Casteels.
|
|