De Vlaamsche Gids. Jaargang 8



[pagina 134]
De sneeuw is wit. De sneeuw is wit - op eindloos wijde heide, De winterstille - in weiflend warrelwaren Zijgt zij dofstil, als blanke bloemeblaren, Uit sombre wolken vaal en grijsgespreide... En lijk een zee, met witte bonten baren Van blanke sneeuw wegdeinend heinde en wijde, Ligt dombedekt de vlakte, eens zonneblijde In purperbloei, nu wattig-wit als waren En zomergoud en groen en lilabloeien In doodsverf opgelost, kil-wit, beschenen Door bleekgeel licht in zieklijk wintergloeien... En vormvervagend komen nederloomen De vlokken zacht lijk weedomsdroomen, Als bleef de hemel, eeuwig, eeuwig weenen. K. Casteels.