De Vlaamsche Gids. Jaargang 8(1912)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Drijfijs. Zacht schuiven ijsschotsen tegenéén, ijsklompen van amber en peerlemoer, 't wit besneewde drijfijs der Durme,... der Durme, die voortspoedt langs oevers van ijs; ijsschansen beplant met gouden riet en sombere tronken, ros en groen... Zacht ritselen de ijsschalen tegenéén, meêvarend op 't wentelend water des vloeds... Dieper schijnt 't water naast 't blanke ijs dan de eindeloos diepe vrieslucht des avonds; die goud-roos ontvlamt, die purper en grijs ineensmelt met bevende einders, vol rijm en vol smoor, vol geheimen;... waaruit een torentje punt; waartussen een venster het licht aansteekt;... waarin een verre stoomtram gilt;... waarop een blauwige rookpluim zweeft;... waardoor de babbelende ganzen verdwijnen;... waarboven de tovermaan uit komt staren, een tovermaan boven een aarde van ijs, een aarde, zo koud als de velden der maan, die nimmer van bloemen nog geuren, o zelfs niet van bloemen uit sneew en ijs, de broze bloemen van wasem en winter! [pagina 133] [p. 133] ...O nutteloos te blikkeren in 't stralen der zon, mummie aan de haard van het Leven!... ... Zacht vaart steeds het drijfijs op de vloed, geheimzinniger nu in 't duistere licht, 't groen-blauwe, het reine, het koude... Edmond Verstraeten. Vorige Volgende