De Vlaamsche Gids. Jaargang 6
(1910)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
I.Lied, gij gouden wondervogel,
Reeds in 't Edenparadijs
Ruischte uw zijdezachte vlogel,
Perelde uwe tooverwijs.
Nu nog schept uw kwinkeleeren
Schemerzwart in zonlicht om:
Schoonheid doet gij hooger eeren,
Al wat valsch klinkt, slaat gij stom.
| |
2.Lied, gij vlammenvonk van Boven,
Die in 't hart der menschen viel,
Zeeën kunnen 't vuur niet dooven,
Dat ge ontsteekt in onze ziel.
Gij ontheft aan slijk en duister
Zelfs den armste, die hier wroet.
Lied, gij zijt der zielen luister,
Lied, gij zijt der harten gloed.
| |
[pagina 158]
| |
3.Lied, gij, mét den mensch geboren,
Zielsfontein, door niets gestuit,
Uit het hart spruit gij te voren
Lijk de straal der bronne spruit.
Uit het harte naar het harte
Spruit en sproeit ge in lichte klaart...
Gij brengt 's hemels blauwe verte
Naar en nader bij onze aard.
| |
4.Telt gij ook maar weinig woorden,
Simpel, slecht en recht van zin,
Enkle tonen en akkoorden:
Heel de Menschheid leeft er in.
Heel de Menschheid, heel de Wereld
Van in d'aanvang van den Tijd,
Heel de Menschheid, heel de Wereld
En geheel de Oneindigheid.
| |
5.Lied, gij zijt de taal der talen,
Zijt de stem der dingen zelf,
Van der aarde verste palen
Stijgend tot het stergewelf.
Aller wouden reuzelruischen,
Diergeroep en menschenzang,
Aller zeeën barenbruisen,
Lied, zij klinken in uw klank.
| |
6.Lied, gij zijt een jukverbreker:
Steden, staten stichttet gij.
Lied, gij zijt een heldenkweeker:
| |
[pagina 159]
| |
Volk na volk toch wektet gij.
Wektet ze op uit schande en snoodheid,
Wektet ze op, om pal te staan,
Wektet ze op tot macht en grootheid
En tot vrije, vrome daân.
| |
7.'t Volk heeft dorst naar idealen,
't Volk wil licht in hart en hoofd.
Lied, gij zult dat licht doen stralen,
En nooit wordt het wéér gedoofd.
't Volk wil denken, 't volk wil zingen...
Zingen wil 't met zulk een klem,
Dat het tot God zelf zal dringen.
Lied, geef gij het volk een stem!
| |
8.Volk van Dietschland, slaap niet langer!
Zon is 't, dag. - Staat op! Ontwaakt!
Horkt naar 't lied van uwen zanger,
Vlamen, en uw banden slaakt!
Reiner, eigner wilt gij leven,
Vlaamsch zijn, Vlaamsch gelijk voorheen.
Dát te stichten, dát te geven,
Volk, dat zal het lied alleen!
Pol de Mont.
|
|