De Vlaamsche Gids. Jaargang 5
(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 535]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onderaardsche gevangenissen en burgverliezen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 536]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
genoemde binnenplaats liggende. Rechthoekig op deze, daalt men eerst 6 treden af, draait dan rechts om, weer een trap af: 10 treden omlaag is een deur links, die toegang geeft tot een ruimte met spitsbogig gewelf, lengte 5 m., breedte 2,90 m., hoogte 3,70 m. Daar rechtover is een deur rechts, waarlangs men in een tweede ruimte komt gedekt met een tongewelf, lengte 5,30 m., breedte 3,40 m., hoogte 3,75 m. In een hoek van elke gevangenis is een gemetselde bak van 0,60 × 0,55 m. met een opening te midden: dit is het gemakGa naar voetnoot(1). Al het metselwerk is van Doorniksche, zeer onregelmatige schorren: de twee gevangenissen kunnen wel tot de XIIIe eeuw behooren. In den zuidelijken muur langs de zijde van de gang is in elke gevangenis een opening in vorm van schietgat; de opening in den kelder rechts meet 0,55 m. × 0,30 m. en is versperd met 4 dikke ijzeren staven; de andere opening meet 0,70 m. × 0,50 m. en heeft meer, doch dunner staven. Die openingen zijn thans toegemetseld: lucht kon zeker in de Putten komen, doch licht niet. Doordien men niet door een gat in het gewelf, maar door een deurGa naar voetnoot(2) in een der zijdemuren toegang had, was de mogelijkheid van een ontvluchting niet uitgeslotenGa naar voetnoot(3). Gewoonlijk noemde men die onderaardsche gevangenis den PutGa naar voetnoot(4), den Put van den Arme, den ArmenputGa naar voetnoot(5), den Donkeren PutGa naar voetnoot(6), la Prison des PauvresGa naar voetnoot(7), le Puits des PauvresGa naar voetnoot(8), maar men vindt ook den juisteren naam Kelder van de ArmenkamerGa naar voetnoot(9), ArmenkelderGa naar voetnoot(10), Kelder onder het StadhuisGa naar voetnoot(11), StadskelderGa naar voetnoot(12). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 537]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Putten of Kelders van de Armenkamer als voorloopige gevangenis.De vier ‘officiers van de Aerme Caemer’ - we zagen het reeds - werden betaald ‘ter causen van haerlieder... debvoiren int vanghen en recommanderen van diveersche bedelaers in den Donckeren Put’Ga naar voetnoot(1). Alle bedelaars werden, vooraleer door de schepenen veroordeeld of uit de stad gezet te worden, in één van de donkere kelders gestoken. Soms zaten daar verschillende personen te zamenGa naar voetnoot(2), ook kindersGa naar voetnoot(3), meisjesGa naar voetnoot(4), vrouwenGa naar voetnoot(5). Eén van de kelders diende naar allen schijn voor vrouwen, de andere voor mannen. Uit de ons bekende gevallen blijkt, dat de bedelaars één, twee, hoogstens drie dagen in den kelder zaten, vóór de Schepenen ze veroordeelden, bijna altijd tot uitdrijving. Niet alleen de Armenkamer, ook de Schepenen van de stad maakten van de Donkere Kelders gebruik als voorloopige gevangenis, vooral in de XVIIIe eeuwGa naar voetnoot(6). Soms daalden de Schepenen er in, om over te gaan tot het verhoor van een gevangeneGa naar voetnoot(7). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Putten of Kelders van de Armenkamer als strafplaats.Enkele malen werd de onderaardsche gevangenis van de Armenkamer gebruikt om er veroordeelden te straffen te water en te brood. Ziehier de ons bekende gevallen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 538]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Donkere Put van het Geestelijk Hof.Het bisdom van Gent was de opvolger van de abdij van Sint-Baafs, in 1540 op aanvraag van Keizer Karel door den paus afgeschaft om op het grondgebied van Sint-Baafsstede het Spanjaardskasteel te bouwen, bestemd om de oproerige Gentenaars in bedwang te houden. Wat van het grondgebied der kleine voorstad was overgebleven kwam bij de oprichting van het bisdom onder het bestuur van het Geestelijk Hof, dat zijn zetel had tusschen de huidige Gouvernementstraat en het Frans-Laurentplein. Voor het burgerlijk gerecht was aldaar een gevangenis gebouwd, die ook werd benuttigd door het Geestelijk Hof op het einde der XVIe eeuw en later, toen aldaar godsdienstzaken, echtscheidingen en dergelijke meer werden berecht. Daar was, evenals in alle andere gevangenissen, een Donkere Put. Deze wordt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 539]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zeker door Van Vaernewijck bedoeld, als hij in 1566 spreekt van ‘den kaercker van Sente Baefs,’ die niet schoon is, maar ‘romatijck en doncker als een helleGa naar voetnoot(1).’ Vermeld wordt hij uitdrukkelijk in een stuk van 25 Februari 1630: ‘Pierre de Wevere aurait esté mis et bouté en ung obscur et puant cul de fosse (sous la prison de la Cour spirituelle de Gand)Ga naar voetnoot(2).’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Donkere Put van Sint-Pietersabdij.De abt van Sint-Pieters, leenheer van den graaf van Vlaanderen, had in zijn gebied, Sint-Pietersdorp nevens Gent, een schepenbank, die evenals te Gent en te Sint-Baafs, lage, middelbare en hoogere justicie had, en dus ook een onderaardsche gevangenis. Van Vaernewijck spreekt, op de hierboven aangeduide plaats, van den kerker te Sint-Pieters, en bedoelt daarmede zeker den Put, den Donkeren Put, die uitdrukkelijk wordt vermeld in de volgende stukken. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat bijna alle crimineele registers van Sint-Pieters verloren zijn.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 540]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De donkere gevangenissen van het Tuchthuis en van het Jongens-Weezengesticht.Het tuchthuis werd te Gent ingericht in 1702. Daar schijnt geen put geweest te zijn, maar een Penitentie-Camere, waar men opgesloten werd ‘etende ende drinckende alleenelijck water ende broodt,’ zooals blijkt uit artikels 5, 7, 8, 9, 10, 11, 16 van het ‘Reglement ende ordonnantie politicqueGa naar voetnoot(1).’ In een ander gedeelte van Geeraard-Duivelssteen, nevens het Tuchthuis, was het Jongens-Weezenhuis gevestigd. Uit een verslag van 1829 over den toestand van de aldaar opgevoede (?) kinderen, treffen we het volgende aan onder de beschrijving van de strafplaatsen: ‘Un autre cachot voûté et humide, connu sous le nom de Ysere muyte, destiné, à ce que l'on nous disait, à la punition de fautes graves, est établi dans l'intérieur de la brasserie: le pavé de dalles de Tournay est jonché d'un peu de paille qui couvre à peine la pierre. C'est un véritable cul de basse fosse, où le jour et l'air ne peuvent percer. Une petite fenêtre, qui éclairait un peu cet antre, a été murée. Les latrines du cachot exhalent des miasmes fétides. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 541]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Les élèves qu'on y enferme sont effrayés et assaillis pendant la nuit par les rats, qui s'y glissent à travers une étroite porte grillée qui communique avec la brasserieGa naar voetnoot(1).’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kerkers van het Recolettenklooster te Gent.Dat er in de gevangenissen voor geestelijken ook kerkers of donkere plaatsen waren hebben we hooger gezien; dat er ook putten waren is niet te betwijfelen: volgens de begrippen van de middeleeuwen maakten die deel uit van alle gevangenissen. Marcus van Vaernewijck spreekt van de kerkers van het Recollettenklooster, maar zijn beschrijving is ongelukkiglijk niet duidelijk genoeg om te begrijpen of het hier wel degelijk putten met verdiepingen geldt, zooals wij er elders zullen ontmoeten: ‘Maer dit wilde wederom waerachtig zijn, als dat haer kaerkers zeer eenlic ende stranghe waren, zeer dicke van mueren an dwater vander Leije, de mueren binnen beleijt met eecken plancken, ende daer wasser diversche deen boven dander, daer men met zeer nauwe ghancskins ende steijle leerkins toeghijnck ofte upclam; daer waren cleen tritsen oft coetskins in ghemaect, ende de beddekins waren met vloeken gevult ende met ander stoffe niet zoo ghoet, tschenen rechts hondecoten te zijne; maer wie en weet niet, dat men de kaerckers niet schoone en maect, alst blijct an den put int Sausselet, in de vanghenesse van Sente Pieters ende van Sente Baefs ende eldere ghenouch, die som romatijck ende doncker als een helle zijnGa naar voetnoot(2).’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Donkere Putten in de Nederlanden.We gaan nu in korte woorden één en ander mededeelen nopens Donkere Putten in de Nederlanden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 542]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In een stuk van 1310 is er spraak van den Diefput van het kasteel van Beveren: ‘Item que aveques ce il (de dienaars van Jan van Beveren) mistrent 1 des enfans à la dite dame (de hertogin van Lotharingen) et 1 sien chevalier et 2 de ses cousins en la Fosse as larrous (du château de Beveren), les fers ès piez, et les tindrent en la dite Fosse en l'estat dessus dit tout continuellement par l'espace de 8 jours et plusGa naar voetnoot(1).’ In 1436 werd de baljuw van Maldegem tot verschillende straffen veroordeeld, om Hannekin de Macy te hebben gelegd ‘in eenen diepen Put ende in den stoc ghesloten met beede de beenen,’ hem gepijnigd te hebben en dergelijke meerGa naar voetnoot(2). Men kent de Diefputten van het Steen te Antwerpen. Ze hebben veel gelijkenis met onze Putten van de Armenkamer. Génard vertelt er het volgende vanGa naar voetnoot(3): ‘Les caves (du Steen d'Anvers) sont divisées en plusieurs compartiments; l'un a porté le nom de chambre de la torture (tortuerkelder), trois autres s'appelaient puits aux voleurs (diefputten). On prétend qu'un tuyau de fer, qui traverse un des murs du premier de ces locaux, servait de cornet acoustique aux prisonniers qui désiraient se confesser, mais il est probable que le tuyau y fut placé pour espionner les personnes qui avaient été mises à la torture. A côté de la torture se trouve la cave aux exécutions par asphyxie (smachtkelder); bon nombre de condamnés y furent noyés dans des tonneaux remplis d'eau.’ Of dit laatste te bewijzen is, weten wij niet; maar wij kunnen verzekeren, dat zoo iets te Gent nooit heeft plaats gehad. Volgens de Rechten ende Costumen van AntwerpenGa naar voetnoot(4) schijnt men van de Putten van het Steen veel minder gebruik gemaakt te hebben dan te Gent van de verschillende Putten: ‘X. Item de Heer oft Officier en mach eenen Poorter oft Ingesetenen ghevangen wesende / inde dieff-putten oft op den steen beneden niet setten / doen / oft laten setten: maer moeten den sel- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 543]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven ghevanghen laten sitten / op de Poorters-camere... Ten waere dat de selve Poorter oft ingheseten om eenich enorm delict gevangen waere / oft op-loop / rumoer / fortse / of rebellie op den steen / oft binnen de ghevanckenisse aaenden Steen-weerder / buyten oft binnen sluyter / oft aen yemanden anders / van 't huys-ghesin of familie vanden Steen / oft aen ander ghevangene dede / oft andere merckelijcke ende onbehoorlicke insolentien bedreve / In welcken ghevalle d'Officier den ghevangen wel soude moghen beneden doen setten / Altijts nochtans by advyse van Borgemeester ende Schepenen die hen daer op eerst moeten informeren / ende dat alleen / naer dat de voorseyde Wethouderen daer toe consent ende believen ghedraghen hebben / maer niet eer / ende dat oock niet langer / dan den selven Wethouderen naer gelegentheyt der saecken/ goet dunckt.’ In het Jongens-Weezenhuis te Antwerpen, het Knechtjeshuis, ten jare 1558 gesticht, was ook een Put, waar de politie de jonge bedelaars, op straat ontmoet, voor 8 dagen te water en te brood stak, vooraleer ze uit de stad te zettenGa naar voetnoot(1). In middelnederlandsche romans en andere geschriften is er ook spraak van onderaardsche gevangenissen: ‘In den donckeren afgront des kerkers daer ie in liggeGa naar voetnoot(2).’ - ‘Si leidene onder den tor daernaer,
Ende wijsden hem een hol daer,
Daer die vrouwe in lach gevaenGa naar voetnoot(3).’
‘Si leeden mi.. in eenen pit, die was so diep,
Dat ick er node binnen stiepGa naar voetnoot(4).’
In 1903 werd, zoo schijnt, een Put gevonden bij de opgravingen in de bouwvallen van het oud kasteel van Logne in de provincie Luik: ‘Une oubliette profonde taillée dans le roc a été mis au jour et déblayéeGa naar voetnoot(5).’ Te Vlissingen in de Westpoort is een Put met een opening in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 544]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het gewelf, maar waarin men tevens kan neerdalen langs een trap. In Arnhem was onder de Sabelspoort een gevangenis, bekend onder den naam van SlagenholGa naar voetnoot(1). Groningen had onder het stadhuis het SchomakersgatGa naar voetnoot(2). Te Nijmegen in het Valkhof en te Leiden in den Burg schijnen diepe ronde Putten bestaan te hebben, waarin men door middel van een ladder moest afdalenGa naar voetnoot(3). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Putten in Frankrijk.‘Je ne sais, frère André, quelle est en France la chose la plus pressée à faire. Suivant moi, c'est de démolir ou plutôt de combler nos 80 ou 100 mille prisons seigneuriales, creusées comme des
FIG. 5
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 545]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
puits, au-dessous de la région du jour et de l'air.’ Monteil, die dit aanhaalt, voegt er in nota bij: ‘Jusqu'à Charles IX les prisons seigneuriales n'étaient guère que des souterrains. L'ordonnance d'Orléans, rendue en 1560, art. 55, défend que “les prisons des hauts justiciers soient faites plus bas que les rez-de-chausséeGa naar voetnoot(1).”’
FIG. 6
Van die talrijke Putten heeft Viollet-le-Duc er ons eenige getee- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 546]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kend en beschreven. Wij verkorten hier wat hij over een drietal vermeldt. In het Officialaat te Sens, zooveel als het Geestelijk Hof te Gent, is een Put die veel gelijkenis heeft met den Donkeren Put van 1180 in 's-Gravensteen. Fig. 5 geeft er den plattegrond van. Daar de bodem van den nevensliggenden gemakput niet lager ligt dan die van de gevangenis, is het gemak zelf in een 11 treden hooger liggende nis geplaatst. Evenals in 's-Gravensteen is deze Put gedekt met een tongewelf, waarin een vierkant gat is uitgespaard tot ingang. Het luchtgat komt niet te midden van den zijdemuur, maar in den hoekGa naar voetnoot(1). In het kasteel van Pierrefonds hebben 4 van de 8 torens onderaardsche gevangenissen. Fig. 6 geeft de doorsnede van die in den noord-oostelijken toren. Langs een wenteltrap daalt men in een eerste gevangenis, verlicht en verlucht door twee openingen in vorm van schietgat, waarvan het één in doorsnede, het ander vlak is gezien. Tusschen dit en de deur, links, is een gemak in den muur. Te midden van den vloer is een opening, langs waar men in een kogelvormigen Put daalt, waarin niets anders dan een gemak is. Hier komt dus geen licht binnen, en de luchtverversching moet geschieden langs het gewelfGa naar voetnoot(2). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgverliezen.Dit woord staat niet in het Woordenboek der Nederlandsche Taal, doch men vindt het bij enkele hedendaagsche schrijvers. Het moet zooveel beteekenen als het even nieuwe Fransche woord oubliettes. Wat men daardoor moet verstaan, leert ons Viollet-le-Duc. ‘Oubliettes: Fosse profonde creusée sous le plancher ou la voûte d'une salle, et dans laquelle on précipitait les gens que l'on tenait à faire disparaître. Il n'y a pas de château du moyen âge dans lequel on ne montre des oubliettes, et cependant nous devons avouer que nous avons très rarement trouvé des fosses auxquelles on puisse donner ce nom; généralement ce que l'on considère comme des oubliettes, sont des fosses d'aisances dont il est bien | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 547]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aisé de reconnaître l'emploi, pour peu que l'on soit familier avec l'art de la construction. Nous avons vu dans beaucoup de châteaux, d'abbayes et d'officialités, des cachots, des vade in pace; mais nous ne connaissons que trois oubliettes considérées comme telles avec quelque raison. Les unes se trouvaient au château Chinon, les secondes à la Bastille et les troisièmes dans celui de Pierrefonds. Il faut constater aussi que les romans et les chroniques du moyen âge parlent souvent de chartres, de cachots; mais d'oubliettes, il n'en est pas question. Nous ne serions pas éloigné de croire que les oubliettes du château Chinon sont des latrines, ce qui réduirait les exemples cités à deux... Nous sommes d'autant plus disposé à considérer les oubliettes du château Chinon comme une fosse de latrines, que l'espèce de puits à plan carré qui les compose est percé à peu près à mi-hauteur d'une porte qui semble être la voie d'extraction des matières, à moins d'admettre que cette porte n'ait été pratiquée pour voir si le condamné était bien mort. Quant aux oubliettes de la Bastille, elles pourraient passer pour une glacière. En voici la coupe (fig. 7). Elles consistaient en une salie voûtée à
FIG. 7
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 548]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
six pans, située dans le soubassement d'une des tours, à laquelle on n'arrivait que par une petite porte communiquant à l'escalier à vis; tout autour de cette salle était un trottoir d'un mètre de large, et au milieu un cône renversé terminé par un petit orifice destiné à entraîner les eaux. Il est certain qu'un malheureux descendu dans le fond de eet entonnoir ne pouvait s'asseoir, ni se coucher, ni se tenir debout. Il faudrait admettre que le petit canal était une vidange, et que les gens qu'on descendait dans ce cul de basse-fosse étaient placés là pour leur donner le loisir de faire des réflexions. C'était une sorte de question prolongée. Mais ce cône peut bien être une glacière, et ce ne serait pas le seul exemple d'un magasin de glace existant dans un château. Nos ancêtres aimaient à boire frais, le petit canal inférieur est alors bien expliqué. Quant aux oubliettes du château de Pierrefonds, on ne peut douter de leur destination; en voici la coupe (fig. 8). Elles consistent en un puits creusé au milieu d'une salie qui était certainement un cachot, puisqu'il contient un siège d'aisances. On ne peut même descendre dans ce cachot que par un orifice A percé au centre de sa voûte. On descendait du rez-de-chaussée à la salie C, qui devait servir également de prison, par un escalier à vis. A cette salle C est joint un cabinet d'aisances; elle ne recevait de jour que par une très-petite ouverture D. Si l'orifice des oubliettes restait béant dans le cachot, s'il n'était pas fermé par un tampon, on conçoit quelle devait être la situation du malheureux prisonnier craignant sans cesse de tomber dans ce trou qu'il ne pouvait voir, puisque le cachot ne reçoit pas de jour. Les deux orifices, celui de la voûte et celui des oubliettes, se correspondent exactement, de la trappe A on pouvait faire tomber quelqu'un dans le puits sans prendre la peine au préalable de le descendre dans le cachot. Nous sommes descendu au fond de ces oubliettes; nous y avons trouvé le rouet qui à servi è les fonder, mais aucune trace d'être humainGa naar voetnoot(1).’ Wij hebben in bovenstaanden tekst een zin gecursiveerd. Want Viollet's redeneering is onvolledig: als hij de hypothesis stelt van twee geopende vallen, moet hij ook die stellen van twee gesloten val- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 549]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FIG. 8
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 550]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
len. Het is buiten twijfel, dat men met deze dichter bij de waarheid staat. Hoe kan men immers het bestaan van een gemak uitleggen in een Put, waar men den gevangene wil doen sterven door hem den nek te breken door een val, zooveel te meer, dat het gemak een veel veiliger plaats zou zijn dan de rand van den Put? Zijn dus de vallen gesloten, wat nagenoeg zeker is, dan verandert het zoogezeide burgverlies in een gewonen Donkeren Put. Niets laat overigens toe te veronderstellen, dat er geen vallen geweest zijn, en Viollet-le-Duc voegt er zelf bij:‘Nous sommes descendu au fond de ces oubliettes; nous y avons trouvé le rouet qui a servi à les fonder, mais aucune trace d'être humain.’ Wij hebben dus alle redenen om te besluiten, dat die gedeelten van Pierrefonds niet anders dan twee onderaardsche kerkers zijn, waarvan de onderste, de cul-de-basse-fosse, bestemd was om als voorloopige gevangenis krachtig te werken op het geweten van een beschuldigde, die hardnekkig een misdaad loochende, waarvan men hem beschuldigde. Van de onderaardsche kerkers, Putten of Donkere Putten, is er overigens maar een stap tot de legendarische burgverliezen. Konden niet alle Putten als dusdanig dienst doen? Veronderstelt, dat een persoon, in een Put gestoken, er vergeten wordt door de nalatigheid van den gevangenbewaarder: die Put is een oubliette. Het is zóó waar, dat Viollet in den westelijken kerker van Pierrefonds, gelijk aan dien van fig. 6, heeft gevonden ‘un squelette de femme accroupi dans la niche formant siège d'aisances.’ Volgens Frans de Potter werd ‘bij de laatste herstelling van het kasteel van Ooidonck te Bachte-Maria-Laarne in een zoogenaamde oubliette in de fondatiën het geraamte van eene jeugdige vrouw ontdektGa naar voetnoot(1).’ Welnu, zoo iets moet meer zijn voorgevallen door de nalatigheid van gevangenbewaarders, die, zooals het bekend is, nogal dikwijls zelve al niet veel beter waren dan de boeven, die ze te bewaken hadden. Zóó moet de legende zijn ontstaan: het volk zal zich gaan inbeelden zijn, dat er in de meeste gevangenissen putten bestonden om er personen voor eeuwig te doen in verdwijnen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 551]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overigens, om de waarheid te vernemen, moet men historische bewijzen voorbrengen. In de eerste plaats: kan het bewezen worden, dat personen werden ter dood gebracht in het geheim, zonder onderzoek en zonder vonnis? Zeker, en niet alleen gewone vertegenwoordigers van de vorsten, maar dezen zelf hebben zich daaraan schuldig gemaakt. Dat men daarvan nog bewijzen vindt in een of ander archief is een buitengewoon feit, want de schuldigen zullen zooveel mogelijk alle geschriften in zulk geval hebben vermeden of ten minste voor hun vernietiging gezorgd hebben. In 1414 ‘beval’ hertog Jan zonder Vrees aan den kastelein van zijn kasteel te Beveren ‘de faire mettre secrètement à exécution Symonnet Coqueriel, canonnier, tèle que de sa personne ne soit jamais aucunes nouvellesGa naar voetnoot(1).’ Zoo ooit, dan was het nu een geval om het burgverlies van het kasteel van Beveren zijn rol te doen spelen - als er een was ten minste. Welnu, een ander stuk leert ons, dat men betaald heeft ‘vingt solz de groz monnoie de Flandres pour le salaire de l'exécuteur, fraiz et missions servant à l'exécution de la personne du dit SymonnetGa naar voetnoot(2).’ Het blijkt dus, dat men den soldaat onthoofd heeft, want om hem in een burgverlies te sluiten, waar hij zelf wel neervallen of verhongeren zou, was er geen beul noodig. We kennen nog een feit, dat gedeeltelijk 's-Gravensteen voor tooneel had, waar men gemakkelijk een persoon langs de opening in den Donkeren Put werpen kon, of hem er in neerdalen om hem te laten verhongeren. Het stuk, dat ons met de zaak bekend maakt, dagteekent van 1306, tijdstip waarop een onderzoek werd gedaan nopens de misbruiken van de baljuws en van hun bediendenGa naar voetnoot(3). De oorkonde is een geschreven beschuldiging, gericht aan de onderzoeksrechters tegen Jan de Lange, onderbaljuw van Gent: ‘Lieven heren, ic, Kerstiaen die Sausemakere, clage onsen here den grave ende hu, heren, hover Janne den LangenGa naar voetnoot(4), die honder baelihu was te Ghent, dat hi met sinen knape quam Donresdages voer Sente Barnebas dach, dien men heet apostele, te vesper- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 552]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tide dages in een huus, dat staet voer Heinrix Jongen porte. In dat selve huus nam hi Pietre, minen zone, de wellec Pietre noient was bedregen in Vlaendren of te buten Vlaendren van eenegen quaden feecteGa naar voetnoot(1); ende dien Pietre si leedden sonder letten in tsGravensteen, ende ghinghene bernenGa naar voetnoot(2) stappans ende jammerlicken tormenteneGa naar voetnoot(3); ende nachts leedde hine huut ende meerdeneGa naar voetnoot(4) jammerlicke ende dalfeneGa naar voetnoot(5) in eene onsuvere gracht, daer hi noch in leghet; ende dit dede hi al sonder wet ende vonnesse, nochtan dat hic hem maecte kenlic, met vele goeden lieden, dat Pieter, min zone, was portre in Ghent ende poerterskint, ende dat dit aldus es waer, dat kennen vele goeder liede, beede ervachtege ende porters.’ (Bijschrift van een andere hand:) ‘Omme dat hem die beken was betiende van mannes ende adant fu surballiu messire Daniel de BelleghemGa naar voetnoot(6).’ Dit stuk is van buitengewoon belang voor ons onderzoek. Inderdaad, had Daneel de Lange er nu maar een oogenblik aan gedacht, dat hij zich best van Pieter de Sausemakere kon ontmaken door hem in den Put te duwen, wat ware het hem gemakkelijk geweest! Maar neen! na den ongelukkige met vuur gefolterd te hebben, leidde hij hem half dood uit 's-Gravensteen buiten de stad, om hem daar van het leven te berooven en zijn lijk te delven in een ‘onzuivere gracht’, alzoo de gelegenheid gevende aan den vader en zijn vrienden, die niet nagelaten hebben zich in de nabijheid van 's-Gravensteen te houden, om te zien wat er met Pieter gebeurde. Men zegge niet, dat het een gerechtelijke uitvoering was: de vader zegt, dat alles gebeurde zonder rechtsgeding, noch vonnis. Het geval van Pieter de Sausemakere is kenschetsend. En indien het nu al eens gebeurde, dat iemand in een Donkeren Put moedwillig werd verongelukt of er den hongerdood stierf, dat was | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 553]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een uitzondering, en met afzonderlijke gevallen hebben we geen rekening te houden, als we geschiedenis schrijven. De legende van oubliettes of burgverliezen is niet in de XIXe eeuw uitgevonden. Ze bestond reeds in de XVIe eeuw, want Marcus van Vaernewijck vertelt op 30 Maart 1568 zulk een verdichte geschiedenis, uitgestrooid door de Spaansche soldaten van Alva: ‘Te Vilvoorde int casteel zoude een secrete duwiere ghemaect zijn onder een schoon camere, in welcke duwiere oft put ghevoucht waren bij consten veel snijdende messen oft partisanen ende pinnen metten scheerpen upwaert als een hekele, ende men zoude eenen grooten hoop edelmannen, waer onder die zonen van Batenburch zouden gheweest zijn, commende in de voornoemde camere, nieuwers af wetende, ende daer zijnde zoo zoude van onder een clijncke ghetrocken zijn ende zouden alzoo in de voornoemde instrumenten ghevallen zijn, alwaer zij deerlic duerwont ende duerspeet zouden gheworden zijn ende langhen tijt int leven in zucker pijne ghebleven hebben. Maer dit es al bevonden onwaerachtich te wesen; want twaren sommighe Spaensche soldaten te Ghendt diet upghaven, die tijrannich van herten waren ende moghelic zulcke wreetheijt gheerne ghezien hadden, als van NabinsGa naar voetnoot(1) ende NicocreontusGa naar voetnoot(2) bloet in haer lijf hebbendeGa naar voetnoot(3).’
A. Van Werveke. |
|