George Meredith.
De Engelsche Letterkunde werd in den laatsten tijd zwaar beproefd, door het aflijvig worden van twee harer schoonste vertegenwoordigers.
Ik had pas sedert enkele dagen voor een ander Vlaamsch tijdschrift een nota over Swinburne geschreven, naar aanleiding van diens dood, of ik vernam met pijnlijke verwondering het heengaan van George Meredith (18 Mei 11.). Dat zijn harde slagen.
Maar wij mogen ons troosten met de gedachte, dat elk dier twee geniussen zich een onvergankelijken tempel bouwde met zijn eigen werk, - tempel waarin geslachten na geslachten zullen binnentreden, en, - zich afscheidend van de dagelijksche drukkende doening - hun zielen voelen rijzen tot het sereen geluk, dat, benevens de liefde, alleen de zuivere schoonheid en poëtische waardigheid geven kunnen......
George Meredith is de grootste schrijver uit de post-Dickensche romanperiode. Hij werd geboren den 12n Februari 1828, te Winchester. Zijn Engelsch-Welsch bloed, zijn gedeeltelijk Duitsche opvoeding en zijn vroege bekendheid met de moderne Fransche letterkunde, vormden zijn geest tot iets eenigs te midden zijner vrienden en medeschrijvers, - en hij heeft dan ook steeds een zeer bizondere, nooit betwiste plaats ingenomen, die hij zeker wel behouden zal.
Zijn ouders hadden hem bestemd voor de rechten, - maar hijzelf had spoedig de overtuiging, dat hij nooit anders dan een letterkundige zou worden. In 1851 debuteerde hij met een dichtbundel, die weinig geschikt was om populair te worden. Met niet meer bijval schreef hij, in den trant der Oostersche vertellers, The Shaving of Shagpat (1855). De betrekking van ‘lezer’ bij een groote uitgeversfirma stelde hem in de gelegenheid de ‘eerste beloften’ van den nu beroemden Thomas Hardy te waardeeren. Meredith was jong