De Vlaamsche Gids. Jaargang 5(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] [Verzen] Kermis. De kleurge vlaggen wappren in den wind, en 't Belfort zendt zijn fijn gekantwerkt lied over de stad, waar feestgejoel begint... Daar stijgt geen klacht van armoede en verdriet, want Feest is heerscher, trotsch en vreugdgezind, die gul zijn gouden jubelgaven biedt, en zonde en zorg met koningslach verwint, - want Feest is Koning, en de Vreugd gebiedt. De lucht is blauw gelijk een dichterdroom, en druipt alom vol laaiend zonnegoud, hier laan en straat, en daar den klaren stroom. O, al de menschenleventjes, ontvouwd in roes van feest, tijgen in dollen stoet den blijden Vreugde-koning te gemoet... [pagina 39] [p. 39] Avond. Met glinstrend-gouden weemoed-oogen staart het gloeiend Westen door de stille boomen, die ruischend beuren van de zwijgende aard naar 't stervend licht de zachte zomerdroomen. Ik hoor hun vleuglen kleppen hemelwaard, een lied omruischt mij, en door klare stroomen wordt mijn verrukte ziel zacht opgenomen, tijgt zwijmlend mee ter gouden hemelvaart... Nu staan de boomen roerloos in het zwijgen, en de oogen van het Westen, starens-moe, gaan, in de plechtge Stilte, vredig toe, 'wijl hoog, waar de eerdsche zomerdroomen stijgen, eenzaam en ver, zegent, met stillen lach, een gouden ster den schoon-gestorven dag... Richard de Cneudt. Vorige Volgende