gebrek is aan water, heeft het duingras zijne dunne bladeren toegerold, zoodanig, dat de benedenzijde, waar de meeste ademopeningen geplaatst zijn, bevrijd blijven van de zonnestralen alsook van den wind; welnu wanneer eene plant zoo te werk gaat, ademt zij langzamer, en zweet veel min vochten uit dan wanneer haar adem- en vochtopeningen noch voor zon noch voor winden beschut worden. De bovenkant der bladeren is glad en blinkend om de zonnestralen te weerkaatsen, de uitzweeting nog eens te vertragen, en de watervoorraad langer te kunnen benuttigen.
Andere planten hebben opengespreide bladeren, maar dan boort de wortel zeer diep in den grond, en de bladeren zijn bedekt met dicht opeenliggende haartjes die juist hetzelve doel bereiken als bovengemelde middelen: b.v. de duinwilgen.
Sommige planten hebben dikke bladeren met vocht gevuld; soms zijn die bladeren klein en dicht tegen den stam gedrukt, zooals bij het scherp vetgroen (Sedum acre).
Wanneer men de omstreken van Knocke bezoekt, namelijk langs het Zwyn, of de schorreweiden langs de monding van den Yzer bij Nieuwpoort, is men soms verwonderd daar zooveel planten aan te treffen die, zooals het vetgroen der duinen, ook dikke met vocht gevulde bladeren dragen.
Hebben deze planten zich daar geschikt naar de omgeving?
Waarom deze voorraad sappen, aangezien zij dagelijks door den vloed bevochtigd worden? Men moet echter opmerken, dat die planten, alhoewel levend in doornatten grond, zich nochtans in denzelfden toestand bevinden als de hoogergenoemde soorten groeiend in den woesten duingrond; het water dat ze komt besproeien is immers zout water, en moesten de planten dit water opslorpen, zij zouden niet in het leven blijven; zij moet dus teren op het water dat hun door den regen aangebracht wordt, en soms dorst lijden midden in het water: een schoon voorbeeld van schikking naar de omgeving.
Wij vinden dit verwezenlijkt bij de zeesalade of zeekraal (Salicarnia herbacea), het zeeporcelein (Halimus portalacoïdes), enz.
Eene plant die in ons land gemeen is, de gewone reigersbek (Erodium cicutarium), behoorende tot de geraniumsoorten, heeft nog en ander middel om in dorren grond haar vochten te besparen. In