moeder, Mevr. Wilder, omvat. Wat er ook van zij, de drijvende krachten van dezen roman zijn van minder mysterieuze orde dan die van Het stille Gesternte.
Het is ons in dit praatje niet te doen om eene ontleding van Teirlinck's jongste boek te maken. Alleenlijk wilden wij even aanstippen welke beteekenis het heeft in de evolutie van het mooie talent des schrijvers.
Laten wij evenwel nog eenige uitmuntende hoedanigheden van dit boek aanstippen.
De karakterteekening van Mevr. Wilder, de hartelooze, wilskrachtige moeder, en van Vader Derboven, den oud-Noordzeevisscher, wiens rijkdom een geheimzinnig, vermoedelijk misdadig uitgangspunt heeft, behoort tot het beste, dat wij ooit in dezen aard van eenig Vlaamsch schrijver kregen. Deze twee typen doen denken aan de beste karakterontledingen van Balzac. Het beeld van den half suffenden Albien Wilder is ook heel flink werk. Onder de glanspunten van dit boek, vermelden wij nog het hoofdstuk, waarin ons de ziekte en de dood van Romaan's kindje beschreven worden. Een hooge lyrische toon trilt in verscheidene bladzijden, waarin Goedele in haar samenzijn met Ameye geschilderd wordt. (Die heerlijke wandeling naar buiten b.v.!)
* * *
Lod. Baekelmans schonk ons in De Doolaar en de weidsche Stad het eerste deel van een ontworpen cyclus Het Hommelnest, waarin het machtige leven onzer Vlaamsche handelsmetropool zou weerspiegeld worden. Gaven Baekelmans zelf en sommige andere Vlaamsche schrijvers (wij noemen maar E. de Bom en zijn flink verhaal Wrakken) ons al vroeger getrouwe en aangrijpende schetsen van het Antwerpsche volksleven, tot nogtoe had het geen enkel gewaagd om ons in een uitgebreiden roman, laat staan in een romancyclus à la Rougeon Macquart, de ziel van het moderne Carthago te ontvouwen. Baekelmans meent in zich de kracht te gevoelen om zulk grootsch werk uit te voeren. Wat het ontworpen gewrocht worden zal, kan niemand voorspellen, doch wie Uit Grauwe Nevels en andere schetsen van den schrijver en vooral den Doolaar, dit eerste deel van den aangekondigden cyclus, las, zal wel eenig gegrond vertrouwen hebben in den eventuëelen, bevredigenden uitslag van het breeddrachtig ontwerp.
De Doolaar laat ons reeds vermoeden dat Het Hommelnest tot een cyclus in den echten zin van het woord zal groeien, dit is een vast aaneengeschakeld geheel, waarvan ieder afzonderlijk deel de voortzetting van het voorgaande zijn zal, en waarin een voorop aangelegd plan, door de verschillende deelen heen nagestreefd zal worden.
In dit boek wordt verhaald hoe Lieven van den Bergh, een kerngezonde, eerlijke boerenjongen, even als zooveel andere kinderen van het