Vestdijkkroniek. Jaargang 2010
(2010)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
Van Henriëtte van Eyk zijn uit 1948 geen brieven bekend. Ans Koster heeft deze vernietigd, of de brieven zijn verloren gegaan. De onderstaande brieven gaan, los van allerlei persoonlijke zaken, over het gezamenlijke werk aan de brievenroman Avontuur met Titia, over Vestdijk correcties van Het wezen van de angst, over reacties op De toekomst der religie en over de rol van Ans Koster. En tal van schrijvers passeren, zoals Martinus Nijhoff, Cola Debrot, Max Nord, Jeanne van Schaik-Willing, Wolfgang Cordan en H.A. Gomperts. | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 11 maart 1948)LIEF HITTEPITJE, Ziehier al weer een brief van oome, allereerst om je te berichten, dat ik niet voor Maandag mijn romanbrief versturen kan. Niet alleen, dat hij veel langer wordt dan ik had gedacht, maar ik ben 't ook nog niet heelemaal met mezelf eens hoe die zuster moet doodgaan. D.w.z. de diverse mogelijkheden zijn alle bruikbaar, maar ik wou de meest effectvolle nemen. Wat ik er tot nog toe bij geschreven heb is nogal aardig. Ik vertel de dood van de zuster en wat eraan voorafgaat tegelijk (afwisselend) met dat fantastische verhaal. Enfin, je hebt dan nog 2 weken voor jouw brief. Trouwens, je kunt best al vast beginnen, want in de mijne staat betrekkelijk weinig waar je op antwoorden moet. Dus: kindertijd, meisjestijd, wat 't museum voor je betekend heeft, en eventuele andere dingen daarom heen, b.v. over je gedeserteerde vader. Ook zou je kunnen beschrijven hoe je tot het schrijversbestaan gekomen bent. Dat kun je autobiografisch doen (die val in 't lab). Mijn boekGa naar voetnoot1 is Zondag al klaargekomen! Het slot bleek niet lang hoeven te worden. Ik ben nu aan het corrigeeren - nogal vermoeiend, meér dan 't schrijven zelf! - en stuur Maandag mijn eerste 100 pag. naar RümkeGa naar voetnoot2. Er zal nog veel aan te werken zijn, ook in verb. met de boeken die ik nog door moet nemen. Mijn dupliek tegen mevrouw MankesGa naar voetnoot3 schreef ik ook, bij mijn brief, en beide brieven kunnen nu nog in Criterium, ná mijn eerste stuk. Je weet wel die Hongaarsche propagandist voor Centaur, Prof. Kurt Wohldran Arokay?Ga naar voetnoot4 Dat aardige, ijverige kereltje met het fatsoenlijke moffengezicht? Dat idealistje? Die blijkt een zwendelaar te zijn. Bij zijn propagandistische werkzaamheden heeft hij kans gezien verschillende mensen (doktoren, rijke kooplieden e.a. Maecenassen voor minstens fl. 20000 | |
[pagina 5]
| |
op te lichten! CordanGa naar voetnoot5 schreef mij een gealarmeerde brief, en TokayerGa naar voetnoot6 heeft zijn ontslag al. Op de bereidwilligheid der opgelichten schijnt dit geen invloed te hebben, zodat KodalyiGa naar voetnoot7, die al die kerels tenslotte eigenhandig aangeklampt heeft, toch nog goed werk heeft gedaan. Bijzonderheden weet ik trouwens nog niet; volgens C. moet zijn optreden aan de ‘Tote Seelen’ van Gogol herinneren. Hoe gaat het met mijn beestje? Mokkend en treurig? Of stralend en naar de booze Simon verlangend? Met ontzaglijk veel kusjes van deze zelfde Simon. | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 17 maart 1948)LIEF HAASJE, De aangetekende romanbrief heb je inmiddels ontvangen. Nu jij maar braaf aan het werk. Overigens kan ik mijn volgende waarin ik met het voorstel op de proppen kom, in Amsterdam al beginnen, ook al is jouw brief nog niet klaar. Vanmorgen een brief van de advocaat, alsdat er volgende week weer een comparitie getuigenverhoor moet plaatsvinden. Ans gaat er nu alleen maar heen, want ik mag tóch geen bek opendoen. Over welke punten het gaat krijgen wij nog te hooren. Ik krijg toch hoe langer hoe meer de indruk, dat de kantonrechter opzettelijk rekt, maar het is niet gezegd, dat dit uiteindelijk in ons voordeel is. Het kan zijn, dat de gek nog zijn zin krijgt, maar dat de kantonrechter dit met tegenzin doet, of hem eerst nog wat wil pesten.Ga naar voetnoot8 Wat een schitterende weer steeds maar, hè? Onze katten zijn nu ook geregeld op stap en blijven gelukkig nogal in de buurt van huis en als je fluit, komen ze opdagen. Boven op de garage liggen ze ook wel te zonnen, indolente castraten als het zijn. Met corrigeeren schiet ik goed op, en ik ben benieuwd naar Rümke's oordeel over het eerste stuk. De boeken, die ik in huis krijg, leveren geen moeilijkheden op; of zij zijn in een ommezien door te werken, óf zij stellen mij in staat hoog- en zeer geleerde heeren te becritiseeren; en ook wel eens een hooggeleerde heer in bescherming te nemen, zelfs mijn promotor! Zoo kan ik in een dissertatie (bij Rümke zelf trouwens) een fout aantoonen in een passage die critiek bevatte op een boek van Rümke. Hij zal mij wel dankbaar zijn, en bij zichzelf denken: waarom hebben wij Vestdijk nooit eerder aangemoedigd te promoveeren? Nu, mijn diertje, oome sluit de kraan weer. Gisteren over 14 dagen, Dinsdag 30 Maart, klokslag 4 uur, gaat het groot festijn weer beginnen.Ga naar voetnoot9 Met een ontelbaar aantal kusjes alvast, van je Simon | |
[pagina 6]
| |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 24 maart 1948)LIEF TORRETJE, Zoo juist hersteld van weer eens een griepaanval (38,5o), zet ik mij tot schrijven aan mijn stekelbaarsje. Vanmorgen nauwelijks hersteld, - ook Ans had griep -, zijn wij naar Utrecht gegaan met de auto, ik om te ‘getuigen’, dat ik geen ‘onderhuurder’ ben. De comedie was nog vermakelijker dan de eerste maal; maar met dat al zullen wij nog wel verliezen, wanneer de kantonrechter niet tot betere gedachten komt. Intusschen kunnen we dan nog minstens een half jaar uitstel krijgen. Toen we thuiskwamen, lag er bericht van het gemeentebestuur, dat dit jaar m'n huis nog niet gebouwd kan worden.Ga naar voetnoot10 Zoo werkt alles tegen. De man van het woningbureau zal proberen de heeren nog te bewerken. Anders zie ik ons tóch nog naar die gribus verhuizen. Je hebt zeker wel dat mooie stukje van Prof. de VosGa naar voetnoot11 in het Parool gelezen. Koren op mijn molen! Max NordGa naar voetnoot12 schreef mij een gealarmeerd schrijven, dat ze er op de krant niets aan konden doen en het erg vervelend voor me vinden, maar ik heb hem dadelijk gerustgesteld, aangezien mijn antwoord, dat ik in bed schreef, al naar Criterium is (voor 't April nr).Ga naar voetnoot13 Dit antwoord is nu zooiets verschrikkelijks dat ik het gevoel heb met alle theologen, die in Gestel mijn lezingen getorpedeerd hebben, quitte te zijn, om van Vosmans zelf maar te zwijgen.Ga naar voetnoot14 Dat stukje tegen mevrouw Mankes is een grapje, er bij vergeleken. Het eindigt met: ‘...dit stuk ...meer een equivalent van braken dan van denken.’ En wat daaraan voorafgaat! Enfin, ik zal het meebrengen. Ik hoop dat jij de aanvallen van de griep hebt kunnen afslaan. Het schijnt weer erg te heerschen. Maak je je brief ook klaar? En denk je om de waakdienst in het Museum? Ik schreef je al, dat ik Dinsdag gewone tijd bij je kom. Gelukkig dat die griep niet een week later is uitgebroken! En dat ondanks de kinine. Ik gebruik nu levertraan. Mijn chronische verkoudheid komt natuurlijk van 't rooken. Momenteel ruik ik trouwens nog niets van een sigaret. Nu, mijn lief kevertje, tot spoedig ziens dus! Houd je maar goed, tel de dagen, en ontvang een macht van kusjes van je Simon | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 4 april 1948)LIEF KROKODILLETJE, Ziezoo, nu zullen we Centaur maar weer doorschrappenGa naar voetnoot15 en een leuk wekelijksch briefje schrijven. Met mij gaat het nog niet zoo erg leuk, aangezien het hoesten precies hetzelfde gebleven is (de koude wind doet er ook geen goed aan), terwijl ik mij bovendien uiterst meelig voel door het niet rooken. Maar er zal toch wel eens een eind aan komen. Slapen doe ik in elk geval goed. Ik ben nu toch werkelijk bij de Haan geweest! Ik kon geen kamer bespreken vroeger dan een week van te voren. Dus heb ik voor de 26e dadelijk een kamer besproken in Centraal, hetgeen geen moeilijkheden opleverde. Met ontbijt fl 5,50. Ik vermoed dat ze bij de Haan de zaak zoo lang mogelijk openhouden met het oog op gasten die volledig pension nemen. Nu, mij hebben ze in elk geval voor het laatst gezien. Geen | |
[pagina 7]
| |
aardig uitzicht op het huis van BertGa naar voetnoot16 meer, en geen brommerige nachtportier, doch de Bijbel naast het bed en de spermavlekjes van de Young Men aan de lakens. ‘Mijn opdrachtgever is Harley Street... mooie... oogen’ - ‘Nou miss, ik geloof niet, dat de kleine gentleman tot zooiets in staat is!’ - Weet je nog? Dat idyllische voordrachtje, waar jij zoo echt van opgekikkerd bent?Ga naar voetnoot17 Ik heb alles nog eens nagelezen bij James, en het blijkt nu, dat de goevernante inderdaad de enige is die de spoken ziet, maar dat er geen sprake van is, dat de kinderen eigenlijk ‘onschuldig’ zijn en de goevernante ze alleen maar bang maakt. Het jongetje b.v., even voor hij dood neervalt, ziet de butler niet, maar weet bliksems goed wat de verschijning te beteekenen heeft, en zegt b.v. ‘Peter Quint, you devil’, en dgl. Maar wat zit ik me hier uit te sloven over een geval, dat jou zoo weinig belang inboezemde, dat je nog voor het eerste bedrijf ten einde was weg wou! De brief hoop ik deze week te schrijven en stuur hem dan dadelijk. Ik ben nu nog te meelig. Hij wordt trouwens niet lang; jouw antwoord ook niet. Als we dan bij v.S.Ga naar voetnoot18 zijn geweest, kunnen we alles beter gaan uitwerken. Liefje, houd je goed, en ontvang heel veel kussen en omhelzingen en streelingen en zoo van je Simon | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 10 april 1948)LIEF SUIKERBOLLETJE, Wat vervelend, dat oome nog steeds niet beter is. Het hoesten blijft maar, hoewel ik veel baat vind bij codeïnepoeders, die ik heb laten klaarmaken. Ook de verkoudheid is veel beter, dankzij het snuifpoeder van de kleine wonderdokter van de Nassaukade.Ga naar voetnoot19 Het is een vervelend langdurig griepje, dat zich op mijn luchtpijpen heeft vastgezet, dank zij te vroeg op straat gaan. Hoor je niets meer van mij, dan moet je de 17e maar niet op mij rekenen. Afgezien nog van de kans om door mijn gehoest wederom booze gedachten te doen ontstaan, lijkt mij het niet bijzonder gunstig; ik zal blij zijn als ik de 26e heelemaal opgeknapt ben. Overdag kan ik trouwens wel uit, aangezien ik geen verhooging heb. Morgen of overmorgen zal ik mijn brief schrijven, hoor, en dadelijk doorsturen. Met het corrigeeren van het angstboek ben ik nu heelemaal klaar, maar van mijn promotor hoor ik nog niets. Als ik volgende week niets hoor, zal ik het volgend jaar om deze tijd nog niet kunnen promoveren. Dat plan om Botticelli door mijn vader gecopiëerd te laten zijn moeten we zeker vasthouden.Ga naar voetnoot20 Je moet in elke brief iets over dit schilderij schrijven; er moeten expertises komen, etc., en dan tenslotte moet het uitkomen. Maar hoe? B.v. doordat ook mijn vader als expert erin gemengd wordt en zijn eigen kopie herkent? Of kan ik zelf misschien nog een rol spelen? De pruimenboom in de tuin begint schuchter te bloeien, ondanks koude wind en nachtvorst. Een bloesem sluit ik hier bij in. Het is te hopen dat het gauw een beetje zachter weer wordt, dat zal op mijn hoesterij ook een gunstige invloed hebben! Ik voel me er echt meelig door. Nu, mijn schaapje, over een week schrijf ik weer, en hoop je dan betere berichten te doen toekomen. Het beste, hoor! Met heel veel plezierige kusjes, en kneepjes, en drukjes, van je Simon | |
[pagina 8]
| |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 18 april 1948)LIEF HAGEDISJE, Eindelijk begint het kereltje een beetje op te knappen, d.w.z. wat minder te hoesten, waarschijnlijk dank zij het verrassende zomerweer. Het werd tijd; hoewel ik aan de andere kant door de codeïne - een prachtig middel - niet zooveel last meer had, en gelukkig ook geen temperatuursverhoging. Ik heb dus alle hoop volgende week geheel fit te zijn, maar voor alle zekerheid zal ik toch de poeders meenemen, met het oog op nachtelijke kuchpartijen. Ik zit weer midden in polemieken! Allereerst een antwoord op een aanval van Gomperts in Libertinage, een nieuw tijdschrift, en nu weer een tweede antwoord op het tweede stuk van Prof. de Vos, dat je wel gelezen zult hebben.Ga naar voetnoot21 Beide stukken zullen wel in Criterium komen, maar daar kunnen natuurlijk maanden mee heengaan, wat in zekere zin vervelend is. Met Gomperts is het wel een aardige, zij het zeer scherpe polemiek; maar mijn tegenaanval op Vosmans is zulk een verschrikkelijk bloedbad geworden, dat je hart ervan open zal gaan. Het was dan ook van a tot z te weerleggen wat hij op zijn lullige manier beweerde, al moet ik toegeven, dat ik op een paar punten terdege mijn hersens heb moeten gebruiken. Hij kan het krijgen zooals hij het hebben wil! Hoogst waarschijnlijk zal dit zomerweer wel in een hittegolf overgaan tegen dat ik in Amsterdam kom; maar daar is niets op tegen, gezien de weldadige invloed op mijn luchtpijpen. Ik blijf weer tot Vrijdagochtend; alleen Woensdag ga ik naar Heleen BurgersGa naar voetnoot22 in verband met haar ‘boek’. Jouw brief maak je dus klaar, hè? Dan kunnen we b.v. Dinsdagavond met Van Schendel naar het Museum gaan om ons door die honden, onze toekomstige hoofdpersonen, te laten besnuffelen. BettyGa naar voetnoot23, de kankerpatiënte, wordt morgen in Utrecht vertoond op de veeartsenijkundige kliniek. Misschien ís het niet eens kanker... Nu, mijn engeltje, tot de 26-e dus, gewone tijd. Versier het huis maar vast en ontvang een heel smaldeel van kussen en kusjes van je zeer liefhebbende Simon. | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 3 mei 1948)LIEF KREKELBEESTJE, Gisteren was er ‘technisch’ geen gelegenheid om het diertje te schrijven; vandaag wordt de schade ingehaald.Ga naar voetnoot24 Wat A.Ga naar voetnoot25 betreft zou ik mij in jouw plaats maar geen illusies meer maken haar ooit nog als vriendin aan het hart te zullen drukken. Zij is onverzoenlijk, hoewel ik alles naar voren heb gebracht wat wij hadden afgesproken. Berusting dus maar - een vriendin minder, - nu, dat moet het hartje maar leeren verdragen. Overigens is de toestand vrij windstil, maar het lijkt mij politiek gesproken weinig verantwoord om haar nu opeens de KoepelGa naar voetnoot26 te gaan ontzeggen, terwijl zij natuurlijk uitnemend begrijpt dat dat om jou is. Dit gaat werkelijk verdomd moeilijk. Denk er dus om, dat van 12-16 Mei de Koepel inderdaad onveilig kan zijn, al zal ik de bezoeken zooveel mogelijk beperken. Het is geen onwil van me, dat begrijp je wel. | |
[pagina 9]
| |
Ik had een griezelige wandeling die laatste avond, of nacht. Allereerst stond iemand vlak bij het Concertgebouw te kotsen. Hij bekeek de plas, en riep uitdagend: ‘Ziezoo, dat is afgeloopen. Het leven is een rotzooi’ (of iets dergelijks), - en waggelde verder. Dit was niet zoo erg, al bleken mijn zenuwen enigszins aangeslagen (door schuldgevoel misschien: Simon de Kotser); maar daarna leidde ik mijn schreden langs De Haan, ten einde dit hotel nog eens te kunnen verachten. Terwijl ik langs de voorkamer liep, keek ik naar binnen, en zag de nachtportier, met wie ik vroeger ruzie had gehad, naar mij kijken, in het donker, een grijns om de lippen. Het griezeligste was nog, dat hij onbeweeglijk achterover in een stoel lag. Ik haastte mij verder, mij afvragend, of ik er wel goed aan had gedaan De Haan de bons te geven. Wat al dingen beleeft men in nachtelijk Amsterdam!Ga naar voetnoot27 Nu, mijn klein bengeltje, oome gaat weer eens sluiten. Laat het hartje niet te veel van boosheid bonzen, er is heusch geen reden voor. O ja, zeg, hoe zou het zijn, als je die marmot losliet in dezelfde nacht als ook ik in 't museum ben? Dat kan erg dwaas worden. Denk er eens over. Doe je nog moeite voor een goed geïllustreerde catalogus? Heel veel zoenen op de pruillipjes, begeleidend door smakjes en likjes, van je Simon. | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 9 mei 1948)LIEF SNUITKEVERTJE, Wat heeft oome nóu een mooie schrijfmachine! Let eens op die klassiek gevormde lettertjes! De zwartheid is natuurlijk alleen maar van het nieuwe lint; maar voor het overige is er ontzaglijk veel aan verbeterd, voor de somma van ruim zestig gulden; schoongemaakt, en zoo meer. Het ding was trouwens erg verwaarloosd. Ik denk er nu over een abonnement te nemen; dat kost 10 gulden per jaar, en alles inbegrepen. Vrij Nederland heeft mijn antwoord aan Prof. MascotteGa naar voetnoot28 teruggestuurd, zoodat het eveneens in Podium komt, wat natuurlijk nog een heele tijd kan duren. Ik heb Van TrichtGa naar voetnoot29 nu over die brochure geschreven, waarin alles nog eens de revue kan passeeren. Misschien doet hij het. De honden hier zijn tegelijk loopsch, hetgeen een penetrante geur verspreiden moet, want uit alle huizen en krotjes komen honden en hondjes opduiken om ze ter plaatse te besnuffelen. Een alleraardigste herder heeft hier al in het tuintje overnacht; vanmiddag liep een zwart pesthondje het heele bosch door achter de dames aan. Het is oppassen, want reuen zijn in zooiets vlugger dan ik, en dan zit je met de gebakken peren. Afgezien dan nog van de onmogelijk rascombinaties, die zouden ontstaan, wanneer men de natuur haar gang liet gaan. Denk erom, dat ik dit keer in American ben (ik bedoel, wanneer ik de 24e kom); Ik had meteen Vrijdagochtend al besteld. Ik denk, dat ik daar voorloopig maar heenga, hoewel ik ook wel eens in hotel Roemer Visscher kan probeeren; of was dat niet erg duur? Parkzicht lijkt mij in elk geval minder rustig dan American. Nu, mijn allerliefst insectje, tel de dagen maar weer af, dat ik in je ‘woon’ verschijn! Als je een vrouw van stavast was, zou je Woensdag of een der latere dagen op de Koepel verschijnen om Ans te pesten. Maar zoo ben je nu eenmaal niet, en zooals God je geschapen heeft, ben ik ook al heel, héél tevreden met je!! Met een onwaarschijnlijk aantal kussen en kusjes, van altijd maar weer diezelfde Simon. | |
[pagina 10]
| |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 17 mei 1948)LIEF STEKELBAARSJE, Hoe gaat het sinds onze laatste onzichtbare ontmoeting? Ik heb je Vrijdagochtend nog proberen op te bellen, maar je was niet thuis. Trek je er maar niets van aan, er zijn ernstiger euvelen op de wereld. Ik ga nu vast maar mijn volgende romanbrief schrijven; dat kan heel goed, wat ik nog op jouw brief antwoorden moet, kan ik er wel bij zetten. In het Paviljoen een hoogst gekke ontmoeting. Ik had al tegen A. (je weet wel: A) gezegd: zou Pom Nijhoff er ook zijn? Mij leek het weinig waarschijnlijk, al verdacht ik een der kellners ervan Pom te zijn in vermomming. In de zaal was hij echter toch niet, daar was alleen Herman v.d. E. (die minister gaat worden, naar men zegt), die meer een kellner is in vermomming, dus andersom. Maar bij het verlaten van de zaal bleek Pom op wacht te staan in de hal! Ik vermoed, dat hij door jaloezie gekweld wordt en Georgetje overal nareist om Verdonk geen kans te gevne.Ga naar voetnoot30 Mannelijke jaloezie is mij volkomen onbegrijpelijk, maar het schijnt voor te komen. Verder is er weinig nieuws, of leuks, of onleuks te berichten; alleen heb ik een paar aardige kroegen ontdekt, om eens te gaan borrelen. Van kennissen op de Koepel heb ik alleen Jeanne en de onvermijdelijke Sötemann gezienGa naar voetnoot31; de laatste kletst niet, en de eerste doet niets anders, dus dat maakt tóch geen verschil. Ik ben nu bezig met de roman van Cola, waar ik over schrijven moet. Erg vervelend, want de eerste helft is uitstekend, en de tweede nogal slecht, zoodat ik, als goed vriend en gewetensvol criticus, weer eens in een innerlijk conflict ben geraakt.Ga naar voetnoot32 O ja, bij een prijsvraag in de Stem v. Ned. ben ik als belangrijkste prozaschrijver uit de bus gerold. Dat had je nooit achter me gezocht, hè? En de Vara gaat een hoorspel wijden aan Puriteinen en Piraten. Zeg, je zou me een genoegen kunnen doen, door bonlooze sigaren voor me te koopen. Ik kocht er zelf ook al. De winkel is in de Spuistraat, op de hoek van een steegje achter de Poort van Cleve. Ze kosten 16½ cent en je kunt wel 2 kistjes van 50 koopen. Neem de lichtste die ze hebben. Nu, mijn kleine gedrochtje, tot vandaag over een week. Maak maar wat lekkers voor me klaar, om bij te voeden. Met een ontzaglijke hoop kussen van je bloedeigen en liefhebbende Simon. |
|