de Volkskrant, Boeken, 12 januari 2007 (pagina 24)
Even schokkend als de eerste sigaret
De goede lezer, doceerde Vladimir Nabokov al, is de herlezer. Die kijkt scherper. Aflevering 3: Helga Ruebsamen (1934) herleest Meneer Visser's hellevaart (1936) van Simon Vestdijk
Dertien jaar was ik toen ik voor het eerst door een romanheld werd overweldigd.
Hij sleurde me het rijk van de schone letteren binnen. Literair ontwaakte ik dankzij deze schoft zonder weerga en ik zal hem niet vergeten; Willem Visser was zijn naam en Simon Vestdijk zijn geestelijke vader.
De romanhelden in meisjesboeken anno 1947 waren pompeuze ballen die thee dronken met opstaande pink. Tekenaar Hans Borrebach heeft ze vast gelegd: vlotte jonge heren, fuifnummers met glanzend achterover gekamd haar.
Maar deze helden waren niet naar het leven getekend. Ze leken in niets op de echte helden die ons hadden bevrijd, soldaten die zopen, pokerden en Harley Davidsons bereden. Zulke lui hadden meer te bieden dan sufkezen in boeken! In boeken bladerde ik maar wat als ik voor straf huisarrest had.
Zo stuitte ik op Visser, die op het Vestdijkplankje stond van mijn moeder. Zij had haar jeugd in Harlingen doorgebracht en er op dezelfde school als de schrijver gezeten. Meneer Visser mocht niet tegen Ina Damman aan leunen, want mijn moeder en haar zussen konden alles in de Ina Damman-boeken duiden, alsof het om hun eigen familie ging, maar van Visser hadden zij niet terug. Zij wisten niet naar wie hij was gemodelleerd.
Had er in de burgerij van Harlingen werkelijk ooit zo'n schurk, zo'n vrouwenhater, rondgelopen? De ergernis die dit boek opriep bij de mensen die het altijd beter wisten dan ik, was voor mij de reden ernaar te grijpen.
Een goede greep! Al na een paar bladzijden kruipt in de donkere ochtend de hoofdpersoon zonder onderbroek onder het bed van zijn vrouw en bolt er zijn rug ettelijke keren hoog op tegen de onderkant van de springveermatras om er de onschuldige slaapster bovenop flink mee uit de droom te schudden.
Een volwassen man die serieus zulke geintjes uithaalt? Ik gaf me gewonnen. Hier wilde ik meer van weten.
Willem Visser uit Lahringen deed en verzon dingen waar personages uit dames- en meisjesromans nooit op zouden komen. Hij was geen volgroeide Hansje in Bosbessenland, maar wel iemand die je in het wild zomaar kon tegen komen, misschien was hij onze buurman wel.
Gloeiend van nieuwsgierigheid las ik voort en jawel, even later zat meneer Visser op de plee en liet gedachten en gevoeg gedetailleerd de vrije loop. Voor het eerst ondervond ik dat er in een