Juryrapport Ina Damman-prijs 2008 uitgesproken door Arie Uyterlinde
Het juryrapport 2004 sprak van een mogelijk slecht Vestdijkjaar, want er was sprake van een gering aantal inzendingen voor de Ina Dammanprijs. Het waren er niet meer dan twee, maar - werd er bemoedigend aan toegevoegd - hoe geringer het aantal inzendingen, hoe moeilijker de beslissing. Nu, vier jaar later, zouden we met een vrijwel identieke tekst kunnen volstaan, want weer zijn het er twee en beide zijn respectabele en diepgaande werkstukken, waarover straks meer.
Zoals bij de prijsuitreiking in 2006 reeds werd opgemerkt, is de geschiedenis van deze prijs er een van vallen en opstaan. In 1999 ingesteld door het bestuur van de Vestdijkkring, was deze prijs bedoeld om studies over Vestdijk uit alle geledingen van middelbaar tot universitair onderwijs aan te moedigen. Het mochten ook studies over Vestdijk zijn, los van enig onderwijskundig verband, bewerkingen van teksten, vertalingen, films, toneel enz. Nadat driemaal de prijs toegekend was aan een doctoraalscriptie, volgde in 2006 een vertaling die de prijs kreeg, de vertaling in het Frans van de roman De redding van Fré Bolderhey.
We kunnen niet anders dan constateren dat door de jaren heen het aantal inzendingen laag blijft. Leidt deze prijs inmiddels een kommervol bestaan? Wij kunnen u geruststellen. De hoge kwaliteit van de inzendingen weegt ook nu weer ruimschoots op tegen de povere kwantiteit. Maar die roept wel de vraag op, of dit geringe aantal wel een indicatie is voor de stand van zaken, als het gaat om scripties en andere vormen van bestudering of bewerking van het oeuvre van Vestdijk. Hoeveel belangstelling is er nog voor het werk van Vestdijk aan de literaire faculteiten bij docenten en studenten? Daarnaast is een andere vraag op zijn plaats: hoe is het gesteld met de bekendheid op scholen en faculteiten: weet men dat de Ina Damman-prijs bestaat? De jury van de Ina Damman-prijs bestond uit drie leden: Gerrit Jan Kleinrensink, voorzitter, Fries de Vries namens het bestuur van de Vestdijkkring en Arie Uyterlinde. Helaas kon Gerrit Jan Kleinrensink dit jaar niet meer beschikbaar zijn wegens persoonlijke omstandigheden. Fries de Vries heeft tijdelijk het voorzitterschap van de jury op zich genomen.
Van de beide inzendingen wil de jury eerst noemen de eindverhandeling van Glen Fobelets voor de graad van licentiaat in de Taal- en Letterkunde aan de Vrije Universiteit Brussel. Titel: ‘Het modernisme in de romans van Simon Vestdijk. Een analyse van Meneer Visser's hellevaart, De koperen tuin en De ziener.’ In deze breed opgezette studie, die prikkelend is van stijl en heel informatief van inhoud, ook voor minder in het werk van Vestdijk ingevoerde lezers, doet hij onderzoek naar modernistische kenmerken in de genoemde romans, die dateren uit drie periodes van Vestdijks schrijverschap. Terecht besteedt Gobelets veel aandacht aan de omschrijving en afbakening van het begrip modernisme, van waaruit hij zijn onderzoek doet. Daarnaast ruimt hij veel plaats in voor Vestdijks positie in het literaire veld. Dit is ook ingegeven door de tanende belangstelling die hij voor Vestdijk in Vlaanderen ziet. Een van zijn