Toespraak bij uitreiking van de vierde Ina Dammanprijs. Harlingen, 4 november 2006
Hans van Velzen
Allereerst leden van de jury, hartelijk dank voor uw voorbereidenden werkzaamheden, Zonder u was de uitreiking van de prijs niet mogelijk en uw kwaliteiten staan ook nu weer borg voor een prijswinnaar die de prijs ten volle verdient. De Ina Dammanprijs heeft als doelstelling de aandacht voor het leven en werk van Simon Vestdijk levend te houden. Het is een soort kweekvijver voor de Vestdijk studie en vormt daarmee een perfecte aanvulling op de Anton Wachterprijs. Het is vierde keer dat de prijs wordt uitgereikt, vorige winnaars waren Fenny Brandsma voor haar doctoraalscriptie over Het glinsterend pantser, Philip Saba voor zijn afstudeerscriptie Sexualiteit in meneer Vissers Hellevaart en Andreas Vonder voor zijn scriptie over de gebruikmaking van de De openbaring van Johannes in De kelner en de levenden van Simon Vestdijk en Glubkes Oordeel van Willem Brakman. En deze keer hebben wij een echte primeur met een Franse vertaling van een van de boeken van Simon Vestdijk. En het is natuurlijk fantastisch dat ook nu nog het werk van Vestdijk in andere talen wordt vertaald en daarmee toegankelijk wordt gemaakt voor literatuurliefhebbers in het buitenland. Moge het een aansporing zijn voor andere uitgevers om de hoogtepunten uit het werk van Vestdijk in vertaling uit te brengen of opnieuw uit brengen.
De prijs bestaat uit een geldprijs en een beeldje van Ina Damman dat dit jaar vernieuwd is en gemaakt is door niemand minder dan Mieke Vestdijk. Het stelt Ina Damman op de schaats voor en Mieke Vestdijk heeft zich daarbij laten inspireren door de passages die Vestdijk daarover geschreven heeft in Terug tot Ina Damman en door het nu volgende gedicht:
Door albast blinkt de zon. De velden schijnen
Ons tegen met denzelfden gelen glans,
Die ook op 't hartblauw vlak aan den balans
Der schaatsen ontschampt in bestoven lijnen.
Het kruis der armen, 't overstag der voeten,
De losse haren onder mutsenvacht:
Alles biedt den weerstand tegen 't ontmoeten,
Dat wij zoo lang vermeden, overmacht,
Een korten tijd maar op de noordervijvers
Met het gele zuiderlicht, waarlangs het steken
Der ijzersmeden is als vlijt' ge drijvers
Naar een verliefdheid die niet door wil breken.
Ik overhandig met veel genoegen de Ina Dammanprijs aan Spiras Macris voor zijn vertaling in het Frans van De redding van Fré Bolderhey.