Hans Renders
Verliefdheden en depressies
(Vrij Nederland, 26 november 2005)
Het heeft iets merkwaardigs. Simon Vestdijk studeerde medicijnen, wist veel van psychologie, leed zijn leven lang aan ernstige depressies en toch houdt zijn biograaf zich verre van gepsychologiseer. Hazeu heeft een documentaire biografie gemaakt. Uit de bronnen moet het verhaal als vanzelf naar voren komen. Maar soms is de hand van de biograaf dwingend, bijvoorbeeld door het boek met de publicatie van Vestdijks eerste bundel te laten beginnen, toen hij al vierendertig was, en niet op traditionele wijze met de jeugdjaren.
Bij zijn eerste roman kreeg hij direct een teleurstelling te verwerken. Voor zijn dikke manuscript Kind tussen vier vrouwen vond hij geen uitgever. Uit dit ‘oerboek’ werd Terug tot Ina Damman gedestilleerd. Het werd de evergreen voor alle jongens die een jeugdliefde onbeantwoord zagen. Vestdijk heeft later contact gehad met de vrouw die model stond voor Ina Damman. ‘Ik vind het eigenlijk waanzin om meisjes in grootmoeders te veranderen, bepaald een fout van de almachtige.’ Hazeu weet duidelijk te maken dat verliefdheid de motor van het schrijverschap van Vestdijk was. Een stoet van oude en jonge meisjes trok aan hem voorbij, allemaal defilerend als romanpersonage. Ina Damman en Else Böhler zijn romanpersonages die naar echte meisjes gemodelleerd waren en Ans Koster, Henriëtte van Eyk en Mieke Vestdijk kregen in fictie een gezicht.
Een zwak punt van deze biografie is Hazeus schrijven. Niet dat hij slechte zinnen maakt. Maar de biograaf doet nergens moeite om verhalend te zijn. Zijn documentaire wijze van schrijven wordt doorsneden met intermezzo's, korte toelichtende tekstjes, maar ook met particuliere terzijdes waarin hij de lezer mededeelt geen kwakzalver te willen zijn door voor psychiater te gaan spelen of over wat hij in het ochtendblad las net nadat een bepaalde passage geschreven was.
Toen in de meidagen van 1940 gesproken werd over de zelfmoorden van schrijvers en wetenschappers, werd in één adem ook het gerucht verspreid dat Vestdijk vijfhele dagen niet gewerkt had. En hiermee zitten we in de Tweede Wereldoorlog. Vestdijk zat als krijgsgevangene in Sint-Michielsgestel, zijn romans werden in het Duits vertaald en hij was na enige aarzeling bereid zich aan te melden bij de Kultuurkamer. Er is al veel gediscussieerd over hoe dit gedrag te wegen. Hazeu maakt aannemelijk dat Vestdijk weliswaar geen held was, maar erger toch ook niet. ‘Vestdijk paste zich niet aan, schikte zich niet, maar deed een geslaagde poging tot misleiding van de vijand,’ oordeelde Max Nord later.
Krijgsgevangene of vrij man, het scheppen ging altijd door. Aan zijn vriend Johan van der Woude: ‘Met het oog op onverhoedsche bombardementen en dgl. betreurenswaardige vergissingen heb ik een gedeelte van mijn oeuvre in het prieel begraven. Ik deel je deze plek mee,