Vestdijkkroniek. Jaargang 2004
(2004)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
[pagina 28]
| |
Kunst met een grote K heeft een onpeilbare intrinsieke waarde en een kleffe ambiance van profiteurs. Beeldend kunstenaars zijn afhankelijk van galeriehouders, componisten van concertpodia, dichters en romanschrijvers van de Heren Uitgevers, die allen denken vanuit hun portemonnee. De staat doet af en toe een duit in het zakje, de commercie sponsort wat om zich heen, een particulier schenkt eens iets, maar in de meeste gevallen zijn artistiek getalenteerden uitgeleverd aan de hyena's van het kapitalisme: Kunst baart winst is hun devies. De kunstenaar krijgt ook wat om in leven te blijven. Niet alleen ondernemers streven hun voordeel na, ook de lieden die menen dat ze iets over kunst kunnen schrijven: achter de honderden kunstenaars komt een tros van duizenden recensenten, critici, essayisten, bloemlezers, beschouwers en notoire leuteraars die navertellen wat ze gezien of gelezen hebben. Allemaal Mutter Courages die achter het leger aansjokken om in een sfeer van verval en verrotting hun bederfelijke waren in de vorm van artikeltjes en stukjes aan te bieden aan het kunstminnend publiek. Verachtelijk! Het is een luisachtig volkje met éen jaar kunstacademie, vlekkeloos gekleed, vlot gebekt, dat eindeloos kwekt over diepere waarden en hogere sferen. Meestal loop ik met een ruime boog om ze heen. Het kunstvirus is erger dan de vogelpest.
Niet aldus NRC Hbl-redacteur literatuur Pieter Steinz die we nog kenden uit het studentenweekblad Propria Cures van midden jaren '80 waarin hij als jeune premier Harry Mulisch te grazen nam in een artikel, getiteld Mulles blijft vulles.Ga naar eindI Steinz is mediëvist die al in zijn gymnasiumjaren bekoord werd door het fenomeen Vestdijk. Hij is de succesvolle auteur van de leeswijzer Lezen &cetera, die al aan zijn vierde druk toe is.Ga naar eindII Het bestuur van de Vestdijkkring had aanvankelijk Theun de Vries op het podium willen zetten, maar aangezien deze de afgelopen maanden bedlegerig was, werden de bakens razendsnel verzet. Men inviteerde als spreker voor de jaarvergadering van 14 maart 2004 een schrijvende gids die de lezer bij de hand neemt in schrijversland. Waarlijk, sympathieker kan het niet. Een Vestdijkiaan in opleiding heeft zijn sherpa nodig op wie hij blind kan varen, een vaderlijke aanreiker die een beetje aandringt, en dát is Steinz. Wel, wel, die Pieter heeft zijn uiterste best gedaan, hoor! Hij heeft het kunstje afgekeken van de Engelsen die in The Good Reading Guide (If you like this, read that!) de verwijsmachine hebben gecreëerd waarin de leeshongerige en nieuwsgierige zijn weg kan vinden in de bloemhof der wereldliteratuur, uitgaande van notoire kopstukken in de vaderlandse letterkunde. In zijn causerie, getiteld De schrijfheld en de leesgids, zette Steinz zijn methode uiteen, die simpel is en op het eerste gezicht doeltreffend oogt. Het keukenrecept luidt als volgt: men neme van éen auteur éen roman van enige allure, typere die in een tiental woorden, en voege daaraan de invloeden uit de wereldletterkunde toe - onder vermelding van aard en strekking - en geve tot slot als smaakmaker een reeks referenties naar literaire werken aan de hand van vergelijkbare motieven, overeenkomstige kernthema's en hoofdpersonen, samenhangende symboliek, of naar navolgers van de betrokken auteur. Ja, ja, Lezen &cetera verdient een plekje naast het | |
[pagina 29]
| |
De affiche voor de lezing.
| |
[pagina 30]
| |
Pieter Steinz in het vuur van zijn betoog
klassieke kookboek van P.J. Kers Jr Onze keuken. Het samenstellen van zo'n leeswijzer vergt jaren zoekwerk op internet: loffelijke arbeid van de superspeurder. Die Steinz moeten we in de gaten houden want hij is de Sherlock Holmes in het woud van de romanliteratuur!
Hoe heeft Pieter Steinz Simon Vestdijk nu aangepakt? Hij nam negen topwerken: Kind tussen vier vrouwen, twee daarop gebaseerde romans: Terug tot Ina Damman en Meneer Visser's Hellevaart; verder De nadagen van Pilatus, Pastorale 1943, De kellner en de levenden, De koperen tuin, De ziener en tot slot Verzamelde verhalen. Bij De kellner kan onze rondleider Steinz als verwijsplaatsen Sartre, Kafka en de Bijbel aanreiken, bij de Anton Wachterwerken refereert hij aan Freud, Proust en Joyce: ja lezer, ga maar Lezen &cetera! Als nevenauteurs kan hij met betrekking tot De kellner ons met de aanwijsstok geleiden naar het thema de duivel in de romanliteratuur en Christus in de romanliteratuur, voorwaar handzame boekenleggers in de werken van mondiaal erkende romanschrijvers.
Deze typering geeft de grenzen van de leeswijzer en dus van de kwaliteit van het speurboek aan. Na de explicatie kwamen vragen uit de zaal. Steinz verzocht de kenners uit de Vestdijkkring om steun, een niet onsympathieke geste. ‘Wat ontbreekt, wat moet ik aanvullen?’ En toen barstte in de gehoorzaal van de Openbare Bibliotheek Amsterdam, het speelterrein van onze | |
[pagina 31]
| |
voorzitter, de kritiek los. Onze Peter R. de Vries werd niet gespaard. In de eerste plaats werd hem voor de voeten gegooid dat hij met de keuze van de negen werken - Steinz heeft zich methodisch beperkt tot het creatieve proza van Vestdijk - 44 romans buiten beschouwing had gelaten. Waar is De redding van Fré Bolderhey gebleven, waar Een moderne Antonius, waar de overige op Kind tussen vier vrouwen gebaseerde teksten? Waar de overige romans over de Oudheid? Ze staan niet in Lezen &cetera. Voorts heeft hij zich in de keuze zeer subjectief betoond, wat de deelnemers aan zijn rondleiding bindt aan de smaak van de gids. Wetenschappelijk is de literaire reisgids, naar de schrijver zelf toegaf, ook niet. In de derde plaats biedt de verwijzing inhoudelijk weinig houvast. Wat leert ons bij het ter hand nemen van Meneer Visser de verwijzing naar Ulysses van James Joyce nu wezenlijk over de persoon van Visser in vergelijking met Leopold Bloom? Niets! Vestdijk had Joyce in de kast staan, hij kende Kafka en Proust. So what? Wat weten we meer van Lahringen als we een dagje Dublin doen? Iedere romanschrijver heeft zijn leeservaring op zijn rug, als een slak zijn huis. Het verwerkingsproces is minder interessant dan het resultaat. Wij proeven de verwijzing wel, maar die is irrelevant in de beleving van de romanontwikkeling en de beschouwing van strekking en plot. &cetera, &cetera.
Dit alles maakt Lezen &cetera tot niet meer dan een literair telefoonboek van KPN, dat universeel van de abonnee het netnummer, het faxnummer en het e- mailadres zou vermelden. Deze letterkundige reisgids laat slechts de halve stad zien. Enige literair-historische samenhang is er alleen op thematisch gebied, maar dat geeft weinig of geen diepte in de verleden tijd. Steinz staat wél met beide voeten op de begane grond van de 21e eeuw, want hij maakt gebruik van zap- en internetmethodieken. Hij heeft desgevraagd te kennen gegeven, dat hij geen behoefte had, de beproefde literatuurgeschiedenis van vóór het internettijdperk te vervangen door zijn Hollandse leesgids. Dat is ook niet nodig, want Clan Visser 't Hooft heeft met haar Grote Ontdekking van het Studiehuis in 1998 de literatuurgeschiedenis op het achterschip van ons voortgezet onderwijs in zee gegooid. Alleen het vwo heeft nog wat krenten in de pap op het gebied van de geschiedenis onzer letterkunde. Gedurende een paar weekjes krijgt een vwo'er wat cultuurstromingen op zijn bord. Zonder volledige invulling van cultuurdragers is dat een lege huls, niet meer dan gebakken lucht. De anno 2004 afgestudeerde gymnasiast weet nauwelijks het verschil tussen de Tachtigers en de auteurs van de Nieuwe Zakelijkheid.
Steinz heeft gedurende enkele jaren van zijn leven wereldwijd gesurft in de Boeken Die Ertoe Doen en daarmee geen onverdienstelijk werk geleverd. Het is tekenend dat niet de leerlingen uit het voortgezet onderwijs Lezen &cetera aanschaffen, maar hun docenten! Dit past in de bloedeloze opleidingen aan de literaire faculteiten onzer universiteiten, kweekplaatsen voor luie leraren die niet meer behoeven te weten dan in werkgroepen aan hen is opgedist. Nederland wordt dom. In dat kader is het samenstellen van een rondleiding door boekenland al een prestatie van enige allure waarop zoals aangetoond veel af te dingen valt.
Ach, in het kielzog van Vestdijk drijft menigeen mee in de snelle vaart die de auteur schrijvend ondernam. Kunstvliegjes fladderen in de damp van zijn roem. Ze schitteren éen dag in de zon en verdwijnen in het niets dat ze reproduceerden. | |
[pagina 32]
| |
Allerlei fratsen in Lezen &cetera maken de lezer ook al niet vrolijk. Steinz voegde nota bene spelletjes aan zijn chef-d'oeuvre toe: hij nam als getallensymbolist het aantal letters van het alfabet als leidraad: dit resulteerde in 16 × 26 = 416 auteurs, 4 × 26 = 104 vermelde meesterwerken, 2 × 26 = 52 schema's, 2 × 26 = 52 thema's en 1 × 26 = 26 literaire quizzen. Verveel je je? Bel Steinz: een literair speurtalent van kermisattracties, de spullenbaas van de kwaliteitskrant.
We zullen al met al ook de zonzijde belichten: als Pieter Steinz bij het belangstellend publiek nog een schepje aandacht voor de romanliteratuur uit het vaderlands verleden kan wekken, dan hopen we op een vijfde en zesde druk van zijn Baedeker, maar meer dan een eerste aanzet is zijn rondvaart niet. Wij willen zoektochten in de diepten, geen zeiltochtjes aan de oppervlakte. Doch Pieter S. is een veelbelovend jongmens van wie we de komende jaren nog veel kunnen verwachten. Hij zit niet stil! Hij weet waar Abraham de mosterd haalt. In oktober 2004 verschijnt zijn Lezen op locatie/atlas van de wereldliteratuur (zestig kaarten, 1200 titels, 40 talen). Voorwaar, ik voorspel u: eens zal deze superzapper de Bijbel van alle ooit op aarde gepubliceerde romans samenstellen. We zullen allen literair zeer zalig worden.
In ieder geval houdt hij van Simon en dat bindt ons!
Amsterdam, 19 maart 2004 Fries de Vries |