Vestdijkkroniek. Jaargang 2004
(2004)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
In de serie Muziek en Literatuur werd op dinsdag 10 februari j.l. en aan Vestdijk gewijd concert gegeven in de kleine zaal van Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht. Voorafgaand aan het concert gaf Emanuel Overbeeke in een boeiend betoog voorbeelden van de vele verbanden tussen Vestdijk en de muziek. Het concert zelf werd gegeven door Roger Braun, piano, en Maarten Koningsberger, bariton. Ze vertolkten werk van Mozart, Mahler, Bach, Debussy en van Vestdijk zelf. De avond werd gepresenteerd door Huib Ramaer. Hieronder volgt een verslag van die avond. | |
La Sérénade Interrompue
| |
[pagina 5]
| |
Emanuel Overbeeke tijdens zijn inleiding
Dat was me het avondje wèl in de Kleine Zaal van Vredenburg met enkele honderden muziekminnaars, onder wie een aantal Vestdijkianen, geschaard rondom katheder en vleugel. Aandacht en sfeer hadden iets vooroorlogs, 1938 of daaromtrent, met preludes van Debussy, Willem Pijper, getoonzette verzen van Mallarmé, liederen van Mahler....., het concert kon ook geheel in Louis Couperus' roman Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan (1906) geplaatst worden. Reeds voor de aanvang had ik in de stromende regen enkele koetsen zien arriveren met de drie Ottilies, zelfs de oude Takma was van de partij, de koetsier bleef gedurende het gehele concert op de bok zitten, in de sneeuw, terwijl de haute volée zich vermaakte met literatuur en muziek, maar zulk een anachronisme zou zelfs Vestdijk niet kunnen verdragen, want hij was in 1906 een dreumes van acht en zou nog uitgroeien tot de man die moest kiezen tussen Lancet en Lier, de geneeskunde en de muziek, zijn dilemma uit de jaren twintig.
Ja daar zaten we dan in de fraaie Kleine Zaal met zijn wonderlijke structuur: een soort trapeze met een knik, een suite geschilderd in gebroken wit en allerlei nuances bruin, betimmerd met prachtig beschot: ik kreeg als leerling-verslaggever van de Vestdijkkroniek de indruk dat ik in een Italiaanse ijssalon zat, een roomijsachtige ambiance, die zeer geschikt was voor het bijwonen van een unieke manifestatie waarin klank en woord elkaar zouden ontmoeten. Het duo Albers&Van Velzen had het allemaal mooi voor elkaar. De revival van Simon Vestdijk kon beginnen. Mieke Vestdijk glom! Ze was zojuist uit haar boekenstalletje weggelopen om dit eens allemaal mee te maken. Roger Braun en Maarten Koningsberger
| |
[pagina 6]
| |
Huib Ramaer
Ja, we zouden de criticasters eens een lesje leren! Als aspirant-verslaggever had ik me terdege voorbereid. Alle acht door Vestdijk aan de muziek gewijde boeken had ik thuis voor me neergezet, van Het Kastje van Oma tot De Keurtroepen van Euterpe, van Bruckner tot Sibelius. Ik was gaan neuzen. Na een paar uur wist ik het. Vestdijk schreef zijn essays voor het muziekminnende publiek, maar er was maar éen die de schrifturen kon lezen en dat was Vestdijk zelf. De spaghettizinnen, gedachtesprongen, referenties, buitelingen vergen een atletische potentie waarover zelfs vader Vestdijk als gymleraar in Harlingen niet beschikt zal hebben. Wij weten dat Simon veel van muziek wist en hield, maar de lezer staat met diens musicologische verkenningen voor zijn neus met lege handen. Niet voor niets lagen de muziekboeken jaren lang bij De Slegte. Alles in de roomsoezenzaal moest dus uitgelegd worden en dat hebben we allemaal geweten! Vredenburg had twee kenners uitgenodigd: professionele lieden die als hoogleraren het arme publiek met hun Vestdijkiana musicologica bestookten: de culturele avond werd gevuld met colleges literatuur en muziekwetenschap, omlijst door muziek en zang, eigenlijk heel origineel, want niemand wist wat hem te wachten stond, zeker niet de jeugdige journalist die met bloknoot en geslepen potloodpunt de dingen die komen zouden, vol verwachting had tegemoet gezien en deze voor zijn meesterproef wilde verslaan om te slagen in het leven van de kunstrecensies. De hoogleraren waren gevat, geestig, alert: ze klaarden hun klus vaardig, allereerst Emanuel Overbeeke, die ontzaglijk veel weet van Vestdijk en de muziek en dat wil hij wel kwijt. Hij struikelt af en toe over zijn woorden, maar misschien mag je dat niet zeggen in een serieus verslag. In ieder geval sprak hij beschaafd Nederlands en dat is al heel wat, tegenwoordig. Overbeeke voelt bekwaam aan. Ik noteerde uit zijn mond dat Vestdijk op een volstrekt nieuwe manier de | |
[pagina 7]
| |
muziek tegemoet trad, diametraal ingaande tegen de subjectief-descriptieve conventies der toonaangevende recensenten en dat werd hem niet in dank afgenomen. Voor het begrip van het werk van Mahler, Debussy en Sibelius is hij van essentieel belang geweest. Vestdijk mengt in zijn essays mystiek en metafysica, humor en ironie, ernst en luim. Vestdijk vergelijkt fragmenten onderling, zet delen van een muziekstuk tegenover elkaar, laat Bach en Beethoven, Mozart en Haydn met elkaar de ring betreden en een robbertje vechten: niets is muziekman Vestdijk te dol. Wij studenten in de Kleine Zaal uit 1938, happig op klanken die het oor strelen en het hart verwarmen, dachten dat we na het college-uur van prof. Overbeeke het wel gehad hadden, maar Het slot van een geweldige avond
toen moesten we nog door de vertogen van prof. Huib Ramaer heen: die had voor zijn naar kennis hongerend publiek de zaken degelijk voorbereid. Geen citaat of het was passend. Alle musicografische verkenningen van Vestdijk tussen 1951 en 1966 (de jaren van verschijning van de opstellen) toverde hij uit de hoge hoed. Geen fragment bleef in portefeuille. Het werd allemaal uitgestort over de Vestdijkianen die hun oren hadden meegebracht om klanken te horen.
Ik moet zeggen: de presentatie was grandioos. Ik waande me terug in de grote gehoorzaal van de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, waar ik in 1955 dr. Bernet Kempers hoorde over Händel, Schubert en Liszt. Die man kon ook uren praten over muziek, zonder één noot te laten horen, hij oreerde uren lang over het vak waarin | |
[pagina 8]
| |
Mieke Vestdijk bij de voorbereiding van haar ‘boekwinkeltje’.
hij hooggeleerde was geworden. Zo ook deed Ramaer. Hij had het allemaal mooi uitgezocht en op kaart gezet en hij ging maar door, altijd maar door, net zoals in de Boléro van Ravel.
En wij, in de Kleine Zaal van Vredenburg?
De oude Takma had het al opgegeven, de oude Ottilie keek naar de uitgang. Maar daar kwam de muziek van pianist Roger Braun en bariton Maarten Koningsberger en dat klonk prima. Fijne loopjes, heerlijke trillers, fantastische uit de diepste diepten komende klachten over liefde en dood, verlangen en teleurstelling, sonoor gepresenteerd. Bij de uitvoering van Debussy's La sérénade interrompue dacht ik aan een zoel regentje, gedurende Mozarts pianosonate KV 310 voelde ik een pêche melba in de keel glijden, heerlijk fris en guitig, tijdens Bachs Kunst der Fuge werd bij wijze van spreken een dame blanche geoffreerd, en dat allemaal in ijssalon Vredenburg, aan de grens van de Heerlijkheid Hoog Catharijne. Wij esoterici zaten op zwartstalen stoeltjes met rood bekleed en genoten dat het een aard had. Er werd zelfs een primeur gespeeld: een op een kassabonnetje teruggevonden Menuet van Ravel en dat werd door de charmant voordragende Ramaer zo maar aan ons gepresenteerd. De volgende dag keek ik tevergeefs in het Handelsblad Ja, wij Vestdijkianen namen daarvan kennis en waren de docenten dankbaar. La sérénade interrompue had ook een symbolische betekenis: het is een soort kentering, een onderbreking binnen studieuze gerichtheid. Voor Vestdijk, een verdienstelijk pianist en beginnend componist van fuga's, die twijfelde tussen geneeskunde en | |
[pagina 9]
| |
Veel belangstelling voor Mieke's werk.
muziekkunde was de titel van Debussy's muziekstuk een keerpunt: hij koos tóch voor wetenschap en de wil om als arts zijn brood te verdienen en bleef muziekliefhebber en - beschouwer. Hij werd geen genezer maar schrijver, doch liet de verkenningen op musicologisch gebied beklijven in de kolommen van Het Vaderland en de Groene Amsterdammer. Hij werd een van onze meest markante auteurs van de 20e eeuw en zou, ware de serenade niet onderbroken geweest, als musicoloog in de rook van de vergetenen opgegaan zijn.
Vestdijk lééft, dank zij duurzame aandacht van de Vestdijkiaaanse keurtroepen En wil je weten hoe aardig het was en hoe lang, kijk dan maar naar de plaatjes die Kees Meekel schoot! Hulde aan de organisatoren en uitvoerenden van de muziekavond en hulde aan de geleerde presentatoren van de colleges muziekkennis op diezelfde avond We zullen dit nooit vergeten. Het was luistervol en luisterrijk!
Amsterdam, 11 februari 2004
Een tevreden leerling-journalist (die nog veel moet leren) Fries de VriesGa naar eindIGa naar eindIIGa naar eindIII | |
[pagina 10]
| |
Muziek en literatuur, Simon Vestdijk‘La sérénade interrompue’
ensemble
in vredenburgs kleine zaal
fladderen bevlogen vingers
vleugelvaardig door
het muzikaal Vestdijkverhaal
de bariton zingt zacht Simons
Maiennacht, welluidende pracht
licht lopen klanken naar letters
muzieklyriek, Vestdijkchansons
de letters dragen de muziek
naar zinnen. Een beminnen
van samenspel. Fugatische liefde
largo en allegro, wisselend ritmiek
een étude van literatuur en muziek
luisterrijke klankepiek van ritmische lyriek
Helga den Besten
Utrecht, 10 februari 2004
Helga den Besten is dichteres, en woont en werkt te Nieuwerkerk aan de IJssel |