Vestdijkkroniek. Jaargang 2002
(2002)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
[pagina 43]
| |
De vraag naar de relatie tussen literatuur en werkelijkheid heeft al ontelbare pennen en toetsenborden in beweging gezet. Het is een vraag die blijft boeien. In mijn afstudeeronderzoek heb ik die vraag toegespitst op de vraag of er bekende, medische gegevens over de huidziekte psoriasis in Het glinsterend pantser te traceren zijn en zo ja, hoe Vestdijk die gegevens dan heeft verwerkt. Welke rol speelt de huidziekte psoriasis in dat boek? En welk beeld schetst de roman van iemand die psoriasis heeft? | |
Het verhaalDe ik-fguur, S., vestigt zich voor zijn werk, een vage ‘demografische’ taak, in opdracht van de regering een tijd in D.S. legt contact met het gezin van een aangetrouwde nicht van S.’ jeugdvriend, Bert Duprez. S. is nogal gecharmeerd van de dochter des huizes, Adri. S. leert tijdens zijn verblijf nog een vrouw kennen, Alice van Voorde. De twee sluiten (een platonische) vriendschap. Alice heeft veel langspeelplaten van de dirigent Victor Slingeland. Gaandeweg het verhaal blijkt ze zelfs verliefd op hem te zijn. Victor is een jeugdvriend van S., maar de twee hebben elkaar al in geen jaren meer gezien. Aanvankelijk vertelt S. Alice niet dat hij Victor van vroeger kent. Hij doet dat pas - waarom blijft duister - als ze samen naar een concert gaan waar Victor dirigeert. S. en Alice ontmoeten Victor even in de pauze. Alice is onder de indruk van Victor en daarom regelt S. een ontmoeting tussen beiden. S. weet aanvankelijk niet hoe die ontmoeting heeft uitgepakt. Totdat uit een briefje van Alice blijkt dat ‘er [...] vreselijke dingen gebeurd [zijn]’ en dat Alice daarom voor onbepaalde tijd naar het buitenland vertrekt (p. 72) Vervolgens heeft S. een lange flashback naar zijn jeugdvriendschap met Victor en Bert. De drie jongens zitten op dezelfde school en trekken veel met elkaar op en discussiëren veel met elkaar. Godsdienst is een geliefd onderwerp. S. is erg geïntrigeerd door Victor. Hij bewondert hem. Bovendien vermoedt hij een geheim rondom Victor, maar S. komt er niet achter wat dat is. Een belangrijke gebeurtenis in deze jaren is een etentje van de drie jongens met de familie van Bert en met een paar vrienden van de familie. Victor stoot daarbij een glas om en Berts vader wordt boos op Victor. Dan begint Victor opmerkelijk fel te schelden tegen Berts vader. Het gebeuren maakt diepe indruk op S. In hun studiejaren krijgt Victor een relatie met Stan, een tante van Bert, op wie ook S. stiekem een beetje verliefd is. Hoe die relatie precies is, blijft onduidelijk, maar Victor verbreekt die relatie op een gegeven moment, omdat hij gaat verhuizen naar het buitenland. Stan pleegt zelfmoord, maar het waarom van die daad blijft vaag. Na de beschrijving van zijn jeugdvriendschappen wijdt S. zich weer aan het heden. Van Alice van Voorde hoort hij enige tijd niets. Wel knoopt hij nauwere banden aan met het gezin van Berts aangetrouwde nicht. Hij speelt bijvoorbeeld regelmatig piano met Adri. S. wordt verliefd op haar en zij ook op hem, maar de wederzijdse aantrekkingskracht gaat niet verder dan een enkele zoen. Adri's moeder vraagt S. om bij Victor te bemiddelen voor pianolessen van Victor aan Adri. S. doet dat. Na een aantal weken wordt Adri ziek en krijgt hoge koorts. Ze ijlt en zegt verschillende malen dat S. vreselijke dingen tegen haar gezegd heeft. Die begrijpt er niets van, en als Adri beter is, vraagt hij haar naar de toedracht van dat verhaal. Dan blijkt dat Victor Adri de huid vol gescholden heeft. | |
[pagina 44]
| |
S. is boos op Victor en besluit hem ter verantwoording te roepen. Aanvankelijk vertelt Victor alleen maar dat die scheldpartijen hem een bijzonder aangenaam gevoel bezorgen, en dat ze voor hem vaak het enige redmiddel zijn als een vrouw voor zijn gevoel te dicht in zijn buurt komt. Uiteindelijk vertelt Victor ook de achterliggende oorzaak: hij blijkt een huidziekte, psoriasis, te hebben. Hij schaamt zich daarvoor en wil niet dat een vrouw letterlijk te dicht bij hem komt. Dreigt dat toch te gebeuren dan scheldt hij haar de huid vol. S. is aangedaan door de onthulling. Aan de ene kant is hij ontredderd omdat zijn beeld van de man waarmee hij zich zo identificeerde en die hij bewonderde in gruzelementen is gevallen. Aan de andere kant voelt hij zich meer verbonden met Victor dan ooit, omdat hij nu Victors geheim kent en eindelijk inzicht in zijn persoonlijkheid heeft gekregen. | |
Wat is psoriasis?Het draait in Het glinsterend pantser om psoriasis. Psoriasis is een huidziekte waarbij de celdeling is verhoogd. De huidcellen kunnen nauwelijks uitrijpen en daardoor ontstaat een abnormale verhoorning. De hoornlaag is verdikt en schilferig. De ziekte komt vrij frequent voor, bij twee tot vier procent van de Nederlandse bevolking. De ziekte kan in een milde vorm voorkomen, waarbij bijvoorbeeld alleen de ellebogen aangedaan zijn, maar kan ook heel heftig zijn en zich uitbreiden over het hele lichaam. Bij psoriasis zijn de huidbeschadigingen rood en schilferachtig. De schilfering is vaak plaatjesvormig, wit, zilverachtig en glanzend. Wanneer je door over de schilferlaag te krabben de schilfers losmaakt, wordt het licht in verschillende richtingen gebroken. Daardoor wordt de hoornlaag ondoorzichtiger en witter. Bij verder krabben kunnen kleine bloedinkjes ontstaan. Psoriasis kan over het hele lichaam voorkomen, maar ontstaat vooral veel op de strekzijden van knieën en ellebogen, de stuit en het behaarde hoofd. De ziekte kan in principe op iedere leeftijd ontstaan, maar begint meestal op latere leeftijd, vaak in de puberteit of adolescentie. De ziekte is chronisch, en kent periodes van verbetering en verergering. De behandeling van psoriasis verschilt per patiënt en is afhankelijk van de vorm, de lokalisatie, de uitbreiding en het verloop van de aandoening. Ook de leeftijd en de instelling van de patiënt spelen een rol. Behandelingsmogelijkheden zijn medicijnen, zon en zee, teer en ultraviolet licht.Ga naar eind1. | |
Vestdijks waarschijnlijke bronnenOm te onderzoeken of Vestdijk in Het glinsterend pantser medisch betrouwbare gegevens over psoriasis heeft verwerkt heb ik onderzocht welke bronnen Vestdijk daarvoor kan hebben gebruikt. Twee titels uit Vestdijks bibliotheek, gehuisvest in Utrecht, blijken relevant.Ga naar eind2. Dat zijn: Repetitorium der Haut- und Geschlechtskrankheiten für Studierende und Aerzte van Kromayer Aerzte (verder: Repetitorium)Ga naar eind3. en Een katamnestisch onderzoek bij patiënten met psoriasis vulgaris.Ga naar eind4.
Het Repetitorium heeft Vestdijk zo goed als zeker tijdens zijn geneeskundestudie (1917-1927) bestudeerd. Het exemplaar dateert namelijk uit 1921 en bevat diverse onderstrepingen. Ook de toevoeging in de titel dat het een boek voor studenten en artsen is maakt aannemelijk dat Vestdijk het werk heeft bestudeerd. In het Repetitorium zijn twee vakgebieden opgenomen: huidziekten en geslachtsziekten. In de geneeskunde vallen huid- en geslachtsziekten onder een en hetzelfde specialisme. Dat verklaart | |
[pagina 45]
| |
dat beide gebieden in een boek zijn opgenomen. Daarmee zijn huidziekten en seksualiteit bijna automatisch met elkaar verbonden. Kromayer behandelt in het Repetitorium diverse aspecten van psoriasis. Overigens schrijft hij hoegenaamd niets over de invloed van de psyche op psoriasis of over de invloed van psoriasis op het welbevinden van een patiënt. Dat hangt wellicht samen met de wijze van geneeskunde ‘bedrijven’ die in zijn tijd gangbaar was. Die was vrij technisch. Er was weinig aandacht voor de psychische effecten van een ziekte, al waren dankzij Freud de psychiatrie en de psychoanalyse wel flink in opmars.
De tweede relevante publicatie is Een katamnestischGa naar eind5. onderzoek. Het is een proefschrift waarin de behandeling van patiënten met psoriasis in het ziekenhuis van de Universiteit van Amsterdam centraal staat. Het proefschrift is een half jaar na de verschijning van Het glinsterend pantser gepubliceerd. Een saillant detail is dat een fragment uit Victors onthulling in Het glinsterend pantser is opgenomen als motto van het proefschrift. Omdat Een katamnestisch onderzoek later is verschenen zou je het boek terzijde kunnen schuiven als niet ter zake doende. Dat is echter onterecht, want juist dit proefschrift kan een goed overzicht geven van de kennis die artsen rond 1956, het jaar van het verschijnen van Het glinsterend pantser, hadden van psoriasis en waarvan je mag aannemen dat Vestdijk als arts die ook had. Opmerkelijk is dat Van der Meulen een psychiater in beeld brengt. Van der Meulen beschrijft dat soms patiënten met psoriasis baat kunnen hebben bij een behandeling door een psychiater. Hij geeft een aantal voorbeelden van situaties waarin de psychische toestand van iemand met psoriasis duidelijk invloed had op het verloop van de ziekte. Steeds blijkt dan dat wanneer een patiënt met psoriasis zijn psychische problemen ‘aanpakt’, de ziekte minder erg wordt. Maar ook bij Van der Meulen vind je geen informatie over de psychische gevolgen van de ziekte en over het belang van aandacht daarvoor. Vestdijks roman draait echter juist om het effect van psoriasis op de psychische gesteldheid van de patiënt. Hiermee voert hij dus een element ten tonele dat in de periode van het verschijnen van Het glinsterend pantser geen medisch gemeengoed was. | |
Vestdijk en het RepetitoriumVestdijk heeft voor het verwerken van psoriasis in Het glinsterend pantser naar alle waarschijnlijkheid geput uit het Repetitorium. Diverse formuleringen zijn bijna letterlijk terug te vinden in Het Repetitorium. Enkele saillante tekstdelen zijn onderstreept. Dat zijn: ‘Streckseiten, Ellebogen und Knie’, ‘behaartes Kopf’ (bij de lokalisatie), ‘Sie bevorzugt die Pubertätsjahre’, de namen van de verschillende vormen van psoriasis, en ‘bei starker Schuppenbildung sind Seifenbäder [aanbevelenswaardig]’. | |
SchilfersKromayer beschrijft het ontstaan van een hoornlaag die behalve verdikt ook schilferig is. Het woord schilfers komt tweemaal voor in Het glinsterend pantser, beide keren tijdens de onthulling van Victor. De eerste keer is wanneer Victor S. zijn huid toont. S. neemt dan schilfers waar: ‘[...] witte punten, schilfers, glinsterend [...]’ (p. 251). De tweede keer is wanneer Victor zich weer teruggetrokken heeft om zich aan te kleden. S. is helemaal van de kaart door wat hij net heeft gezien en realiseert zich: ‘En geglinsterd had het, bij de lieve goede Jezus, geglinsterd. Schilfers.’ (p. 252). | |
[pagina 46]
| |
Als S. tijdens de onthulling de psoriasisplekken ziet, heeft hij de indruk dat die plekken zouden kunnen bloeden: ‘Het waren ronde of zich spiraalsgewijs uitbreidende vlekken, rood, hier en daar bloedend wellicht, zich verenigend...’ (p. 250). Deze beschrijving lijkt eveneens een voorbeeld van een ontlening aan Kromayer. Deze beschrijft namelijk nogal gedetailleerd hoe het komt dat een psoriasisplekje kan gaan bloeden als je een schilfer lostrekt. | |
VormKromayer beschrijft verschillende vormen van psoriasisplekken, waaronder de psoriasis guirlandata, of gyrata. Bij psoriasis guirlandata krijgen plekken de vorm van ringen die in elkaar overgaan. Zo vormen ze als het ware een guirlande. Dit komt sterk overeen met de beschrijving die S. geeft van de vorm die Victors psoriasisplekken hebben: ‘Het waren ronde of zich spiraalsgewijs uitbreidende vlekken, rood, hier en daar bloedend wellicht, zich verenigend...’ (p. 250). ‘Spiraalsgewijs uitbreidende vlekken’ is geen beschrijving die je zomaar even uit je mouw schudt. Deze omschrijving is volgens mij dan ook niet toevallig, daarvoor zijn ‘rond’ en ‘spiraalsgewijs’ te duidelijk aan ‘guirlande’ te koppelen. Dit lijkt me een duidelijke aanwijzing voor het feit dat Vestdijk voor Het glinsterend pantser geput heeft uit het boek van Kromayer. | |
RecidivesPsoriasis is door Kromayer beschreven als een ziekte met recidives: een van die ziektes die zich als het ware een tijd rustig kunnen houden - wat niet wil zeggen dat ze dan helemaal weg zijn - en die dan weer ineens heftig kunnen worden. In Het glinsterend pantser komt het woord recidive niet letterlijk voor, maar in de opmerking van‘Het waren ronde of zich spiraalsgewijs uitbreidende vlekken...’, psoriasisplekken op de strekzijde van de elleboog.
Victor tegen S. over het feit dat de ziekte 's zomers minder erg is dan 's winters wordt psoriasis in de roman wel degelijk gekarakteriseerd als een ziekte met recidives. | |
LokalisatieKromayer schrijft over de lokalisatie van psoriasis dat de aandoening vooral voorkomt op de strekgedeelten van het lichaam, namelijk de ellebogen en de knieën en verder op het behaarde hoofd. De ziekte kan echter ook op de rest van het lichaam voorkomen. Die lokalisatie is onmiskenbaar terug te vinden in Het glinsterend pantser. Op twee momenten neemt S. tijdens de onthulling de lokalisatie van de plekken waar:
‘[...] en eronder was de huid niet zoals huid moet zijn bij de mens, en ook de armen, vooral aan de achterkant, bij de ellebogen, waren niet zoals men zich gewend is menselijke armen voor te stellen.’ (p. 250) | |
[pagina 47]
| |
Duidelijker kan de link met de beschrijving van Kromayer bijna niet zijn. Die link wordt bevestigd in de tweede waarneming. Als Victor zich vervolgens omdraait en met de rug naar S. toe staat, ziet deze: ‘Op de rug was de uitslag minder sterk tot ontwikkeling gekomen.’ (p.252). Kortom: de beschrijving van de lokalisatie komt zo onmiskenbaar overeen met de theorie van Kromayer, dat ook dit geen toeval kan zijn. Ook dit punt heeft Vestdijk naar mijn mening van Kromayer overgenomen. | |
Heftige verschijningsvormBijna terzijde laat Kromayer zich uit over de levensfase waarin de ziekte zich openbaart: de puberteit. Hij besteedt daaraan maar één zin en zegt dat de ziekte ‘een voorkeur heeft voor de puberteit’. Dit aspect komt in de letterlijke zin ook in Het glinsterend pantser maar een keer aan de orde. Als Victor na de onthulling weer aangekleed bij S. terugkomt, hoort S. hem zeggen ‘dat het met deze ziekte in de jeugd altijd het ergste was’ (p.253). | |
BehandelingKromayer noemt de toepassing van teer en zalven als belangrijkste behandelmethoden. In Het glinsterend pantser blijken die diverse malen aan de orde te komen. Het meest direct is dat het geval tijdens de onthulling. Net voor de onthulling, als S. wacht op de terugkomst van Victor, neemt hij in de kamer een opmerkelijke geur waar: ‘Er heerste in de kamer een eigenaardige geur, die aan teer deed denken.’ (p. 249). Als Victor zich vervolgens aan S. toont, ziet deze: ‘[...] of dan die resten van zalf of wat het mocht zijn, die als violette of bruingele vegen achtergebleven waren bij de reiniging, ontzwachteling, waaraan hij zich in de badkamer had onderworpen’ (p. 251). Wanneer Victor de badkamer weer binnengaat, ziet S. de deur van de badkamer op een kier staan:‘[...] waardoor ik een gedeelte van de badkuip ontwaarde en een doek daaroverheen, vol bruine vlekken’ (p. 252). De laatste twee vermeldingen zijn weliswaar enigszins indirect, maar daardoor niet minder evident. Teerzalf is bruin van kleur, en moeilijk te verwijderen uit stoffen, kleren en dergelijke. Dat verklaart het ‘bruingele vegen’ en de doek ‘vol bruine vlekken’. Dat Victor onder meer teer en misschien ook andere zalven gebruikt, lijkt ook te spreken uit de scène waarin Alice van Voorde en S. Victor ontmoeten in de pauze van een concert waarbij Victor dirigeert. S. beschrijft dat Victor een wollen sjaal om heeft, en die sjaal wat losrukt, zodat zijn hals bloot komt. S. kijkt naar die hals en vindt hem mager, wat gerimpeld, wat verweerd. Victor volgt de blik van S. en trekt vervolgens zijn sjaal weer vaster (p. 49, 50). Dat Victors huid er gerimpeld, dus heel droog, en wat verweerd uitziet, zou onder meer door de teerzalf kunnen komen, omdat die de huid erg uitdroogt.
Na de onthulling zegt Victor tegen S. dat de ziekte 's zomers minder erg is dan 's winters. Die uitspraak kun je opvatten als een weergave van de medische overtuiging dat zonlicht goed is voor een psoriasishuid. 's Zomers impliceert tenslotte zon en als de ziekte 's zomers minder erg is dan 's winters kun je daaruit wel afleiden dat Vestdijk hier waarschijnlijk het medische gegeven heeft verwerkt dat iemand met psoriasis baat kan hebben bij zonlicht. Dat heeft hij dan niet op Kromayer gebaseerd, want die schrijft daarover niets, maar Van der Meulen maakt er wel expliciet melding van. Van der Meulen beschouwt ook de hoogtezon als een erg belangrijk onderdeel van de therapie, terwijl Kromayer het alleen nog maar over een kwartslamp had. Hieruit is af te leiden dat | |
[pagina 48]
| |
Vestdijk contemporaine ontwikkelingen op het gebied van de behandeling van psoriasis in de roman heeft verwerkt. Dit aspect komt in Het glinsterend pantser overigens vaker aan de orde. Verschillende malen beschrijft S. dat Victor bruin is, op vakantie in de bergen gaat enzovoort. Dat bruin zijn heeft waarschijnlijk te maken met het gebruik van een hoogtezon of met de vakanties naar de bergen (p. 38, 43, 95). Op p. 249 is sprake van een ‘klein model hoogtezon’. | |
LeefregelKromayer is van mening dat mensen met psoriasis soms baat hebben bij een vegetarisch dieet. Ook Victor blijkt, weliswaar maar korte tijd, vegetarisch te hebben gegeten: ‘[...] en ik meen mij te herinneren dat hij toen al, behalve wijn, ook vlees weigerde, al bekeerde hij zich eerst later tot een meer militant vegetarisme, niet voor lang trouwens.’ (p.91). Ook dit punt lijkt me een duidelijke ontlening van Vestdijk aan Kromayer. | |
Psoriasis en de structuurelementenDe gegevens die Vestdijk aan het Repetitorium ontleend heeft, heeft hij op diverse manieren verwerkt in structuurelementen van de roman. | |
De titelMet name in de titel en de thematiek van Het glinsterend pantser blijkt hoe Vestdijk medische aspecten van psoriasis heeft verweven met de structuur van de roman. De titel van de roman bijvoorbeeld is een verwijzing naar psoriasis. Het ‘glinsterend’ verwijst namelijk naar een typische eigenschap van de psoriasishuid: het geglinster door een bepaalde lichtval op de aangedane huid. Het ‘glinsterend pantser’ kan dan heel goed de ziekte psoriasis zijn die voor Victor fungeert als een pantser. Vanwege de ziekte wapent hij zich tegen mensen die naar zijn gevoel te dicht in zijn buurt komen. | |
MotievenEen veelzeggend motief is de herhaalde zinsnede ‘mijn jeugdvriend, mijn vriend’ of ‘mijn vriend, mijn jeugdvriend’. S. denkt dat bijvoorbeeld wanneer S. toehoort als Victor voor hem pianospeelt (p. 159), of als hij Adri's moeder probeert te waarschuwen voor het contact tussen Adri en Victor: ‘Maar ik kon onmogelijk zeggen: hij is mijn vriend, een jeugdvriend zelfs (p. 206) en als S. over Victor en de beeldengroep droomt: ‘...en ik wist, dat het mijn vriend was, mijn jeugdvriend...’ (p. 210). Het is een veelzeggende herhaling omdat Vestdijk aan het eind van Het glinsterend pantser met deze zinsnede de psoriasis verbindt met het thema van de jeugdvriendschap. De terloopse opmerkingen over Victors bruine huidskleur refereren duidelijk aan een medisch aspect, namelijk het gunstige effect van zonlicht op psoriasis. Het herhalen van die opmerkingen is een literaire verwerking van dit medisch aspect. Ook het feit dat de observaties van Victors gelaatskleur bijna weggemoffeld zijn in het verhaal is veelzeggend. Vestdijk lijkt daarmee de spanning in het verhaal te hebben opgebouwd. De oplettende lezer die nog niet weet dat Victor psoriasis heeft, zal zich steeds meer afvragen wat dat toch te betekenen heeft, die bruine gelaatskleur. Zo wordt de herhaling een spanningselement. | |
Enkele thema'sEen belangrijk aspect van psoriasis is dat de ziekte zich vaak in de puberteit voor het eerst openbaart. Vestdijk heeft dit aspect ingenieus verweven met de thema's de onbereikbare liefde en de jeugdvriendschap. De vriendschap tussen S. en Victor is begonnen in hun puberteit. Nu is de puberteit sowieso een verwarrende en ingewikkelde periode, niet in de laatste plaats omdat het ook de periode is waarin je je seksueel | |
[pagina 49]
| |
ontwikkelt. Dat is vaak allemaal al gecompliceerd genoeg voor jongeren. Als je dan in die ingewikkelde periode ook nog eens een huidziekte krijgt die - dat kan bijna niet anders - je gevoelens over jezelf beïnvloedt en de - wellicht vermeende - gevoelens die je anderen over jezelf toedicht, is de basis voor een gestoorde ontwikkeling van je seksualiteit wel gelegd. Niet voor niets heeft Vestdijk als ziekte psoriasis gekozen: voorzover ik weet, is er geen ziektebeeld dat én zich vaak in de puberteit voor het eerst openbaart én zo veel impact heeft op lichamelijkheid en seksualiteit als psoriasis. Andere huidziekten hebben namelijk niet als specifiek kenmerk dat ze zich openbaren in de puberteit. Kortom: onbereikbare liefde, eenzaamheid, jeugdvriendschap en psoriasis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vestdijk lijkt dat zelf te bevestigen aan het eind van Het glinsterend pantser als Victor zegt dat het ‘met deze ziekte in de jeugd altijd het ergste was...’ (p. 253). Die opmerking vloeit over in S' overpeinzing: ‘en dat het met deze ziekte in de jeugd altijd het ergste was, -ja, in de jeugd zijn de dingen het ergste, daar duren zij het langst, tot heel veel later toe’. Een betere tekstuele onderbouwing voor mijn conclusie kan ik me niet wensen. Vestdijks keuze voor een huidziekte past ook bij de diverse thema's van Het glinsterend pantser omdat huid- en geslachtsziekten binnen de geneeskunde onder een specialisme vallen. Daarmee zijn een huidziekte en seksualiteit automatisch met elkaar verbonden. Vroeger heette dat specialisme venerologie. Deze combinatie verklaart ook dat Bert dacht dat Victor een geslachtsziekte had, omdat hij Victor bij een veneroloog vandaan zag komen (p. 178). Psoriasis is ook verbonden met het thema identificatie, een veelbesproken thema in Het glinsterend pantser. Een huidziekte roept immers associaties op met uitdrukkingen die met het woord huid te maken hebben. Dat er in Het glinsterend pantser sprake is van ‘iemand de huid vol schelden’ zal wel duidelijk zijn. Maar een toepasselijke uitdrukking lijkt me ook ‘in de huid van [...] kruipen’, aangezien S. zich sterk identificeert met Victor. | |
Vestdijks verwerking op abstract niveauVestdijk heeft niet alleen maar bekende medische aspecten van psoriasis in de roman verwerkt. Hij heeft ook op een geraffineerde manier een effect van de ziekte verwerkt dat eigenlijk vrij voor de hand ligt, maar tot het verschijnen van het boek nog nergens beschreven was: de mogelijke betekenis van een huidziekte voor het psychisch en sociaal functioneren. Vestdijk heeft met zijn nadruk op de psychologische effecten van de huidziekte duidelijk een nieuwe dimensie toegevoegd aan de bestaande opvattingen over de ziekte. Die nieuwe dimensie is de uitwerking van de ziekte op het psychisch functioneren van Victor. Victor wordt steeds beschreven als een wat afstandelijke jongen of man, die zich moeilijk geeft (p. 57). S. schrijft dat Victor geen ‘vrouwenman’ is en het tegendeel van een verleider (p. 70). Verder scheldt hij vrouwen die hem te nabij komen de huid vol en heeft hij alleen seks met prostituees, toch niet echt alledaags. Een psychologisch effect van de ziekte blijkt ook uit het feit dat Victor nooit zwom (p. 84), een overduidelijke metafoor voor zich niet bloot willen geven. Verder vertelt een jeugdvriendinnetje van Victor op een gegeven moment aan S. dat ze Victor niet mocht betasten (p. 130). Kortom, er is nogal wat aan de hand met Victor, en Vestdijk heeft aanwijzingen daarvoor heel vernuftig door het verhaal heen geweven. | |
[pagina 50]
| |
IntertekstualiteitHet feit dat Vestdijk voor het schrijven van Het glinsterend pantser een bron heeft gebruikt, brengt dit onderzoek op het terrein van de intertekstualiteit. Bij intertekstualiteit gaat het om het bestuderen van de manier waarop de schrijver een eerdere tekst - creatief of onbewust - vernieuwend heeft verwerkt, en hoe de lezer leest, met kennis van conventies en teksten.Ga naar eind6. In Het glinsterend pantser is sprake van twee typen intertekstualiteit: typologische en tekstuele. Typologisch omdat er sprake is van variatie van een teksttype. Vestdijk heeft het teksttype studieboek gebruikt bij het schrijven van een roman. Allerlei systematisch opgesomde en objectieve teksten uit het studieboek zijn verwerkt in een roman, gekenmerkt door verhaallijnen en alle structuurelementen die een roman moet hebben om roman te zijn. Daarnaast is sprake van tekstuele intertekstualiteit omdat in Het glinsterend pantser een bepaalde tekst getransformeerd is. Bepaalde, theoretische (gedeelten van) teksten uit dat studieboek zijn omgezet in bijvoorbeeld observaties van S. (onder meer van Victors bruine gelaatskleur, van de vorm van de psoriasisplekken tijdens de onthulling) en uitspraken van Victor (over de ziekte, tijdens de onthulling). In die observaties en uitspraken klinkt veel subjectiviteit en mededogen door. In de objectieve inhoud is de oorspronkelijke tekst uit het studieboek weliswaar terug te vinden, maar Vestdijk heeft er onmiskenbaar een extra dimensie aan gegeven. De woorden ‘het waren ronde of zich spiraalsgewijs uitbreidende vlekken’ roepen direct de associatie op met de guirlandeachtige vorm van psoriasis bij Kromayer. Bij Vestdijk wordt een medisch gegeven echter bijna een lyrische beschrijving van de psoriasisplekken. Om een goed beeld van die overgang te krijgen, geef ik het volledig citaat: ‘Het waren ronde of zich spiraalsgewijs uitbreidende vlekken, rood, hier en daar bloedend wellicht, zich verenigend, zich van elkaar scheidend als de nevelvlekken bij de geboorte van een gruwelijk heelal: vlammen zonder zin of grond; en ook het licht was er, dat er zijn moest bij zulk een schepping uit niets: niet duidelijk, niet overtuigend, meer in kleine kernen hier en daar, witte punten, schilfers, glinsterend, nu ja, zo was het wel, al was het maar nietig en verspreid: glinsterend in dat melkwitte schijnsel van de lamp in het midden van de zoldering.’ (p. 251) Deze beschrijving is bijna poëtisch, gezien de diverse poëtische structuurelementen die in het citaat terug te vinden. Zo is er bijvoorbeeld de tegenstelling in ‘zich verenigend, zich van elkaar scheidend’. Een ander belangrijk element is de metafoor ‘als de nevelvlekken bij de geboorte van een gruwelijk heelal’, met daarin de alliteratie en assonantie in het woord nevelvlekken en de alliteratie in de woorden ‘geboorte’ en ‘gruwelijk’. Ook de beschrijving van het licht is nogal ongewoon ‘dat er zijn moest bij zulk een schepping uit niets’. Het past in ieder geval bij het beeld van de geboorte van een gruwelijk heelal. In ‘kleine kernen’ is weer sprake van alliteratie. Ten slotte heeft de beschrijving ‘witte punten, schilfers, glinsterend’ veel weg van een vrij gedicht, met bovendien assonantie: de iklank. Zo heeft Vestdijk van een medisch aspect in feite poëzie gemaakt. De lokalisatie van de psoriasisplekken heeft Vestdijk eveneens literair bewerkt weergegeven. Vestdijk heeft een objectieve beschrijving omgezet in een subjectieve door S. de psoriasisplekken te laten observeren: ‘[...] en boven die lendendoek en eronder was de huid niet zoals de huid moet zijn bij de mens, en ook de armen, vooral aan de achterkant, bij de | |
[pagina 51]
| |
ellebogen, waren niet zoals men zich gewend is menselijke armen voor te stellen (p. 251). In geen enkel medisch studieboek vind je een beschrijving als ‘zoals de huid moet zijn bij de mens’ of ‘zoals men zich gewend is menselijke armen voor te stellen’ terug. Vanzelfsprekend vloeit deze subjectieve observatie voort uit het personaalperspectief, maar het is te gemakkelijk om Vestdijks bewerking van de ziektegegevens af te doen als subjectief vanwege het perspectief en daar verder geen voorbeelden van te geven. Ook over de behandelmethoden informeert Vestdijk de lezer door de waarnemingen van S: ‘Er heerste in de kamer een eigenaardige geur, die aan teer deed denken’ (p. 249). Geen feit dus, maar een mogelijkheid. Die is bovendien in de vorm van een vergelijking literair gegeven. Die bewerking heeft Vestdijk ook in het volgende citaat toegepast: ‘of dan die resten van zalf of wat het mocht zijn, die als violette of bruingele vegen achtergebleven waren bij de reiniging, ontzwachteling, waaraan hij zich in de badkamer had onderworpen’ (p. 251-252). Een omschrijving als ‘wat het mocht zijn’ staat natuurlijk niet in een medisch handboek, net zo min als de combinatie ‘reiniging, ontzwachteling’. Bovendien klinken die laatste twee woorden in combinatie met het tekstgedeelte dat erop volgt bijna als een rituele handeling. | |
RecapitulerendHet moge duidelijk zijn dat Vestdijk bij het verwerken van psoriasis in Het glinsterend pantser geput heeft uit een medische bron. Gegevens daaruit heeft hij ingenieus verwerkt in de thema's en structuur van de roman. Blijkbaar heeft Vestdijk dus een realistisch beeld van de ziekte willen geven. Daarnaast voegt hij een nieuw element toe aan de informatie uit de bron die hij gebruikt heeft: de invloed van psoriasis op de psychische en sociale ontwikkeling van iemand met de ziekte. Misschien was Vestdijk zelf tot het inzicht gekomen dat de ziekte die invloed op mensen kan hebben, misschien vloeit zijn keuze voort uit het bijhouden van de medische ontwikkelingen. Interessanter nog is de vraag of Vestdijk met deze roman heeft bijgedragen aan een realistisch beeld van psoriasis bij lezers van de roman en aan begrip voor mensen met die aandoening. Stof voor nader onderzoek misschien. Het glinsterend pantser is een rijk boek, met veel dimensies. Niet voor niets zijn er alleen al in ‘De Vestdijkkroniek’ talloze artikelen aan de roman gewijd. Het beschrijven van alleen de verwerking van psoriasis in de roman doet dan ook beslist geen recht aan de roman. Die beschrijving is maar een facet maar geeft wel weer meer inzicht in de opbouw en thematiek van Het glinsterend pantser. Niet meer maar ook niet minder. |
|