Vestdijkkroniek. Jaargang 1999
(1999)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
Vestdijk en de mannen van Forum,
| |
[pagina 23]
| |
We gaan praten over jouw herinneringen met betrekking tot Vestdijk en ook met betrekking tot het tijdschrift Forum. De eerste vraag in dat verband is eigenlijk de vraag die naar voren kwam toen het probleem ontstond over de toekomst van de Vestdijkkring. Er waren toen mensen die vonden dat het misschien zinvoller zou zijn om een Forumkring op te richten in plaats van een Vestdijkkring. Mijn vraag aan jou is of je vindt dat er een Forumkring moet komen of ben je van mening dat wij op de vroegere weg door moeten gaan en ons moeten gaan inzetten voor de Vestdijkkring?
Ja, ik vind dat laatste. Het gaat toch om Vestdijk en daarom hoeft die hele Forum-affaire waarin hij overigens niet zo'n vreselijk grote rol heeft gespeeld, niet verloren te gaan. Want je kunt altijd onderwerpen als ‘Vestdijk in Forum’ of ‘Vestdijk over Forum’ opvoeren, het gaat toch om Vestdijk. Forum was het tijdschrift waarin Vestdijk belangrijke publicaties heeft gedaan. Over Forum zijn overigens ook al studies gemaakt en daar ben je sneller over uitgepraat dan over Vestdijk.
Ik denk ook dat Forum een te beperkte ingang is. Het is een zeer interessant tijdschrift, maar Vestdijk heeft daarna nog veel meer gepresteerd. Hij was wel redacteur en heeft een heleboel artikelen door z'n handen laten gaan en met z'n mederedacteuren beoordeeld. Je komt er natuurlijk nooit achter hoe dat precies is verlopen.
De Vestdijkkring is indertijd opgericht uit enthousiasme over het werk van Vestdijk. Dat werk gaat over een veel grotere periode dan die vier jaar van Forum. Behalve de ingang van Forum heb je ook de ingang van Groot Nederland en van andere bladen waar hij redakteur van is geweest. In verband met Forum wil ik jou toch nog iets vragen, want jij hebt mensen uit die tijd gekend. Waar stond Forum nou eigenlijk voor, wat was het bijzondere van Forum? Ik heb zelf het Ter inleiding van het eerste nummer bekeken en ik vond een paar interessante uitgangspunten, hoewel ik niet kan zeggen dat dat nou een soort filosofie weergeeft. Daar staat bijvoorbeeld: ‘Men heeft voor den dichter den geheelen mensch soms verwaarloosd, men heeft de poëzie vaak losgemaakt van de rest der aardsche verschijnselen en haar soms verdacht doen lijken op een esoterische cultus.’ Dus daar was men tegen. Men was tegen het losmaken van de mens met wat hij voortbracht. Dat heb ik gesignaleerd en ik denk ook zeker dat Max Nord thuis 31 maart 1999 (foto. Hans Visser)
Vestdijk zich daar ook heel duidelijk aan hield. Op dat moment althans, dus hij schreef niet voor het mooie.
De vraag is natuurlijk altijd: waarom schrijf je? Dat is eigenlijk wel degelijk voor het mooie. Het is maar wat je onder ‘het mooie’ verstaat. En Vestdijk heeft onder ‘het mooie’ toch wel degelijk een eigen stijl en een eigen zienswijze verstaan en dus niet de wijze waarop de schoonheid werd aanbeden en werd losgemaakt van z'n schepper, zeg maar, voordat deze groep daartegen in opstand kwam.
Ik dacht dat zij meer doelden op wat de Tachtigers hebben voortgebracht en zich daar ook tegen afzetten.
Ja, het begint natuurlijk wel bij de Tachtigers, maar het werkt toch tot en met de generatie van Forum door. Bijvoorbeeld Werumeus Buning, die bespot is door Vestdijk, zoals Ter Braak de draak stak met Jan Engelman. Je kunt wel zeggen dat het begint bij Tachtig, maar Tachtig was ook weer een reactie. In zijn uitersten en juist in zijn filosofie is Tachtig op den duur verwaarloosd en verwaterd. En toen is weer Forum ontstaan. Ik vond in feite dat Vestdijk er goed in paste zonder dat hij nou de grote theoreticus ervan was. De grote theoretici van Forum waren natuurlijk Ter Braak en Du Perron. Maar als je nu zijn eerste boek dat niet uitgegeven werd vanwege de lengte (‘Kind | |
[pagina 24]
| |
tussen vier vrouwen’) bekijkt, is dit eigenlijk al de vervulling van het grondprincipe van Forum.
Het is jammer dat het toen niet is gepubliceerd.
Dat vind ik eigenlijk niet, want omdat het toen geweigerd is, heeft hij er vier andere boeken van gemaakt, die ik dan gemist zou hebben, terwijl ‘Kind tussen vier vrouwen’ veel later toch nog gedrukt is.
Ja, anders was hij het kwijt geweest en nu heeft hij er nog heel veel mee kunnen doen. Het is zeer gelukkig dat wij achteraf dat werk nog hebben kunnen lezen, want ik vind het nog altijd mooier dan de Anton Wachterromans, dat is mijn persoonlijke mening.
Dat kan ik niet zeggen.
Wat ik ook las in het door Ter Braak, Du Perron en Roelants ondertekende Ter inleiding, en dat vond ik eigenlijk wel erg interessant, dat gaat over de polemiek. De medewerkers van Forum zeggen: ‘Wij zullen polemisch zijn wanneer polemiek zich als wenschelijk aan ons voordoet. De polemiek is voor ons onafscheidelijk van de zelfbegrenzing der persoonlijkheid en in de angst voor de polemiek, die zich tracht te verbergen achter een voorzichtige en decente objectiviteit, zien wij een bewijs, dat die angstigen de polemiek als levensbevestiging niet kennen, dat zij polemiek niet anders kunnen concipieeren dan als twist.’ Waar het dus omgaat is, dat zij polemisch willen zijn.
Om twee redenen, heb ik altijd gedacht. Ik ben van na Forum, ik heb Forum niet meegemaakt en heb dat ook maar achteraf kunnen lezen. Ten eerste lag het natuurlijk zowel in het karakter van Ter Braak als van Du Perron om polemisch te zijn. Maar het was ook zo dat het hele beeld van de kritische literatuur aan het verwateren was, zoals nu de PvdA verwatert in de consensus met de liberalen. Er is eigenlijk niks meer aan de hand, er is niks meer waar je over tekeer gaat. En dat misten zij terecht Als je alleen al denkt aan het boek dat Du Perron heeft geschreven over Dirk Coster. Maar hij was netjes genoeg om later dat boek terug te halen. Hij heeft zelf de laatste exemplaren in alle boekhandels van Nederland opgekocht omdat hij merkte dat Dirk Coster ook anti-nazi was en hij vond dat hij om die reden Coster dit niet moest aandoen. In de ‘Verzamelde werken’ heeft hij een verkorte versie van dat boek gepubliceerd. Ik behoor tot de weinigen die nog de eerste versie als een apart boek bezitten. Toen Ter Braak hoorde dat Du Perron alles opkocht en vernietigde, heeft hij in Den Haag ook een aantal exemplaren gekocht en daar heeft hij er mij een van gegeven.
De volledige tekst heeft natuurlijk wel in Forum gestaan.
Dat weet ik niet; ik geef als voorbeeld hoe de polemiek niet alleen aan hun karakter appelleert, maar dat het inderdaad echt noodzakelijk was. Het is begonnen met De Stem van Dirk Coster en heeft zo een eigen richting gevonden. Ik vind dat de polemiek later in Nederland heeft uitgepakt tot excessen die ik niet kan waarderen. Bijvoorbeeld van Willem Frederik Hermans en van J.B. Charles. Bij hen was het dikwijls meer scheldpartij dan polemiek. In ieder geval is polemiek nuttig en zelfs nodig als een soort reiniging in de letteren en in de kunst in het algemeen. Ter Braak en Du Perron begrepen dat en hebben dat gepraktiseerd.
Zou je dan Hermans en Reve Forum-adepten willen noemen in deze zin of vind je dat weer te ver gaan?
Dat vind ik te ver gaan. Toen sprak het zo vanzelf, de polemiek. Denk maar aan een figuur als Greshoff, die door Ter Braak heel hoog werd aangeslagen, die heeft ook voortdurend op zijn manier gepolemiseerd. Het was voor mijn generatie, de generatie na Forum, een volstrekte vanzelfsprekendheid. En op grond van die vanzelfsprekendheid heeft iedereen, ik ook, in het begin van de publiciteitsdrift gepolemiseerd. Ik vind alleen de vorm en de heftigheid waarmee dat door Hermans gebeurde niet aanvaardbaar. Maar ik ben ook zeer voor polemiek. Daarom noemde ik het voorbeeld van Du Perron, want die was niet alleen maar een kankeraar, terwijl je die indruk bij Hermans wel degelijk hebt.
Dat was ook het gekke bij de journalist Hans, die Vestdijk aanvalt en door Ter Braak terecht wordt gewezen, maar aan de andere kant kan hij dat eigenlijk ook weer niet omdat Hans aan de goede kant stond. | |
[pagina 25]
| |
Maar die situatie doet zich nu niet meer voor. Toen was het vaak een kwestie van leven en dood, dat is men nu geneigd te vergeten. Wat Du Perron aan het eind van Forum heeft geschreven over het communisme was zeer tegen de draad in, de draad van die tijd dan.
Ik wil nu een ander chapiter met Forum met je doornemen. Professor Van der Starre heeft een boek geschreven: Vestdijk en Frankrijk. Hij zegt daarin dat Vestdijk zich aan het eind van zijn leven van Du Perron afgekeerd zou hebben omdat hij niets mee voor Stendhal voelt en Du Perron was eengroot bewonderaard van Stendhal. Mijn vraag is nu: hadden de Forummensen idealen? Ik weet dat ze idealen hadden. Nietzsche was een heel belangrijke bron. Maar Stendhal, Dostojevski, Rilke, Proust misschien, Joyce, hoe stonden die mensen tegenover deze schrijvers?
Bedoel je of Du Perron van schandalen hield? Dat dacht ik niet. Hij zag er niet tegenop om een schandaal te maken, wat hij dus met het stuk tegen Coster wel degelijk heeft gedaan. Maar je moet ook bedenken dat in die tijd alles eerder een schandaal was dan nu. De vrijzinnigheid waarmee nu over seks en moord e.d. allemaal wordt geschreven, dat bestond toen helemaal niet. Ik geloof toch dat je Du Perron op een verkeerd voetstuk zet als je zegt: ‘Hij hield van schandaal.’ Ik vind gewoon dat je moet zeggen, dat geldt ook voor Ter Braak trouwens, dat hij het schandaal niet schuwde. Als ze dat echt noodzakelijk vonden, maar niet om schandaal te maken.
Maar was Stendhal dan een polemisch schrijver of zo en in welk opzicht zagen zij die dan als voorbeeld? Dat is wat Van der Starre stelt in zijn boek Vestdijk en Frankrijk: voor Du Perron was Stendhal een groot voorbeeld
Du Perron steunde natuurlijk in zijn literaire ontwikkeling erg op de Franse literatuur. De Franse literatuur is van het begin af aan heel erg polemisch geweest, op de rand van schandaal soms. Dat Du Perron zich verzette tegen Dirk Coster, wat hij vertegenwoordigde, dat werd op zichzelf al ondervonden als schandalig. Als je iemand wilt karakteriseren als zijnde verzot op schandaal dan ben je op het juiste adres bij Hermans.
Ik heb het over Stendhal, niet over schandaal.
Oh pardon, misverstand. Ik verstond ‘schandaal’, maar je hebt het over Stendhal! Ja, Du Perron was een echter Stendhaliaan.
Dat was mijn vraag. Omdat Van der Starre zegt in zijn boek Vestdijk en Frankrijk dat Du Perron een
Dat was hij niet alleen voor Du Perron, dat is hij tot vandaag voor hele werelddelen. Hij is in die tijd geïntroduceerd en bewonderd in Nederland. Het is heel duidelijk welke verwantschap er was tussen Stendhal en Du Perron, namelijk het heel erg autobiografisch en openhartig schrijven, ook op allerlei gebieden waar men dat toen bij ons nog niet zo gewend was. Bijvoorbeeld de seksualiteit en de, ik zou haast zeggen, de avonturenzucht die Stendhal in Europa heeft bewogen en die ook Du Perron heeft bewogen. Op grond van die verwantschap en het feit dat Stendhal een groot schrijver was, was dat de binding van Du Perron aan Stendhal. Die heeft dus ook gevolgen gehad voor allerlei mensen die nooit van Stendhal gehoord hadden. Je weet dat het Frans in Nederland nooit erg populair is geweest en dientengevolge er ook minder vertalingen uit de Franse literatuur waren dan uit de Engelse en de Duitse literatuur. Want ook Engels en Duits wordt hier in het origineel veel gelezen. Daar is dus belangstelling voor, maar Frans niet. Dat is nu weer aan de orde, heel duidelijk. En dan gaat dat soort schrijvers dus verloren, doodzonde.
We hebben nu antwoord op de vraag wat het verband is tussen Du Perron en Stendhal. En zo hadden
Maar dat was iets anders, dat sloeg veel meer op Ter Braak. Stendhal stond zeer hoog op de ladder. Met de dagboeken en de romans die hij heeft geschreven was hij een soort schrijver als Vestdijk. Heel autobiografisch, | |
[pagina 26]
| |
Max Nord en S. Vestdijk in Doorn 1948 (foto: Geert Jan Lubberhuizen)
maar ook met grote fantasie, met fictieverhalen. Toen Moskou was ontruimd en in brand gestoken, kwam Stendhal (in het leger van Napoleon) in een van die paleisachtige huizen van Moskou en trof daar een prachtige bibliotheek, van een intellectueel. Hij stond toen te dubben of hij een paar van die boeken mee zou nemen of niet. Dat is toch fantastisch! Dat is toch eigenlijk ook het geestelijk niveau waarop Forum gebaseerd was.
Maar ook dat ze actief deelnamen. Vestdijk heeft dat natuurlijk nooit gedaan, die bleefaltijd in Doorn
Vestdijk heeft toch heel veel gereisd. In de laatste periode van zijn leven altijd naar Duitsland en Oostenrijk, maar hij is ook als scheepsarts in Nederlands-Indië geweest.
Maar niet met het doel de oorlog op te sporen. Niet naar Vietnam of Korea of zoiets.
Hoewel hij zich wel degelijk in een aantal geschriften over dat soort problematiek van de oorlog heeft uitgelaten. Maar hij was niet iemand die het avontuur zocht. Als hij dat nou aantrekkelijk vond: ik was altijd stomverbaasd dat hij weer naar Duitsland en Oostenrijk ging, waar ik nu juist nooit naartoe ging vanwege die oorlog.
Dan ging hij naar Berchtesgaden om te kijken waar Hitler zijn nest had. Overigens, dit even terzijde, iemand vroeg mij een lezing te geven over Vestdijk en Oostenrijk. Ik heb daar nooit zo bij stilgestaan, maar het leek me toch wel een leuke uitdaging. Ik heb nog een vraag over de val van Forum. Was het te voorzien geweest dat Forum zou vallen. Moest dat echt afhangen van het al dan niet plaatsen van Varangots bijdrage: Virginia? Of heb je daar geen idee over.
Daar heb ik wel een idee over. Als je vraagt of die val te voorzien was geweest, is dat alleen maar achteraf gepraat. Pas achteraf kun je zeggen: dat en dat is gebeurd, was dat niet te voorzien? Heel iets anders is dat alle tijdschriften, behalve De Gids, sneuvelen omdat ze door een bepaalde groep schrijvers met bepaalde opvattingen worden gemaakt. Die | |
[pagina 27]
| |
opvattingen zijn na een tijdje zozeer algemeen goed geworden dat het tijdschrift niet meer nodig is. En gebrek aan onderlinge overeenstemming. Met de Vlamingen samen was het te voorzien, maar dat soort uitspraken doe ik niet graag en het is onzin. Want wij weten dat dit gebeurd is op grond van fatsoensrakkerij van Vlaamse kant en niet van meningsverschillen over kwaliteit.
Ik bedoel eigenlijk, is het niet gestuurd? Was het tijdschrift niet ten dode opgeschreven, afgezien van Virginia?
Dat geloof ik niet. Je kunt natuurlijk wel zeggen, en dat is het wezenlijke antwoord op je vraag, dat je van het begin af aan had kunnen voorzien dat ooit die katholieke Vlamingen en die, zelfs niet eens, protestante Nederlanders tot een conflict zouden komen. Het lag eigenlijk, maar alweer achteraf gezien, voor de hand dat iets dergelijks zou gebeuren. Het zou op allerlei manieren en op allerlei ogenblikken hebben kunnen gebeuren.
Dan heb ik nog een aantal vragen: wie was Ter Braak, wie was Du Perron en wie was Vestdijk? Laten we beginnen met wie was Ter Braak en hoe was zijn verhouding tot Vestdijk? Jij hebt in ieder geval de mens Ter Braak meegemaakt dus misschien kun je iets zeggen over hoe ik mij Ter Braak moet voorstellen. Saar Bessem antwoordt in een interview op de vraag hoe Ter Braak danste: ‘Hij danste met kurkentrekkerachtige bewegingen’.
Dat vind ik heel mooi gezegd, ja. Kijk, Ter Braak was geheel in tegenstelling tot Vestdijk een hele verlegen, beetje moeilijk hanteerbare man. Dat verhaal over het dansen van hem sluit daar precies op aan. Hij was oorspronkelijk leraar in Rotterdam. Hij is toen middels 's Gravesande aan Het Vaderland (liberaal dagblad in Den Haag) gekomen en daar heb ik hem leren kennen. Voor zover het leeftijds- en niveauverschil het mogelijk maakten, ben ik met hem bevriend geraakt Ik heb hem ook, telkens op belangrijke punten, meegemaakt als een verlegen man. Het was bijvoorbeeld zo, dat ik op zijn advies voor Leopold het boek van Rauschning: Hitlers eigen woorden vertaalde. Dat toen verboden werd, waarop Ter Braak, Leopold en ik een proces kregen wegens belediging van een bevriend staatshoofd. Ik had die vertaling aangenomen, maar tegen Ter Braak gezegd, die het zou inleiden, dat ik graag wilde dat hij het nakeek. Er was een hoofdstuk over de economie en dat had ik zo belazerd vertaald dat ik tegen 's Gravesande, toen chef Kunst van Het Vaderland, opmerkte dat ik Ter Braak daarna een tijd lang niet meer zag. Hij antwoordde dat deze mij een beetje ontweek omdat blijkbaar de vertaling van dat hoofdstuk hem tegenover mij geneerde. Dat was dan weer typisch, dat hij dat niet gewoon tegen mij zei. Ik heb er ook nooit iets over gehoord. Zo'n man was het wel degelijk, maar hij had in de vriendschap wel degelijk zijn hartelijke en openhartige kanten. Ik moet ook zeggen, als je nu achteraf al die polemiek van hem leest, valt dat eigenlijk vreselijk mee. Helemaal niet hard en vernietigend, tenzij het over Luther ging. Dat boekje heb ik laatst nog eens gelezen. Wat een strijdbaarheid, wat een overtuiging!
Du Perron was naar ik aanneem een heel andere persoonlijkheid?
Dat was een totaal andere man. Ik heb hem persoonlijk wel een paar keer ontmoet, maar niet echt gekend zoals Ter Braak en later Vestdijk. Hij was een zeer welbespraakte man die inderdaad vreselijk veel aan het woord was, schitterende verhalen had en in elk gezelschap na een tijdje als enige aan het woord was, omdat iedereen naar hem zat te luisteren. Het was echt een man die de moeite waard was. Ook een man met verschrikkelijk harde uitspraken en harde meningen, zo was hij wel degelijk. Lees maar na over de ruzie die hij heeft gehad met Slauerhoff. Dat zou bij Ter Braak heel anders uitgepakt zijn. Maar verder een alleraardigste, welwillende, vriendelijke man voor iemand die in zijn straatje lag. Als je, zoals ik, helemaal door de literatuur bezeten was, dat was hij namelijk ook, dan had je geen moeilijkheden met hem.
Hij heeft natuurlijk Vestdijk groot gemaakt; zonder Du Perron was Vestdijk er nooit geweest.
Dat vind ik te sterk uitgedrukt, want dan was er natuurlijk wel een ander geweest, die hem de weg gewezen had.
Ik kom nu op het punt: wie was Vestdijk. Vestdijk was natuurlijk | |
[pagina 28]
| |
een onbekend iemand. Hij had een aantal gedichten geschreven die uiteindelijk via Slauerhoff bij Du Perron kwamen en die heeft de gedichten bekendheid gegeven. Want hoe is het mogelijk dat iemand waar niemand ooit van gehoord had in eenjaar tijd al een dichtbundel gepubliceerd krijgt, ‘Verzen’ van 1932. Als Du Perron er niet was geweest, was dat niet uitgekomen.
Dat weet je niet, dan had waarschijnlijk een ander zijn talent onderkend, dan had Slauerhoff het via een ander gedaan. Ik vind dat gewoon te sterk uitgedrukt. Je kunt natuurlijk zeggen dat Du Perron een heel groot aandeel heeft gehad in de start van Vestdijk. Dat hij met alles bereid was hem te helpen en de weg te wijzen, wat hij ook gedaan heeft toen Kind tussen vier vrouwen geweigerd werd. Hij heeft Vestdijk geadviseerd hoe hij dat wel moest doen, wat toen weer geleid heeft tot de Anton Wachterromans. Maar dat hij ook later Vestdijk niet gespaard heeft met kritiek. In de briefwisseling Ter Braak-Du Perron zie je dat zowel Ter Braak als Du Perron langzamerhand heel kritisch tegenover Vestdijk kwamen te staan en hem eigenlijk niet meer als tot hun kring behorend erkende. Ik vond dat jammer en vond dat ook een beetje te scherp geslepen. Du Perron was zeer scherp, maar ook de goedheid zelve, dat zie je aan hoe hij Vestdijk gemanaged heeft, van dienst is geweest, eindeloos advies heeft gegeven en hem dus ook erkend heeft. Dat heeft ook een man als Ter Braak overrompeld, want het begon met poëzie, maar toen kwam er ook proza en een serie essays die ik nog vandaag met bewondering lees. Ik geloof dan ook dat dat heeft meegeholpen dat ze pas toen ze gewend waren aan de genialiteit van een man als Vestdijk, ze toen pas op het punt van de kritiek waren aangeland. En dat pleit ook voor ze, want zo is Ter Braak zelf ook over een paar boeken van Du Perron buitengewoon kritisch geweest. Dat stak hij niet onder stoelen of banken, dat schreef hij ook. Ik vind dat daarin nu juist het waardevolle van de kritische houding zit, dat deze mensen elkaar ook niet spaarden. Het was noodzakelijk, het was een levenshouding. Het was niet, wat altijd wordt gezegd, een kliekje, absoluut niet. Als Vestdijk iets slecht had gevonden, had hij dat ook geschreven als hij dat nodig vond. Daarmee heb ik deze drie schrijvers wel gekarakteriseerd in hun onderlinge verhouding. Het pleit ook vreselijk voor Vestdijk dat hij in zijn ‘Gestalten tegenover mij’ zich over Du Perron zo ontzettend aardig uitlaat, met een dankbaarheid en een vriendschap die later nooit meer is overtroffen. Dan zie je ook weer Vestdijk met zijn feilloos onderscheidingsvermogen, niet alleen in de literatuur, maar ook in de persoonlijke omgang.
Dan komen we nu op Vestdijk zelf. Hij werd dan gewaardeerd door Du Perron en Ter Braak, maar zijn boeken werden nauwelijks verkocht, behalve ‘Het vijfde zegel’. Er was toch een grote huivering ten opzichte van Vestdijk?
Huivering, ja, er was voor de oorlog zelfs tegen geprotesteerd. Het waren vieze boeken, Meneer Vissers hellevaart, zo was het in die tijd. En je kunt toch moeilijk zeggen dat Nederland, nu nog, een echt literair land is. Voor de oorlog was de kring van literatuur in Nederland veel kleiner dan-ie nu is. Nu is het niet alleen grotere en meer cultuurspreiding binnen het taalgebied, maar ook omdat er veel meer mensen zijn. De Nederlandse bevolking is verdubbeld.
Maar tussen de twee wereldoorlogen werd wel veel geschreven, er zijn ontzettend veel romans verschenen waar je nu nooit meer van hoort. Ik herinner mij dat Anne Wadman mij daarop heeft geattendeerd. Als je de advertenties in Groot Nederland uit die tijd bekijkt, heb ik nooit van die schrijvers gehoord. Er was dus een kleine laag waar de Forummensen bijbehoorden.
Dat is wat ik bedoel. Het was een kleine laag en dat is het eigenlijk altijd gebleven wat Vestdijk betreft, wat zijn uitstraling betref Niet voor niets klaagt de weduwe nu dat ze van het inkomen van het werk van Vestdijk niet kan leven. Dat was vroeger natuurlijk al zo, al weet ik niet precies over welk financieel niveau je het dan moet hebben.
Het merkwaardige is dat ik vorige week in de trein over Vestdijk heb horen praten. Twee jongens hadden het over ‘Ivoren wachters’. En in de trein naar Brussel zat een man tegenover mij die ‘Het veer’ van Vestdijk las. Hij viel weliswaar in slaap, maar het was in de eerste klas, met stropdas. Dat was twee keer in een week.
Met Louis Couperus was dat ook het geval, misschien financieel iets beter dan Vestdijk, maar ik vind het curieuze dat zich dat herhaalt. Het zet zich voort, je | |
[pagina 29]
| |
kunt gewoon zeggen: hij wordt nooit een populaire auteur in Nederland zoals bijvoorbeeld Jan de Hartog. Wat niet vergelijkbaar is met het niveau van Vestdijk zonder daarmee van de verdiensten van De Hartog iets af te doen.
Jij hebt persoonlijk Vestdijk ontmoet en wij hebben net het portret gezien en gehoord van Du Perron en Ter Braak. Hoe kwam Vestdijk bij jou over?
Ik had Vestdijk al ontmoet, hij woonde toen op Scheveningen en ik woonde daar vlakbij. Ter Braak vroeg mij wel eens iets bij Vestdijk af te geven omdat ik toch in de buurt woonde. Het is een paar keer gebeurd dat ik aanbelde, dan ging de deur op een kier open, met veel wantrouwen. Dan zei ik: ‘Meneer Vestdijk, ik heb iets voor u’. Hij: ‘Dankje wel.’ en deed onmiddellijk de deur dicht. Zo heb ik hem eigenlijk leren kennen. En pas later, na de oorlog, ben ik naar hem toe gegaan, hij woonde toen in Doorn. Ik werkte bij Het Parool; wij zouden wat meer papier krijgen en zouden met een veertiendaagse literaire kroniek beginnen. Ik had voorgesteld om Vestdijk te vragen en dat mocht. Ik dus naar Vestdijk toe. Hij was een doodgewone man met een sigaret en een borrel en een hond en ga zo maar door. We kenden elkaar toen nauwelijks en ik ben daar een paar uur blijven praten en heb hem overgehaald aan die kroniek mee te gaan werken. Dat is met al mijn contacten met Vestdijk zo gebleven. Ik was op den duur erg op hem gesteld geraakt en hij vond dat contact ook plezierig. Hij kwam zo eens in de vier of zes weken in Amsterdam bij mij thuis. Dan hadden we een bespreking over een aantal boeken dat ik had meegenomen, wat hij wel en wat hij niet zou bespreken etc. Hij bleef ook eten en we gingen daarna nog wel eens samen naar de Koepel. Dat betekent dus dat hij verder geen restricties had. Als hij geen last had van zijn depressies was hij ook niet iemand die zich onmiddellijk in het stadsleven stortte. Zo was hij nu eenmaal niet, maar hij was een hele normale prater en normaal gezelschap. Hij had dat afwachtende, dat ook willen horen wat een ander zegt. Als je Vestdijk en Debrot samenbracht, hoorde je Vestdijk bijna niet. Er ontbrak eigenlijk niets aan Vestdijk. Ik heb lang genoeg contact met hem gehad om dat te durven zeggen, hij was bepaald niet een moeilijke man in de omgang.
Van der Starre zegt dat Vestdijk, in navolging van Du Perron, aanvankelijk een adept van Stendhal was en later deze afwees met zijn roman ‘De hotelier doet niet meer mee’. Kun je in die gedachte van Van der Starre meegaan?
Ik heb het boek ‘Vestdijk over Frankrijk’ gelezen, maar ik vond Van der Starre iemand die voortdurend met hetzelfde terug kwam. Ook als karakterisering van Vestdijk over Frankrijk niet geslaagd, hoewel hij natuurlijk wel een aantal goeie opmerkingen heeft. Maar wat hij dan zo zegt over Stendhal, die hij dan afwees, dat hij dus daarmee ook Du Perron afwees, ik vind het gewoon onzin om dat zo te zeggen. Bijvoorbeeld, allerlei schrijvers die Ter Braak bijzonder aanspraken en mij niet, zonder dat dat iets afdeed aan mijn waardering voor Ter Braak. of aan mijn inzicht in zijn niveau. Waarom zouden jij of ik nou niet kunnen zeggen: ‘Die Stendhal, dat vind ik niks.’ Dat kun je moeilijk zeggen hoor, maar gesteld dat. Wijs je dan daarmee Du Perron af? Dat vind ik net zoiets als de opmerking van Aad Nuis, onze voormalige staatssecretaris van de kunsten, die gezegd heeft: ‘Als Ter Braak nog geleefd had, was hij lid van D66 geweest.’ Dat mag hij van mij best zeggen hoor, maar het is natuurlijk fantasie. Er is nogal wat gebeurd tussen 1940, de dood van Ter Braak, en de oprichting van D66. Zo'n opmerking vind ik niet alleen overbodig, maar ook grote onzin. Hoewel ik helemaal niet zo'n fanate Du Perronist ben geweest of geworden, spreekt mij bijvoorbeeld wat hij over de Franse literatuur heeft gezegd vandaag nog aan. Bovendien was hij een criticus waarvan ik mij allerlei gekkigheden herinner. Zo schreef hij in de NRC een kritiek over ‘Journal’ van André Gide, die zich daarin uitliet over allerlei mensen, tijdgenoten van de Franse literatuur en andere literatuur, en deze mensen daarin alleen maar met hun initialen aanduidt. Dat hinderde Du Perron en die schrijft dan dat dat eigenlijk helemaal niet zo uitgegeven had moeten worden, want als je het over J.C. had, dan wist je nooit of hij Jezus Christus, Julius Ceasar of Jean Cocteau bedoelde. Dat is toch geweldig! Du Perron is zo'n levendige en fantasievolle schrijver! Ik moet zeggen dat de hele Franse literatuur door hem op mij is afgekomen, zonder dat zijn preferente schrijvers noodzakelijkerwijs de mijne zijn geworden. Wat hem karakteriseerde, en dat is helaas te | |
[pagina 30]
| |
zeldzaam in Nederland, dat is zijn enthousiasme over een aantal schrijvers, onder wie ook Stendhal.
Tot slot heb ik nog een vraag over de kritiek. Hoe verloopt de kritiek in die tijd? In 1939 was de kritiek op Vestdijk, Ter Braak en Du Perron heel erg. Is dat na de oorlog eigenlijk verstomd?
Ik heb jou laatst een knipsel gegeven waarin dat precies zo weer voorkwam over Vestdijk. Zo en passant, een artikeltje over een andere schrijver, en daar stond dan opeens over Vestdijk in: ‘O ja, en die schreef ook van die vieze boeken.’ Het is niet gestopt, het heeft wel een andere dimensie gekregen. Maar in hoofdzaak bestaat dit niet meer. Er zijn natuurlijk bevolkingsgroepen van, laten we zeggen, heel erg religieuze aard die Vestdijk of Du Perron nooit zullen kunnen waarderen. De hele Forumgroep is toch gecanoniseerd en is in de literatuur op een plaats gezet, daar kan niemand meer omheen. Dat is net als met Kloos en Van Deyssel. Dan kun je nog zo kritisch zijn over allerlei werk van hen; zij staan in die literatuur op een vaste plaats. Dat is met deze drie mannen van Forum, over wie wij het voornamelijk hebben gehad, ook het geval geweest. Daar kun je als criticus niet meer omheen.
Dat is een heel goed punt om te eindigen, lijkt mij. Dankjewel Max.
Max Nord en S. Vestdijk in Doorn 1948 (foto: Geert Jan Lubberhuizen)
|
|