- | Het is dus Philips noodlot. Het is allemaal voorbestemd. Hij kan er niets aan doen |
- | Nee, het is geen noodlot. Het is een aaneenschakeling van toevalligheden en schijnbare toevalligheden. Was hij een bepaald iemand niet tegengekomen, was een zin niet gezegd, dan was het volkomen anders gelopen. Als in een spel, een soort roulette. Philip is de inzet. |
Pieter Le Roy is De Ziener. Hij is een jaar of 30 en werkloos. Hij woont nog thuis bij zijn bazige moeder. Behalve de tijd die hij moet besteden aan de afwas, heeft hij alle ruimte voor zijn hobby: in het donker verliefde stelletjes bespieden. Als hij een paar maal is geslagen, besluit Pieter een spel te gaan spelen. Boven hem woont een lerares Frans. Ze geeft bijles aan een jongen van 17. Pieter stuurt twee anonieme brieven aan de ouders van de jongen en aan de schoolleiding waarin hij schrijft dat beiden een verhouding hebben. Zijn brieven zijn de oorzaak van een reeks absurde voorvallen. Op een gegeven moment dringen de gebeurtenissen niet meer tot je door. Je bent alleen nog geïnteresseerd in wat er tussen de lerares en de schooljongen gebeurt. Net als Pieter word je een voyeur. Net als hij voel je schaamte als je wordt betrapt.
Dit komt vooral door het spel van Pieter, gespeeld door Porgy Franssen. Franssen is niet een eng vies mannetje, een zielige figuur. Je kunt je met hem vereenzelvigen. Want als hij ‘uit’ gaat, dan volgt de camera niet alleen hem maar ook wat hij ziet. En je hoopt dat hij ditmaal niet wordt betrapt. Zodat je verder kunt kijken, en dat er gebeurt wat je verwacht. Als een ziener.
- | Nu wordt er dus een spel met de lezer en de kijker gespeeld? |
- | Ook. Maar het spel is moeilijk, onvoorspelbaar. Zo gauw je denkt de regels door te hebben, zijn de gebeurtenissen en de personen je weer voor. |
In Het Glinsterend Pantser is Sander Vastenhout een schrijver. Na 25 jaar keert hij terug naar zijn geboorteplaats. Hij heeft stof nodig voor een verhaal. ‘Uithoren. Uitkijken. Uitvoelen. Uitruiken. Uitluisteren. Schrijvers moeten tenslotte kunnen schrijven,’ zegt hij tegen een doktersassistente.
Meer wil Sander niet vertellen. Hij lijkt alleen maar te willen weten. Hij is teruggekomen om het mysterie van zijn oude jeugdvriend, Victor Slingeland, te ontrafelen. Victor, nu een beroemde dirigent wordt geadoreerd door vrouwen. Maar waarom doet hij zo ploertig tegen hen?
‘Hij is net een woestijn,’ zegt Sander. ‘Er kan een Fata Morgana verschijnen of een sterke zandstorm woeden. Maar uiteindelijk verandert er niets.’
Alleen, Victor lijkt niet zomaar een vrouwenhater. Hij gedraagt zich steeds bruter, hij probeert zelfs de doktersassistente te verkrachten.
De film is spannend, in tegenstelling tot het boek. Steeds opnieuw trek je voorbarige conclusies, die meteen de wereld uit worden geholpen. Telkens komen er nieuwe mensen met nieuwe eigenschappen tevoorschijn. Dit geldt ook voor de hoofdpersoon die je intussen dacht te kennen.
- | Na het zien van deze films, draai je je zeker om in je graf? |
- | Toch niet. Ik heb de meeste bewondering voor de filmmakers van Het Glinsterend Pantser. Ik heb altijd gedacht dat dit mijn meest onverfilmbare boek was. Maar dat eerste boek, Ivoren Wachters, is wel het moeilijkst. |
| Want het geheim is dat ik de poppenspeler ben. Ik trek niet alleen aan de touwtjes. Ik heb ze ook gevlochten. |