Vestdijkkroniek. Jaargang 1999
(1999)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
[pagina 6]
| |
Vestdijk en Friesland, deel IGa naar voetnoot*Fries letterkundig museum en documentatie centrum | |
[pagina 7]
| |
Het jaar 1998 was het herdenkingsjaar van de graficus Escher en van de schrijvers Fedde Schurer, Jan J. Simon Vestdijk (1898-1971) werd geboren in Harlingen, en zou het enige kind blijven van twee totaal verschillende ouders. Beiden kwamen niet uit Friesland en hoewel vader Vestdijk alle moeite deed om een echte Harlinger te worden, bleef moeder Vestdijk de deftige dame, die zich meer op haar gemak voelde in Amsterdam, waar al haar familie woonde, dan in het stadje aan de Waddenzee. De tentoonstelling liet in vogelvlucht zien hoe het drietal zich ten opzichte van Friesland opstelde. Dat de familie Vestdijk niet volslagen geisoleerd stond van het Friese leven blijkt uit de Leeuwarder Courant van 1916, waarin een verhaal van moeder Vestdijk verscheen. Terwijl vader Vestdijk zichtbaar aanwezig was bij de Carmen-opvoering in de Harmonie te Leeuwarden in 1928, toen hij overigens al met z'n vrouw als gepensioneerd gymnastiekleraar in Den Haag woonde.
Vestdijk junior had ook niet een speciale binding met Friesland als provincie. Die vormde voor hem alleen het ‘schimmige’ decor voor een groot aantal van zijn romans. Na de lagere school in zijn geboorteplaats bezocht te hebben ging de jonge Simon naar de driejarige HBS gelegen aan de Zuiderhaven. Voor het behalen van het einddiploma moest hij echter naar Leeuwarden, waar hij de twee hoogste klassen van de RHBS bezocht, dezelfde school waar ook Slauerhoff les kreeg. Hoewel de beide schrijvers maar een maand in leeftijd verschilden, kon Vestdijk pas een jaar na Slauerhoff de middelbare school bezoeken. Na het behalen van het diploma HBS-B ging Vestdijk in de voetsporen van Slauerhoff in 1917 in Amsterdam medicijnen studeren. Daarmee kwam een eind aan zijn fysieke band met Friesland, maar in gedichten en in zijn geschriften zou hij vaak terugkeren. In de jaren dertig begon hij zijn carrière als productief schrijver die het hem zelfs mogelijk zou maken om van zijn pen te leven. Slauerhoff diende daarbij aanvankelijk als gangmaker en groot voorbeeld.
Naar zijn eigen zeggen voelde hij bij het terugblikken op zijn jongensjaren in Harlingen aan de ene kant zijn satirische zenuwen trillen (verwerkt in Meneer Visser's hellevaart), aan de andere kant voelde hij ook affiniteit met de stad van zijn jeugd. Harlingen en Leeuwarden zijn op herkenbare wijze terug te vinden in zijn werk: In Kind tussen vier vrouwen en de daarvan afgeleide drie Anton Wachterromans, in De andere school, waarin hij de RHBS te Leeuwarden beschrijft en in iets mindere mate in De koperen tuin, de romannaam van de Prinsentuin te Leeuwarden.
Aan de hand van foto's, gedichten, boeken en fragmenten uit het werk is in de tentoonstelling in het FLMD geprobeerd de schimmige contouren van Vestdijks relatie met Friesland meer relief te geven. Speciale aandacht was er voor receptie en ‘nachleben’ van Vestdijk: vertalingen in het Fries, de voorleesmarathon van De koperen tuin, de Anton Wachterprijs en niet te vergeten dat wat wijlen Anne Wadman, Fries schrijver en Vestdijkkenner, gepresteerd heeft op het gebied van de Vestdijkstudie.
De expositie Vestdijk en Friesland vond plaats in het FLMD, het Fries Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Grote Kerkstraat 212 te Leeuwarden, van 9 oktober tot en met 20 november 1998.
Tineke Steenmeijer-Wielenga Leeuwarden, 13 augustus 1999 |
|