Juryrapport Anton Wachterprijs 1998
Sipko Melissen: ‘Jonge mannen aan zee’ (Querido, 1997)
De drie hoofdstuktitels in Sipko Melissens: Jonge mannen aan zee, grijpen behendig in op een dieptelaag van de intrige; het zijn drie onderdelen namelijk van het driedelige schilderij van Beckmann, ‘De Argonauten’. De jonge mannen op zee kijken toe, de middenschildering heet: ‘Dame met grijze capuchon’ naar wier identiteit de hoofdfiguur van de roman zo op zoek is. Op het laatste deel van de compositie rijst de vraag of de jonge mannen alléén zullen blijven of samen zullen gaan op de grote reis. Want hoe zal men alléén warmer worden?
Beckmanns spoor is niet zomaar een zijlijn in deze merkwaardige roman die de melancholische jeugdherinneringen in het polderland van de venen rond Mijdrecht uitvergroot tot een zeer bewogen ontwikkelingsroman. Helm, een centrumfiguur in het boek, is van Beckmann bezeten, hij wil op hem promoveren maar vooral achterhalen wie de Dame is met de grijze capuchon. De verbeten dooltocht wordt tenslotte met behulp van de oude jeugdvriend Andreas, die als directeur getrouwd in Hamburg woont, besloten met het vinden van de sleutel tot het raadsel van de intrige. Niet alleen omdat met vrijwel zekerheid wordt achterhaald dat ooit de moeder van Helm, ook een jeugdliefde van Andreas, model stond voor De Dame met de grijze capuchon. Beckmann, de onovertroffen ‘ontaarde’ schilder, die geruime tijd in ons land verbleef in de donkerste jaren, heeft met de Argonauten, die deels uitzien naar de weg tot de hogere ruimte van het bewustzijn boven het aardse leven, tevens het verhaal neergezet van een smartelijk beleden jeugdliefde.
Ooit was Andreas de droomvriend met wie Helm door het landschap ging. Andreas was een reus, gaaf maar onuitstaanbaar. Hij zou Slauerhoff ooit achterna gaan door de tijden!
Met zeldzame ingehoudenheid beschrijft Melissen het dramatische moment waarop ooit Eros hem wenkte én van hem week:
‘We rollen over elkaar. Hij drukt mij tegen de grond, mijn rug wordt nat. Ik voel zijn zwembroek tegen de mijne schuren. We staan op en met zijn ene hand pakt hij mijn pols beet en de andere grijpt hij mijn kruis.
Hij lacht. Ik probeer ook hem te grijpen maar hij weet mij van zich af te houden.. Dit is een spel, een onschuldig spel waarbij niet gesproken wordt in niemandsland’
Het jongenswonder voltrekt zich niet. Hel kiest voor Maarten die tragisch omkomt terwijl Andreas geluk lijkt te vinden bij de wat geheimzinnige Renate, over de grenzen. Ze hebben zo ontzaggelijk op elkaar geleken, welke verbindingsrol kan de vrouw op het schilderij leveren naar de uitvaart der Argnonauten?
Meesterlijk doorlicht Melissen nu, naast de onverbiddelijke en uiteindelijk zoveel verlichting verspreidende speurtocht naar Beckmann en zijn monumentale schildering, het land van zijn jeugd, waarin zich op de rand van én in de oorlog nog zoveel drama heeft voltrokken. Een drama dat ook Andreas, die Helm toevallig treft bij de begrafenis van de vader, wil verhelderen want ook hij is in de diepte, onbewust, op