Vestdijkkroniek. Jaargang 1993
(1993)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
Jos Trippenzee
| |
[pagina 45]
| |
Charles XII était d'une taille avantageuse et noble: il avait un très-beau front, de grands yeux bleus remplis de douceur, un nez bien formé, mais le bas du visage désagréable, trop souvent défiguré, par un rire fréquent qui ne partait que des lèvres, presque point de barbe ni de cheveuxGa naar eind3.. Leggen we de biografie van Voltaire naast Vestdijks roman, dan blijkt dat alle informatie die Vestdijk over de Zweedse koning geeft, letterlijk uit Histoire de Charles XII komt. Zo wordt Karel geïntroduceerd als: Wellicht de merkwaardigste man die er ooit op de wereld is geweest; hij verenigde alle grote eigenschappen van zijn voorvaderen in zich en zijn enige fout of zijn enige ongeluk was slechts, dat hij hen alle overtrof. Bij Voltaire lezen we: L'homme le plus extraordinaire peut-être qui ait jamais été sur la terre, qui a réuni en lui toutes les grandes qualités de ses aïeux, et qui n'a en d'autre défaut ni autre malheur que de les avoir toutes outréesGa naar eind4.. Als Karel vergeleken moet worden met zijn grote tegenspeler, Peter de Grote, haalt Vestdijk de volgende anekdote aan. Tijdens de Turkse ballingschap van Karel de Twaalfde verslaat het Turkse leger tsaar Peter. Als Karel aan de Turkse grootvizier vraagt waarom de Turken de Russische vorst niet gevangen hebben genomen, is het antwoord, dat niet alle koningen in den vreemde mogen vertoeven. De bedoeling is duidelijk: Peter de Grote zorgt voor een binnenlands beleid, terwijl Karel alleen maar aan oorlogvoeren denkt. Ook dit verhaal is precies zo bij Voltaire te vindenGa naar eind5.. Evenzo de geschiedenis van de kroning: Karel die de troon zelf op het hoofd zetGa naar eind6.. En ook het roddelverhaaltje over het kuise leven van de koning; hij leefde celibatair omdat hij ooit als kind een hofdame had beledigd nadat hij teveel gedronken had; hij besloot toen nooit meer te drinken of een vrouw aan te spreken. Voltaire schrijft hierover: | |
[pagina 46]
| |
Il résolut aussi de'abstenir de vin tout le reste de sa vie. (...) Mais le plus grand nombre m'a assuré qu'il voulut par là se punir d'un excès qu'il avait commis, et d'un affront qu'il avait fait à table à une femme en présence même de la reine sa mèreGa naar eind7.. Interessant bij dit verhaal is, dat Vestdijk de tendens ervan versterkt door de celibataire vorst af te zetten tegen een van zijn tegenspelers, namelijk August van Saksen. Waar Voltaire het bij deze August heeft over ‘sa bravoure et la galanterie de son esprit’, schrijft Vestdijk over hem: ‘sterk in ontucht’Ga naar eind8.. Het valt op dat het beeld van Karel de Twaalfde voornamelijk gevormd wordt door anekdotes. Bij Voltaire is dit het gevolg van het feit dat hij uitsluitend gebruik maakte van ooggetuigen. Voor Vestdijk is deze methode noodzaak om te komen tot de kern van zijn roman: kan Voltaire het verleden terughalen en het raadsel van de dood van Karel de Twaalfde alsnog oplossen?Ga naar eind9. Bij Voltaire is ook deze dood tot een anekdote geworden: een officier die tijdens een koortsaanval zichzelf van moord beschuldigt en later deze uitspraak weer intrektGa naar eind10.. Het meesterschap van Vestdijk blijkt uit het feit dat hij de enkele regels die Voltaire aan deze zaak wijdt, weet om te vormen tot de centrale vraagstelling van zijn roman. Voltaire komt niet verder dan een aaneenschakeling van anekdotes over Karel de Twaalfde. Ook het raadsel van zijn dood wordt niet opgelost, zelfs niet met behulp van de officier, Siquier. Maar voor Vestdijk is deze Siquier veel belangrijker dan voor Voltaire. Door deze ooggetuige, over wie weinig bekend is, als tegenspeler van Voltaire te nemen, krijgt de auteur de vrijheid om zijn eigen ideeën in het boek te verwerken. Zo werd De filosoof en de sluipmoordenaar een historische roman over de ‘onachterhaalbaarheid van het verleden’. |
|