[Vestdijk over de historische roman]
In een brief van 27 okt. '41 aan Theun de Vries merkt Vestdijk het volgende op over zijn verhouding tot de historische roman. (S. Vestdijk, Brieven uit de oorlogsjaren, Achter het boek, Ned. Letterkundig Museum, Den Haag 1967, brief 36, blz. 41-43.)
Allereerst dan de historische roman! Ook voor mij is dit een zeer dubbelzinnige kwestie, trouwens van het begin af aan gewéest. Mijn houding is zuiver ambivalent: ik vind veel vóor het genre te zeggen, en veel tegen; ik vind de historische bronnenstudie (soms) interessant; én ik pleeg me er gewoonlijk mee te overwerken, hetgeen duidelijk bewijst, dat het werk mij toch niet helemáal ligt; ik houd ervan om personages in een half authentiek half gefingeerd milieu neer te zetten, en daarnaast heb ik toch steeds het gevoel of het niet evengoed zónder die travestie zou kunnen. Wat mij in den historische roman aantrekt is: 1e het verleden als zoodanig, d.w.z. niet een bepaald historisch tijdperk, dat ik beter zou willen leeren kennen, maar zuiver het verleden om het verleden, dat wil zeggen: het onbekende, en als zoodanig fascinerende, 2e de mogelijkheid romantische verwikkelingen op een mysterieus en toch niet geheel ontoegankelijk schouwtoneel uit te spinnen, 3e een zekere drang tot mystificatie, niet in dien zin, dat ik de lezers erin wil laten loopen door opzettelijk onjuistheden te verkondigen, maar in den zin van half ironische verschuivingen, parallellen met het hedendaagsche, schijnbare instructiviteit, etc. In Het vijfde Zegel is dit laatste me het minst goed gelukt, in Rumeiland, met allerlei hoogst serieuze ‘inlichtingen’ over de suikerbereiding, waarbij ik in mijn vuistje zat te lachen, toen ik het schreef, het best. Let wel: dit zijn gedeeltelijk nogal onserieuze motieven, vergeleken met de jouwe; je moet mij af en toe maar eens zien als een soort tooneelspelerskind; mijn ouders hadden beiden sterke histrionische neigingen, zich gelukkig uitsluitend openbarend op het stuk van het liefhebberijtooneel; en blijkbaar leef ik dat in mijn romans uit, en dan speciaal de historische. Daarbij komt dan nog de vlucht voor het hedendaagsche, etc., etc.