Onze auteurs
Willem J. van der Paardt, De Schup 3, Malden, geb. 1945.
Hij is sinds 1976 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de vakgroep moderne Nederlandse letterkunde van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Hij publiceerde o.m. over Vestdijk, Multatuli, Hermans en Slauerhoff.
G.F.H. Raat, Weezenhof 36-31, Nijmegen, geb. 1946.
Studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1974 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de vakgroep moderne Nederlandse letterkunde van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Publiceerde o.m. Reve en Boon.
In De ziener bekeken wordt aangetoond dat het begin van De ziener, en m.n. de kaatsscène, de thematiek van deze roman weerspiegelt. Na de bespreking van dit begin volgt een paragraaf waarin de voyeuristische activiteiten van de hoofdfiguur Le Roy geïnterpreteerd worden tegen de achtergrond van Vestdijks opvattingen over godsdienst, zoals die zijn neergelegd in De toekomst der religie. De laatste paragraaf van het artikel is gewijd aan de symboolfunctie die Le Roy vervult; hij verzinnebeeldt de problematiek van de scheppende kunstenaar.
Paul Barendregt, Julianaplantsoen 299, Diemen, studeerde Nederlands, thans werkzaam bij de UB VU Amsterdam.
Meneer Vissers wil en voorstelling. In Meneer Visser's hellevaart spreekt en denkt de protagonist herhaaldelijk over/aan de filosoof Schopenhauer. Het loont de moeite om te kijken of de rol van deze wijsgeer in het boek zich beperkt tot deze momenten, waarop hij explicite genoemd wordt of dat hij nog verder doorwerkt in meneer Visser's wereld en de weergave daarvan.