Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars
(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
[pagina 27]
| |
2.
De Eeuwige wordt nu gebooren;
Die niet lyden kan, lydt pyn;
't Woord heeft zyne spraak verlooren,
En de Zon is zonder schyn:
De Almagt is in slegte doeken;
Wysheid zelf schuilt in dit Kind;
De Englen komen God daar zoeken,
Waar 't onnozel W6icht zig vindt.
3.
Wie kan dit ooit agterhaalen,
Dat het is geweest een stal,
Om den luister te bepaalen
Van den Koning van 't Heeläl!
Daar Gods Zoon zig komt vertoonen
In de diepste nedrigheid!
By de beesten wil hy woonen
In de plaats hem toebereid.
4.
Weg dan, rykdom, pragt en eeren!
Liever ben ik nedrig, rein;
Daar ik zie den Heer der heeren,
Arm, verlaaten, zwak en klein.
Beter in den stal te blyven
By Maria en haar' Zoon,
Dan de wetten voor te schryven
Op Herodes trotschen troon.
5.
By de kribbe is myn genoegen;
't Is de stal, die my behaagt;
'k Zal my hier by Jesus voegen,
En by de allerreinste Maagd.
Vrugtloos is het optezoeken
Schatten, hoogen staat en eer:
Alles vindt men in dees doeken,
In dit kind, myn' God en Heer.
|
|