Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] XIV. De Lofzang, Laetabundus exultet fidelis chorus. Maatig vrolyk. Hoe laat zich de blydschap hooren Van de t' saamgevloeide schaar! Die 't gejuich der Englenchooren In haar' boezem word ge- waar: Nu de Heerscher van all' de aarde, Nu de Koning van 't Heeläl, Dien een maagde- schoot haar baarde, Werd gebooren in een' stal. [pagina 29] [p. 29] 2. De Engel van den raad des Heeren Komt, als 's levens rykste bron, 't Ligchaam van een Maagd vereeren: Uit een star verschynt een Zon. Deeze Zon gaat nimmer onder; Deeze star blyft, rykst van glans, Schittren, als het grootste wonder, Aan den blaauwen Hemeltrans. 3. Zoo, gelyk een star in 't duister Blinkt en licht, is deeze Maagd Altyd zuiver, ryk in luister. Met haar' Zoon, reeds opgedaagd: En gelyk geen star in 't straalen Ooit den glans der andre dooft, Ziet men ook den luister praalen Van den Zoon, om Moeders hoofd. 4. Ziet, de hooggetopte Ceder, De Eer der bergen van 't Heeläl, Daalt by 't nedrig hyssop neder, Neemt een plaats in 't laage dal. 't Woord, de beeldtnis van den Vader, Word nu vleesch uit eene Maagd Die dus God en mensch te gader In haar zuiver ligchaam draagt. 5. Isaïas kwam 't verkonden; En der Jooden Synagoog Bleef met blindheid nog omwonden, Schoon dat licht haar straalde in 't oog. Maar gelooft zy geen Propheeten, Zy geloov' dan 't Heidendom; De Sybillen doen 't haar weeten, Geen orakel blyft 'er stom. [pagina 30] [p. 30] 6. Ongelukkige! wilt nadren; Leg toch af uw ongeloof: Hoor de stem van uwe Vadren; Blyf niet voor hunne inspraak doof. Dien de Aartsvaders u voorspelden, Hy, die 's Vaders oog behaagt, Dien de schriften u vermelden, Is gebooren uit een Maagd. Vorige Volgende