Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] XI. Koorzang. Myn ziel, gewekt door de Englenstem, Spoedt zig, verrukt, naar Bethle- hem, Om daar te aanbidden 't nieuwge- booren Kind, Waar in, vol vreugd, zy haar' Ver- losser vindt. 2. ô Kind van eindelooze magt! Eeuw in eeuw uit met smert verwagt: Gedoog, dat ik voor u hier nederkniel', Voor u, die komt tot heil van myne ziel. 3. Daar 'r Godlyk Licht met de aarde paart, Een Hemelheir by-een geschaard U looft, wie juicht thans niet, wiens hart zwygt stil? Daar gy brengt vreê den mensch' van goeden will'. [pagina 23] [p. 23] 4. Ik zing dan ook met de Englenrei Uw' lof, terwyl ik met u schrei Om myne schuld, die U in 't aardsche dal Uit liefd' doet komen, U, myn God, myn Al! 5. Bezit myn ziel, ô Hemelvorst! Gy Heer, naar wien zy snakt en dorst: Ontvang haar' traanenvloed en haar gebeên; Wyl gy om haar komt daalen hier beneên. 6. Bestier myn hart, myn ziel en zin; En geef, dat ik, uit wedermin, U byblyv', steeds tot uwen dienst bereid, Om u te looven, Heer, in de eeuwigheid. Vorige Volgende