Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars
(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
[pagina 21]
| |
2.
Hy, hy ligt hier zelf in banden,
Die de vryheid baaren zou,
Die de Seraphs doet ontbranden,
Ligt en trilt hier zelf van kou':
Hy, voor wien de Hemel beeft,
Die al de aard' met vuur beschonk,
En met all', wat op haar leeft,
Ligt hier zonder vuur of vonk.
3.
Die aan 't voglenheir de veêren,
't Vee en vacht en deksel gaf:
De Oppervorst, de Heer der heeren,
Krygt zelf maar een' herders staf
Van de herdren, arme liên,
Voor zyn kribbe stroo en hooi:
Daar zy hem, ten voedzel, biên
De offers van hun schaamle kooi.
4.
't Eeuwig Woord ligt zonder spreeken,
Kom nu, zondaar! spreek, 't is tyd:
Boet uw zondige gebreken;
Maak ze u aan zyn kribbe kwyt:
Spreek hem nu ootmoedig aan,
En belyd hem uwe schuld;
Daar gy van uwe euveldaân
't Vol ontslag verkrygen zult.
5.
Bied hem dan uw hart en leven,
Zeg, Heer! dit 's voor u alleen;
'k Zal het aan het vleesch niet geeven,
Noch de waereld: neen, ô neen.
'k Zal het nooit ten dienste biên
Aan het geen my van u scheid;
Maar aan u, dat het u dien',
Nu en in alle eeuwigheid.
|
|