Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] No. 104. De Liefde. Wijze: Gij die thans met mij zijt ter jagt. Wie is de moeder van 't bedrog? de vrouw! Wat vreugd brengt dan de liefde ons toch? berouw! Wie op een vrouw zijn zinnen stelt Is met de steen in 't hoofd gekweld, Is zot, is zot, is zot! Hoe noemt ge een meisjes lonkje dan? een strick! Hoe 't liefde zweren aan een man? wel kwik! Haar heiligste eeden staan zoo vast, Gelijk een wimpel op de mast, 't Is kwik, 't is kwik, 't is kwik! Maar is het kussen dan niet zoet? wel vast! Wat is de jongen die 't niet doet? een kwast! Men kust dus alle meisjes rond, Maar ieder' dag een andre mond, Dat 's puik, dat 's puik, dat 's puik! Vorige Volgende