Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 22. Lof der Vrouwen. Wijze: Femmes, voulez-vous éprouver. Wanneer de mensch het eerste licht, Zag aan des Hemels transen rijzen, Mogt hij, verrukt door dit gezigt, Van 't gansch heeläl Gods Almagt prijzen, 't Was al volmaakt: dan 't snoodst verdriet Was dat hij eenzaam sleet zijn leven, Maar Hij, die alles schiep uit niet, Heeft hem een Vrouw tot hulp gegeven. bis. Het knopje dat de roos besloot, Schetst aan de Vrouw haar jonge jaren, Natuur ontluikt, haar zachte rood, Kaatst op het wit der lelieblaren, Dan schooner is het vrouwebeeld, Zij is de ziel, de vreugd van 't leven, De Vrouw, die hart en zinnen streelt, Heeft de Almagt ons tot hulp gegeven. bis [pagina 23] [p. 23] De Vrouw is de eêlste schat vertrouwd, Het vruchtje eer het is geboren, En schoon het kind het licht aanschouwd, 't Ging zonder haar gewis verloren; Het moeders hart klopt voor haar kroost, Het wordt ter hunner hulp gedreven, De Algoedheid heeft tot onzen troost En blijdschap ons de Vrouw gegeven. bis De vriendschap van een Vrouw alleen Is meer dan goud of eer te schatten, Een groepje van bevalligheên, Doet ons haar waarde regt bevatten, Door haar geniet men waar geluk, De ramp des onheils wordt verdreven, Natuur wrocht wis een meesterstuk Toen zij ons heeft dien schat gegeven. bis, 'k Zing Zust'ren, uw bevalligheên, Uw looverkracht, o Engelinnen! Uw schoonheid wordt steeds aangebeên Door zaligheid uw gunst te winnen; Gelukkig is die broederschaar, Die in uw bijzijn steeds mag wezen; Gods lof! zingt elk gelukkig paar, Toen Hij dien schat ons heeft gegeven. bis. Vorige Volgende