No. 6. Bruiloftslied.
Wijze: Jadis un celèbre Empereur.
't Is ook uw leus naar 'k kan vermoên,
Die spreuk, vermaard in verre landen;
Ik droeg haar altoos in 't blazoen:
‘'t Is beter trouwen dan te branden’
Maar, vrienden, als men 't wel beziet,
Veel branden, echter trouwen niet!
Heil hem, die aan een' lieve maagd
De gloênde borst naar eisch kan hechten,
Der spreuk getrouw, het moedig waagt!
Met haar een' huwlijkskrans te vlechten!
Maar vrienden, als men 't wel beziet,
Veel trouwen, echter branden niet!
Hoe 't zij, ik doem met ziel en zin,
Hem, die op 's leven kronkelpaden,
De naald der ware huwlijksmin
Steeds houd op vier en zestig graden;
Ja, vrienden, 't is een waardig man,
Die vaak voor Hymen branden kan.
Moog gij, o Bruid en Bruidegom!
Met Amors hulp uw vuurtje stoken!
Bij hen, wier hart van liefde glom,
Werd nimmer Hymens band verbroken.
Dan leidt Cupido wis uw schreên,
Door 't leven, langs een bloemperk, heen.
Zie 'k, vrienden, wensch en beê voldaan,
Dan zal, dit moog' men vrij gelooven,
Zelfs als zij reeds op krukjes gaan,
De huwlijksgloed bij hen niet dooven:
Dan nog brandt 't hart, bij elken kus,
Zoo sel als...... de Vesuvius!
Kom, nu den beker in de hand:
Laat, vrienden, ons den nectar plengen,
En 't paar, dat hier zoo vreeslijk brandt,
De welgemeende heilbeê brengen!
Zoo blussche nimmer leed of ramp,
Hun fiks gevulde huwlijks-lamp!
En gij, die steeds de koude borst
Gesloten hield voor Amors treken,
Laat toch, in deze felle vorst,
Uw vuur voor Venus Zoon ontsteken?
Hij is de beste stokebrand
Van al de knapen uit ons land!
|
|