Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] No. 7. De Echt. Juicht gelukkige echtgenooten, Wat de zaligheid voltooid, Is in eenen band besloten, En die band ontbindt zich nooit; bis. Hallel Hem die 't stof verëngelt, D' aard verhemelt door een echt, Die de zielen zamenmengelt, Niet in breekbre snoeren vlecht. Koor. Juicht gelukkige echtgenooten, Wat de zaligheid voltooid, Is in eenen band besloten; En die band ontbindt zich nooit. 2 bis. Liefde prikkelt in de nieren, Door een lentekoorts ontgloeid, Bosch en veldhaag tierelieren, Woestenij en akker loeidt. bis. God verdeelde tot herëenen, Hij herëend voor d' eeuwigheid; 't Laatste licht is uitgeschenen, Eer dit echte paar zich scheidt. Koor. Juicht gelukkige echtgenooten, enz. Aan de bron der liefde nader, Daal de vogel uit de lucht, En sijn hart gevoelt zich vader. Van zijn nieuwverwekte vrucht, bis. 't Gaaike dekt zijn pluimloos kieken, En hij deelt zijn kindermin; Wappert om op vlugge wieken, En verzadigt zijn gezin. Koor. Juicht gelukkige echtgenooten, enz. Vorige Volgende