Vermakelyke Haagsche Tap-toe
(1774)–Anoniem Vermakelyke Haagsche tap-toe, De– AuteursrechtvrijWaer in te vinden zyn de aldernieuwste Liederen, die heedendaegs gezongen worden
[pagina 83]
| |
Haar net beroemde Leeden,
Haar suyvere Deugt en Seeden,
Waar over dat myn hert
Door min verwert.
2.
Hoe blinken haare oogen,
Haar net besneeden Mont,
Haar Lippies vol vermoogen,
Die hebben my doorwont;
Als ik mogt kussies plukken,
En op haar Boesem drukken,
Waar over dat myn hert,
Door min verwert.
3.
Geen Abron die kan haalen,
De Nektar uyt haar Mond,
Dien ik soo meenig maalen,
Ia telkens ondervond:
Ik meen aan haar Borst te sterven,
Ia slegts het Leeven derven,
Toen schonk sy myn haer Hert,
Door min verwert.
4.
Wat onrust is het Leeven;
Als men keert van de min:
Het komt uw Deel te geeven,
Opoffer ziel en zin;
Het wert al door min gedreeven,
Wat men op aard siet leeven;
Het speelt, streeld met gevleid:
In Eerbaarheyd.
5.
De Lente komt uw toonen,
Vrouw Venus met haar kind,
| |
[pagina 84]
| |
De voogelen in de boomen,
Die hebben myn bemind,
Hy dwaeld by dag en nagten,
Verliest also syn kragten,
Waer dat ik ga of rust,
Myn hert is nooit gerust.
6.
Wie sulk een lief moet derven,
Die nadert staag de Dood!
Ia duyzend Dooden sterven!
Syn angst is veel te groot!
Hy valt in rasernyen!
Hy mist geheel het vlyen;
Al van syn zoete lief,
Die Honing-Dief.
|
|