Vermakelyke Haagsche Tap-toe(1774)–Anoniem Vermakelyke Haagsche tap-toe, De– AuteursrechtvrijWaer in te vinden zyn de aldernieuwste Liederen, die heedendaegs gezongen worden Vorige Volgende De Lof der Wytberoemde Wereld-Stad Amsterdam. Op een aangename Voys. 1. AL die in onze Amstel stad Syn eyge Brood mag eeten, In vryheid leeft, en soo de schat, Bezit van vris geweeten, Dan kan hy hier door uw bestaen, Door de Arbeid van zyn Handen, Gelyk in Rooze Beemde gaen Het puyk van alle Landen. [pagina 85] [p. 85] 2. Hier heeft men voor een weinig gelt, Het zoet der zomer daagen; De Boomgaart, de Akkers en het Velt, Voldoen na ons behagen, Dat elders zeldzaam is en raer, Is hier vol op te vinden, En alle Maanden van het Iaar, Heeft Amsterdam syn Vrinden. 3. is iemant vry van bezigheid; Of heeft hy leedige uuren? Soo kan hy met vermaek syn tyd; Hier binnen onse Muuren; Besteeden, of sig by de Stad, Vermaeken, in Gezigten: Soo schoon, en overheerlyk dat, Veel andere daer voor zwigte. 4. Besie voor eerst maar het Stadhuis, Wat segt gy van dat Wonder? De Konst die is daer altyd thuis, Van bove en van onder. Wat is het net al in sijn Perk; De konst is daer Beperelt? Het is 't Achste Wonder-Werk! 't Is soo niet in de Wereld. 5. De Heeregragt, aen elke sy, De Keizers van gelyke, Men wandelt daer vernoegt en bly, Om al uw Konst te kyken; Maer door gewoonte, word dat Schoon, Van Binnen meest bekeeken. In Amsteldam heeft konst de Kooon Laet Vreemdelingen spreeken. [pagina 86] [p. 86] 6. De Singel, de Amstel en Princegragt, Verlustige de zinnen, Wat laet de Hoogesluis een magt: En pragt van Rykdom binnen! Wie toond my zulk een fraay Gezigt; Al van die Sluys na buyten De Amstel langs, by 't Morgen-Ligt; Vol groote en klyne Schuyte. 7. De Hoogendyk al aan het Y? De zuyder-zee vertoonen, De Heerlykheid der Koopvaardy, Die Koninglyke Troonen, Ver boven gaen in Roem en Magt, Langs soo veel Werels Deelen! Hier wordt het oog voldaen door pragt, Van zoo veel zee-Kasteelen. 8. Kortom de Stad geeft overal, Vermaak door duyzend dingen, Ik wensch den goeden Hemel sal, Haar met zyn zegeningen, Bewaren daarse van soo klyn; Soo hoog is op gereesen, Dan sal syn Roem bestendig syn, Syn Naam Gezegent wezen. Vorige Volgende