Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] No. 66. De schoonmaakster. Wijze: Zonder Liefde, zonder Wijn. 'k Zit hier op de stoep en wacht, Zou de Meid niet hooren? Ja! al ligt zij warm en zacht, 'k Moet haar slaap toch stooren. 'k Schel nog eens - het word ook tijd, 't Zou mij haast verveelen, Als ik hier den tijd verslijt, Zou ik 't dagloon steelen. 'k Heb ook nog zoo veel te doen, Eerst de trap en 't zaaltje, Daar ik alles schoontjes boen, Dan aan het portaaltje: 'k Moet nog schuren - nat en droog, Keuken zelfs - en kelder - En niet slechts zoo wat voor 't oog, Maar ter degen helder. Juffrouw gaat mij wel niet na, Maar zou ik verdragen, Dat zij, als ik henen ga, Reden vindt tot klagen? [pagina 127] [p. 127] 'k Word van haar zoe wel beloond, Ik krijg kostlijk eten; 't Is dan billijk, dat men toont Zelfs zijn pligt te weten. 'k Denk wel eens: het valt toch zwaar, Dag aan dag te slooven: Had ik werk voor 't gansche jaar, Ik kwam 't eens te boven, Maar van 't geen ik zomers win, Moet 'k winters leven, En dan heeft het moeiten in, Elk het zijn te geven. Maar 't krenkt geenszins mijn' gemoed, 'k Ben toch wel te vreden; Heb ik dan geen overvloed, 'k Heb gezonde leden. Zijn mijn kleêren eens wat slecht, Oud en vol met lapjes, 't Schaadt niet als toch ieder zegt: Ze is toch schoon en knapjes. 'k Ben gezond en vlug en sterk, 'k Win mijn brood met eeren. Als ik trouw ben in mijn werk Kan mijn niemand deeren, Daar geen mensch mijn lot benijdt Heb ik niets te vrezen, 'k Schel nog eens - waar blijft de meid, Zacht... daar zal ze wezen. Vorige Volgende