Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 57. Een nieuw lied. Wijze: Voor uw alleen schenk ik de Bloemen. Indien ik eenmaal met genoegen, En regten ernst verliefd mag zijn, Zoo wensch ik dat het lot wil voegen, Dat het in min maar niet in schijn. Ik val wel aardig in het minnen, Al schoon ik juist niet keurig ben Ik stel zoo aanstonds niet mijn zinaen Op iemand die ik niet en ken. [pagina 107] [p. 107] Mijn lief hoeft geen Adoôn te wezen, Die, schoon ik haar om schoonheid roem, Mijn schoonsten schoon mijn uitgelezen, Verandert even als een bloem. Niet al te dik, niet al te mager, Niet al te groot, niet al te klein, Niet al morzig, niet al slordig, Zoo wensch ik dat mijn lief mag zijn. Verstandig teffens, niet al te schrander. Goed van leven niet al te fijn, Niet te gedienstig voor een ander, Zoo wensch ik ik eens getrouwd te zijn. Daar bij moet zij met hart en zinnen, Mijn dienen altoos even fijn, En mijn alleen opregt beminnen, En mijn alleen en anders geen. Vorige Volgende