Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 52. Een nieuw lied Op de Jaloersche Vrouw. Men is jaloers als men gaat paren, Voor jonge lieden staat dit nog vrij, Men is verheugd in hunne dagen, Men schept vreugd in kibbelarij. Ach waar ik van die dwang genezen, God dank dat ik ben vrij daar van, Dan schijnt het hart jaloers te wezen, En dat te wezen om een man. [pagina 101] [p. 101] Het huwelijk is voor mij een keten, Waar van ik graag ontslagen waar, Ach had ik dat wat eer geweten, Wij wierden dan gewis geen paar. Om menig jong vrouwtje in haar toorn te ontsteken, God dank dat ik nog kijven kan, 't Moet voor een vrouw verdrietig wezen, Die zoo moet wagten op haar man. Waar of hij is, waar mogt hij blijven, Heeft op zijn hand een ander magt, Dan zoekt hij zoo zijn tijd te verdrijven, Terwijl zijn vrouw zoo op hem wagt. Vorige Volgende