Het vermakelyk bagyn-hof
(1739)–Anoniem Vermakelyk bagyn-hof, Het– AuteursrechtvrijStem: Myn lief is niet als ik gezint.
KOmt hier beminnaars van de Wyn,
Helpt met myn haar kragten roemen,
De Wyn geneest de zwaarste pyn,
Van 't geen dat iemand pyn kan noemen,
De Wyn maakt dat een krank gestel,
Krygt nieuwe kragt en ander vel.
De Wyn maakt stramme leden zwak,
En doed de loomheid gantsch verjagen,
Ook doed zy ons een lastig pak,
Ligtvaardig zonder moeite dragen,
De Wyn maakt dat men 't grootste leet,
Niet eens geddenkt maar haast vergeet.
De Wyn kan ieder dienstig zyn,
Wie dat ze ook maar lust te drinken,
Daar is geen beter medicyn,
| |
[pagina 88]
| |
Al gingje ook op krukken hinken,
Gy zoud haast voelen dat u leen,
Veel radder wierden als voor heen.
De Wyn is immers pryzens waard,
Die ons verdryft de kranke zinnen,
En maakt een Mensch versuft van aard,
Dat hy heel anders word van binnen:
Zy maakt een droeve ziel verheugt:
Waar door men leeft in staage vreugt.
De Wyn herstelt een zwakke maag:
De Wyn die doed de spyze teeren:
Gebruikt de Wyn vry alle daag:
Het zal u braaf de ribben smeeren:
De Wyn verdryft onzuiver bloed:
Geen voedzel als de Wyn zo goed.
De Wyn geneest des Minnaars smert
En doed hem weder Liefd' genieten;
Als hy het Maagdelyke hert:
Mag met een glaasje Wyn begieten:
In plaatze van een stuurs gelaat:
Verneemt hy straks een zoete praat.
De Wyn is ook een Kraamvrouw goed:
Om een kandeeltje mee te brouwen,
In Bierenbrood men die ook doed:
Om 't zwakke lyf by een te houwen:
En voor een Vrouw die zwanger gaat:
Is Spaansche Wyn zeer delikaat.
De Wyn geeft ook een Krygsman moet:
Za wakker Helden met koerasie:
Vegt tot de laatste droppel bloed:
Vegt om de buit, maak avontagie
En als een slag gewonnen is:
Dan past daar op een roemer fris.
Den Advocaat die met zyn praat:
Zo wel voor Heere plyt als Boeren:
Is ook een glaasje Wyn niet kwaat:
| |
[pagina 89]
| |
Het doed hem braaf de snavel roeren:
Dan maakt de Wyn het schrander bryn:
Nog wyzer als het plagt te zyn.
Wanneer Matroosje is in Zee:
Hy zyt ik zal zo drommels zuipen:
Kom ik maar aan een vaste Ree:
Daar zy de Wyn in vaatjes kuipen:
Al ley ik hier nu grooten dorst:
Dan smeer ik weer myn drooge borst.
Als Charon met zyn zwarte Schuit:
Komt lyken uit de Waereld haalen:
Dan roept het volkje overluit:
Kom breng ons Wyn leg niet te malen:
Dan duurt het Feest van Charaons vragt:
Zomtyds tot midden in de nagt.
Een bedelaar die alle daag:
Gaat by de Huizen duiten schooyen:
Krygt zomtyds ook een malle vlaag:
Waar door hy kan de weg pas roojen:
Hy zyt de Wyn die dient my regt:
Jenever is myn al te slegt.
De heete Wyn is s'Winters goed:
Of als men wil op Schaatze ryen:
Zy is gezont en warmt het bloed:
Daarom mag ieder een ze lyen:
De Wyn die is van groote kragt:
En daarom dient ze niet veragt.
Gy Ambagsluy die laat en vroeg:
Moet slaven om u Brood te winnen:
Zomtyds een pintje, 't is genoeg:
Het geeft u kragt en 't scherpt de zinnen:
Maar drinkt ze niet in overdaat:
Want al te veel dat doed u kwaat.
Wel aan lief hebbers van de wyn:
Drinkt vry de wyn met goede teugen:
De wyn kan u een trooster zyn:
| |
[pagina 90]
| |
Als u vyf zinne niet en deugen:
Zo gy bedenkt u drooge keel
Drinkt wyn, maar drinkt ze niet te veel.
|
|