Het vermakelyk bagyn-hof
(1739)–Anoniem Vermakelyk bagyn-hof, Het– AuteursrechtvrijOp een aangename vois.
ALt myn den Tauwel en ik moet voort,
Zoo het in 't kort geen vreede en wort,
Wy eeten de bon Pottagie:
Agt-en-twintig stuivers marbleu,
Al evenwel bon couragie, ma sooy;
Al evenwel bon couragie
Maandag is 't ons leening dag,
Dan verteeren wy een gelag:
Somtyds ons halve gagie,
Agt-en-twintig stuivers marbleu;
Al evenwel bon couragie, ma sooy,
Al evenwel bon couragie.
Als 'er de Maandag is gedaan,
Is 't allon gy moet 'er aan;
Droog brood is ons Pottagie,
Agt-en-twin-
| |
[pagina 43]
| |
tig stuivers marbleu;
Al evenwel bon couragie, ma sooy,
Al evenwel bon couragie.
Komen wy in ons campement,
Dan is het dat jou de drommel schent:
dan zoeken wy avontagie,
Want Agt en-twintig stuivers marbleu,
Is een Zoldaat zyn gagie: ma sooy,
Is een Zoldaat zyn gagie.
Wy drinken ons zelden heel zat en buis,
Want meenigmaal hebben wy munt of kruis,
Want 't zy door avontagie
Want Agt en-twintig stuivers marbleu:
Is een Zoldaat zyn gagie, ma sooy,
Is een Zoldaat zyn gagie
Als wy dan op marode gaan,
Dan moet 'er de Boere Meisjes aan;
Wy eeten de pon pottagie,
Agt-en-twintig stuivers marbleu,
Al evenwel bon couragie, ma sooy,
Al evenwel bon couragie.
Krygen wy dan een mooye Meid,
Die zoenen wy dat 'er de muts afglyd;
En eeten de bon pottagie,
Agt-en twintig stuivers marbleu,
Al evenwel bon couragie, ma sooy,
Al evenwel bon couragie.
Loopen wy dan door de Spitsroe,
Krygen wy wat dat hebben wy toe;
Al evenwel bon couragie,
Agt-en-twintig stuivers marbleu,
Al evenwel bon couragie, ma sooy,
Al evenwel bon couragie.
|
|