Het vermakelyk bagyn-hof
(1739)–Anoniem Vermakelyk bagyn-hof, Het– AuteursrechtvrijStem: Og myn Engel vol van waarden.
OG myn Liefje myn leven,
Gaat gy myn nu begeven:
Ontrouwe Minnaar,
Nu ik ga van u zwaar,
Ik klaag u myn verdriet!
Maar gy en agt myn niet,
En speelt met myne reden,
Gelyk een Wind met t Ried.
Wel zoete Annaatje,
Wat is dat voor een praatje:
Iou malle geklag,
Dat is daar ik om lag,
Wel Liefste gaat gy zwaar:
Loopt heen en zoekt de Vaar,
En laat myn in myn wezen,
Dit komt zeker raar
Ag myn waarde geprezen,
En zwoer gy niet voor dezen:
Als dat gy myn zou,
Nooyt laten in de rou,
Het schrifje dat moet,
Geschreven met u bloed,
U zelder overtuygen,
Siet dog wat gy doet.
| |
[pagina 33]
| |
Het schrifje zoete Meisje,
Schreef ik maar om een reisje;
Te nemen myn playzier,
Met u aardig dier:
De Eden Vriendin,
Door 't Altaar van de Min,
Zyn met de wind vervloogen,
Stelt dat maar uyt u zin.
Aanschouwt eens myn oogen,
Ey hebt dogt medeogen:
Met myn onteerde Maagt,
Eer u hert nog knaagt!
Al over deze daad,
Als het zal zyn te laat!
Ag komt myn dog te baten,
In myn droeve staat.
Wel wat helpt dit klagen,
Gy zult myn nooyt behagen:
Dat weet gy Liefste zoet,
dat myn lust is geboed:
ey stelt u dog te vreen,
Gy zyt het niet alleen,
die zoo een Kintje dragen,
Dat is nu gemeen
O gy wreede ontrouwe,
Ha schender van de Vrouwen:
Hoe waar ik helaas,
Zoo zot en zoo dwaas:
Og! og! hoe zit ik nou,
Geen Maget nog geen Vrouw,
Dogters wilt hier uyt leeren,
Spiegelt u aan myn rou.
|
|